Toen het deze winter zo koud was nam R. een paar keer kippenvoer en duivenpinda’s mee naar Amsterdam.
Die deed hij in bakjes en zette ze in zijn dakgoot op de 4e etage van zijn huis in de grachtengordel.
Al snel meldde zich een duif die na een tijdje ook een vriendin meenam.
Toen paste R. op mijn huis en ging op vakantie. Zodat Duif geen voer meer kreeg en uit de routine raakte.
Maandag duwde ik hem toen hij in Grootschermer was duivensnoepvoer en pinda’s in de hand. Voor zijn duif.
Drie dagen: niks. Zodat R. zegt: je krijgt het voer terug.
Hou vol zeg ik.
Zo’n duif moet ontdekken dat er meer in het leven is dan weggegooide patat en andere smerigheid op de bodem.
Gisteren: Duif was geweest.
Vandaag ben ik bij R. (mét nieuw voer en nieuwe pinda’s) en we zien een duif neerdalen en nog 1 en aan de overkant zit een érg mooie duif maar verderop op dat dak een gewone en dan op een schoorsteentje op dat dak nog een gewone.
Alles bij elkaar wel 5 duiven.
Kijk, zeg ik. Want de mooie vliegt naar R.’s dakgoot.
Ik neem een paar foto’s maar de duiven zijn schuw en veel is het niet.
Bovendien, wil R. dat ik erbij zet, dé duif is er (nog) niet bij.
Jaap zegt
erg mooie duif, met die halsveren
Roelof zegt
Inderdaad, een mooie duif met mooie halsveren. Mijn echte, eigenste duif heeft de lichte rechter halsveren in een rondje staan – nog mooier.
Vreemd bij die duiven is dat ze beneden in de straat voor niets bang zijn en dat je zelfs moet oppassen om niet op ze te trappen of er overheen te fietsen. Boven in de dakgoot zijn ze heel schrikachtig. Als ze je zien, vliegen ze weg, en al helemaal als je het raam open doet om hun bakje bij te vullen. Maar opletten doen ze wel. Als jij weg bent is het bakje in een mum leeg.