Om half zes op de keukenvloer: een paar, niet veel duivenveertjes. Ik besluit te denken dat ze toevallig aan een kattenpootje zijn vastgekleefd en dat er *niet* een vogel is gevangen.
Half zeven gefladder op het overloopje en Guus ernaast. Ik loop de trap af. Vogel vliegt achter een gordijn waar ik hem met enig gedoe achter vandaan haal. Het is een jonge Turkse tortel die zich in mijn handen verzet en de klauwtjes om een vinger slaat. Veelbelovend.
Ik zet hem buiten op de grijze bak voor zijn ouders om op te halen. Na tien minuten: daar zit-ie nog.
Ik ga douchen. Een kwartier later: hij is weg. Mijn katten slapen de slaapjes van onschuldigen.
Geef een reactie