De katten krijgen om zeven uur te eten. Vanaf een uurtje of zes is iedereen thuis en kijkt of ik, onverhoopt, al eerder met het opwindende inzamelen van de etensbakjes begin. Toen was Sam er dus ook.
Een uur later zamel ik de bakjes in en er zijn nog maar twee katten; Sam, de meester-acteur van het toneelstuk wij-krijgen-nooit-te-eten, ontbreekt. Ik rammel nog wat met het serviesgoed, ook in de tuin, maar hij verschijnt niet. Eeb en Guus krijgen te eten en mijn hartslag loopt op.
Om half tien komt hij achteloos binnenlopen, eet uit beleefdheid wat van het snel neergezette eten. Hij is niet nat, hij is niet gewond, wat zou de kleine held hebben uitgespookt?
Wel iets engs, denk ik, als ik zie hoe hij, in bodemloze slaap, Eeb als veilige haven benut.
Hansje zegt
Wat een kleine ondernemer is het toch! 😉
jonneke zegt
de ene keer dat mijn kat dat deed (niet thuis komen voor het eten) kreeg hij dat elders,zo veel hij maar wilde. lekker eten, veronderstel ik, anders was ie er wel voor thuis gekomen.
het is de voederaars niet gelukt om hem ’s nachts
bij zich te houden, dan kwam hij weer thuis. de eerste keer laat in de nacht, tegen een uur of twee.
het eetfeest was voorbij op het moment dat het ddr-consulaat uit de straat vertrok. van dat moment af at hij weer thuis. de ddr-mensen zullen hem gemist hebben, ik geloof dat ie de enige vriend was die ze nog hadden sinds de samenvoeging met west-duitsland.
Jeanne zegt
wat een schitterend beeld.
en dat zie ik dus nooit wanneer ik hier ben.
Susan zegt
wat lief! soms betrap ik muts en harry hier ook op, maar tegen de tijd dat ik mijn cam heb ingeschakeld zijn ze alweer weg 😉