Over 95 dagen ben ik in Pioneertown.
Ik word dol enthousiast begroet door het hondje Rosie en ik wéét dat ze alle gasten precies zo begroet maar ik zeg iets als ‘ik vind het ook fijn om jóu weer te zien!’ en omhels haar.
Als Dave er is komt die naar me toe, geeft me een hug, helpt me de auto uit te laden en opent mijn wijn voor me (niet dat ik direct ga toetasten maar ik stel het gebaar op prijs).
Soms is Dave er niet maar Sachi wel en die roept me ‘welcome!’ toe en zegt dat de deur open is (Sachi is geen hugger).
Binnen is een schattig klein huisje (geen ’tiny’ huisje, gewoon klein) en daar vanuit is er dat overweldigende uitzicht waarvan ik nooit genoeg zal krijgen.
Met de vertrouwde rotsen en andere rotsen die me dan pas opvallen en planten die zijn uitgeschoten en die bloeien en andere die de winter niet hebben overleefd.
Er staat een grote bak vogelvoer voor me klaar.
Ik strooi meteen gul.
Ik pak een ietsje uit (de rest komt later wel) en ik installeer me om te kijken.
Soms daalt de ontspanning en de rust al na een uur over me.
Soms duurt het iets langer.
Geef een reactie