Op het parkeerterreintje schuin tegenover mijn huis staat een ambulance.
Voor wie zou het zijn, denk ik.
Twee broeders lopen naar het huis van mijn overbuurman die oud is. Wel negentig denk ik. Al jaren stokdoof. Met elke dag de thuiszorg over de vloer.
Ik heb geen band met hem. Ik lach vriendelijk wanneer ik hem zie. Maar vanwege de doofheid is een gesprek al jaren niet meer mogelijk. Als ik al zou weten waarover ik het met hem zou moeten hebben.
Er wordt een ambulancebed voor de deur gezet. Hij zal toch niet dood zijn, denk ik. Maar de broeder die buiten blijft slaat een deken en een laken open. Zo ga je toch geen lijk vervoeren.
Dan gaat hij ook naar binnen en samen zeulen ze mijn overbuurman naar het ambulancebed. Wat ziet de man bleek. Er staat ook een vrouw bij. Van de thuiszorg, vermoed ik. Die zal de ambulance wel hebben gebeld.
Hij gaat denk ik dood.
Die man die tot op hoge leeftijd zijn gigantische grasveld zelf maaide en dat pas de laatste jaren door een aardige buur liet doen.
Waarom trek ik me dat nou aan? Ik heb echt niets met die man.
Maar hij zag er zo zielig uit, zo breekbaar, alsof de dood al aan hem trok.
een ambulance mag geen doden vervoeren (nou ja, je wordt er niet uitgedonderd als je dood gaat IN de ambulance, maar ophalen mag niet).
altijd weer gek. ik vind het van mezelf ook altijd raar als ik een ambulance zie staan op het plein. of achteraf hoor dat er iemand is overleden. dan denk ik ‘wat weten we toch weinig van elkaar’. mensen leven zó langs elkaar heen…..
bekruipt jou ook wel eens dit gevoel, of vind je het best zo? ik las in een eerder berichtje dat het dorp óf groter is dan je denkt óf dat je een kluizenaar wordt (nou ja, zo stond het er niet precies maar het gaat even om de gedachte). zou je wel meer contact willen met buren etc. of vind je het best zo? ik vind het zelf lastig. de meesten hebben mij meteen vanaf dag 1 genegeerd of vonden me maar raar in mijn eentje in dat grote huis. het oordeel was meteen klaar en is nooit veranderd. en zodoende bouwde ik dus met weinig mensen echt iets op. soms jammer, meestal eigenlijk wel fijn.
Nee, ik hoef niet meer contact.
Al direct vanaf het begin dat ik hier kwam wonen was Lodewijk degene die moeiteloos babbelde met elke langslopende dorpsbewoner. Ik ben daar niet handig in maar voel ook minder de ‘ik wil erbij horen’-behoefte.
De meneer aan de overkant vind ik ‘gewoon’ zielig. Hij is voor mij een verschijnsel (klinkt wat raar, maar is goed bedoeld). Net als de diertjes: in de zomer de gordijnen vroeg open, in de winter véél later.
Altijd z’n krantje lezen in de stoel met de rug naar het raam (Alkmaarsche Courant) en een groot deel van de dag de televisie aan.
Met z’n rollator schuifelen naar de dorpswinkel.
Natuurlijk komt aan elk leven een eind en hij is hartstikke oud (en: hij *is* nog niet dood) maar met de thuiszorg leefde hij toch verdomd lang in z’n eigen huisje.
Lijkt me zo naar om dan op dat ambulancebed te worden gehesen, ingepakt en afgevoerd.
Je hebt het mooi verwoord, ik kreeg er (net als Mariette?) meerdere gedachten en gevoelens bij, herinneringen ook, nostalgische gevoelens . . . . . van spijt en verdriet, verlies. Ik weet het, je schreef al (twee maal zelfs) dat ie nog niet dood is en ik was niet van plan te reageren en nu zit ik met steeds meer herinneringen, zomaar plots om- of doordat ik even bij je langs kwam.
Gisteren was de dag waarop de grijze bak werd geleegd.
Aan het eind van de middag stond de zijne nog aan de straat. Ook al zo’n eenzaam beeld.
Ik heb hem dus maar even naar zijn huis gesleept.
Wat ook weer raar voelde omdat ik eigenlijk geen band met hem heb.