De bel gaat.
Een buurvrouw.
Ze wil me wat vragen.
Verderop ligt een Turkse tortel doodgereden en mag ze die begraven in mijn tuin.
Het aardige antwoord is: natuurlijk.
Maar zelf begraaf ik dode vogels ook niet in mijn tuin (ik kan wel aan de gang blijven) dus stel ik voor: de groene bak.
De mijne staat al aan de straat en er kan best een dood duifje bij.
De buurvrouw is verbaasd.
Dat had ze van deze dierenvriendin niet verwacht.
Maar voor mij is het dierenleven, ook dat van mijn eigen dieren, echt voorbij wanneer het voorbij is.
Ze leven voort in mijn hart maar ik begraaf zelden.
Klein grut gaat in de groene bak, iets groter grut via de dierenarts in de vernietiger.
Een uitzondering maakte ik voor Eebje.
Die ligt in de tuin begraven.
Een uitzondering zal ik ook maken voor Guus.
Geef een reactie