De konijntjes zijn beter, zegt de dierenartsassistente.
Ik kan ze komen halen.
Maar, zeg ik, ze hebben toch een antibioticakuur?
O ja.
Assistente gaat het vragen.
Ze moeten inderdaad morgen nog geprikt.
Ik: “Dat kan ik niet.”
Zij: “Dat kan die meneer toch wel doen?”
Ik: “Die meneer woont in Amsterdam en hij gaat maandag op vakantie.”
O. Dan moeten de konijntjes tot maandag daar blijven.
Ik: “Zetten jullie ze nu wel bij elkaar.”
Ja. Maar het klinkt zo weinig enthousiast (mogelijk ook omdat er nu speciaal voor mijn konijnen morgen iemand naar de praktijk moet komen) dat ik het nóg maar eens vraag.
Assistente belooft het.
Ik bel R.
Die in gesprek is.
Wat maar goed is want mijn eerste impuls was op zijn gemoed werken zodat hij morgen twee konijntjes zou komen prikken.
Nu denk ik er over na, zie twee konijntjes vanmiddag vrolijk in de ren die we morgen met veel opjagen en geweld moeten vangen en dan ook nog prikken.
Nog een dag in de kliniek, lijfje aan lijfje, lijkt me voor de beestjes eigenlijk prettiger.
Dat lijkt R. ook.
oehoeboeroe zegt
dat is goed nieuws.
max zegt
He wat fijn dat het beter met ze gaat. Vandaag na de prik dus thuis?