Mijn tuin is ‘wild’ wat neerkomt op groen met paars en geel en wit. En – vooruit – lila.
Vorig jaar heb ik een niet-wilde oranje-rode lelieachtige met een forse kluit eraan uitgegraven en opgestuurd naar Anneke die een tuttig tuintje heeft. Oid. Misschien formuleerde ze het ietsje anders.
Vannacht mailt Anneke me: die plant is goed gaan groeien, is erg groen, maar bloemen – ho maar.
Hier wel. Bloemen. Aangezien hij zich niet láát verwijderen, zich dapper weer omhoog heeft gewerkt en nu vol zit met grote knoppen en nét ontknoppende kelken.
Ik geef het op: dit is een blijvertje.
jonneke zegt
misschien bloeit ie bij anneke volgend jaar.
het gebeurt vaker dat planten een jaar de tijd nemen om aan een nieuwe tuin (en andere tuingrond) te wennen.
Jeanne zegt
Ik vind het wel heel stoer van ‘m dat hij het hier heeft volgehouden.
Ik dacht écht dat hij helemaal was weg-geschept.
En dan niet alleen sterk terugkomen maar nog bloeien ook.
Wie ben ik dan nog dat ik zeg dat ik ‘m te truttig vind.
Hij is in elk geval even ‘hard’ als onkruid.