In de Best Western in Kingman heb ik de kamer die aan het grasveld voor het uitlaten van dieren ligt.
Daar plegen honden te worden uitgelaten.
Vaak hoor ik die al van verre aankomen. Kef-kef, blaf-blaf.
Wanneer ik mijn kamerdeur heb open staan wil een hond nog wel eens een hoofd om de hoek steken.
De eigenaar excuseert zich dan.
Ik zeg: No problem.
En: I love dogs.
Wat niet helemaal waar is. De keffers die over hun toeren raken als iemand alleen maar langs de kamer loopt, vind ik niet-zo-leuk.
Vandaag weer een excuserende man.
Maar het hoofd in mijn kamer is van een kat. Een beeldschone zwarte kater.
Oh en ah enzo doe ik zodat de man de kat beleefd optilt en ik die kan aaien.
Waar de kat niets van moet hebben.
Snap ik.
Hij heet ‘Marley’ vertelt de man. Voluit: Bob Marley.
Ik vraag of ik hem mag fotograferen in z’n tuigje. Dat mag.
Ik grijp mijn camera, de man houdt Marley klaar voor de foto.
Klik-klak: Marley.
Onopvallend de afstand wat veranderd.
Klik-klak: Marley met de baas (wiens lange witte paardestaart ik helaas niet op de foto kreeg).
Mannen die van katten houden,zijn de leukste mannen!
Het wás ook een leuke man.
In Amerika is nu een commercial: only real men have toy dogs.
Zelf vind ik het hebben van ’toy dogs’ niet verantwoord als je ze gebruikt als accessoire wat helaas vaak gebeurt.
Only real men have cats vind ik sowieso al beter.
Oh dat is net Porky