Loki maakt graag wandelingen.
Vroeger best ver. Nu (denk ik) niet meer zo ver.
Maar onduidelijk blijft wanneer hij weer naar binnen wil.
Hij beheerst het kattenluikje.
Probleemloos.
Maar hoeveel fijner is het wanneer ik de voordeur voor hem open maak of aan de achterkant het raam…
Ik kijk dus regelmatig of hij op me staat te wachten.
Ik roep.
Maar ik sta niet voortdurend achter de voordeur of voor het raam.
Bons-bons-bons hoor ik vanmiddag op de voordeur.
Door het raam zie ik een mij onbekende meneer.
Ik doe de deur open.
“De kat wil naar binnen,” zegt hij en langs mij glipt Loki.
Dit is dus wat we *niet* moeten hebben en het is al de tweede keer deze maand.
De vorige keer was het een mij onbekende vrouw.
Pavlov! moet Loki denken.
Op z’n kats.
Geef een reactie