Er wordt op de voordeur gebonsd. Hard.
Ik zie twee schimmen door het matglas.
O jee, denk ik. Zou er iemand onwel zijn geworden.
Dan wordt er ook getrokken aan de bel. Errug hard.
Ik snel naar de voordeur en wanneer ik die open doe zie ik het meteen.
Van die zalverige protestantse smoelen. Een man en een vrouw. En wijselijk niet met de Strijdkreet oid openlijk in de hand maar in de tas.
Maar dergelijke smoelen can’t fool me zodat ik zeg: “U komt met een boodschap waarvoor ik niet ontvankelijk ben.”
“O neeee?” teemt de man.
“Nee!” zeg ik ferm en doe de deur dicht.
Zou dat nou ooit werken? Dat iemand zegt: “God? Ja, daar zou ik bést eens iets méér over willen weten. Kom binnen en vertel me álles.”
Ik kan het me zo helemaal niet voorstellen.
roelof zegt
Het goeie van die bijbelvaste fundi’s is dat ze dat mooie oude woord `ontvankelijk’ nog kennen – en kennelijk ook begrijpen. Wél gesproken, Jeanne, want zo komen ze volgende week ook niet terug.
Lyda zegt
Ze waren ook bij mij en ik ben altijd heel verbaasd over de snelheid waarmee deze types de benen nemen als ik eerlijk zeg dat ik al heel lang Boeddhist ben….
Petra zegt
Ben verdwaald hoor, kwam via Hansje hier terecht.
Maar, dat paar heb ik wel eens binnengehaald en ze geheel en al uit hun geloof gepraat! 🙂 2 uur en 2 koppen koffie later stonden ze dus verbaast buiten de deur…..