Het binnendier ‘ik’ vind dit weer verschrikkelijk.
Deels omdat ik elke anderhalf, uiterlijk twee uur naar buiten moet om de buitendieren van nieuwe hapjes en vers water te voorzien.
Ander deels omdat mijn huis zéér slecht is geïsoleerd. Koude oostenwind trekt niet alleen door de muren naar binnen maar wááit naar binnen, met vlagen.
Zodat ik gekleed in thermisch ondergoed en fleece en handschoentjes met afgeknipte vingertopjes *balend* achter m’n bureau zit.
De kippen vinden het ook niets.
Die verstoppen zich. In een sort of windstil hoekje.
Positief: over bevroren water hoef ik me bij de kipjes geen zorgen te maken – ze eten sneeuw.
De cavia’s en de konijnen achter vinden het maar niks.
Hoewel ze wel komen aanstormen als ze mij horen naderen, mn de caafjes.
Snel slepen ze voedsel naar binnen, hooi duw ik in hun hokken.
Ook Thomas en Sally krijgen hooi en wortel en brood naar binnen geduwd in hun hok.
Alleen aan het eind van de dag stormen ze af op de voederbakjes (die ik ook best op de slaapkamer had willen serveren maar dat hoeft dan niet).
Jozef en Otje tonen zich het meest zorgeloos.
Ook zij zitten bij voorkeur in hun (tochtige) prieeltje maar regelmatig verkennen ze de ren, slepen met door mij aangereikte wortel etc. en eten op de sneeuw gevallen boomblad.
Otje zo bezig te zien, dol op eten, enthousiast, ondernemend – dat is geluk.
Soms denk ik: ik zou haar in mijn armen willen klemmen en heel stevig knuffelen.
Maar het moet ook voor háár leuk blijven, dus doe ik dat niet.
lies zegt
Oh, nu begrijp ik je vorige verhaaltje. Wat erg, die kou bij jou! Het klinkt alsof je een open haard zou moeten hebben maar dat maakt zo veel stof 🙁 en waarschijnlijk zou de wind dat ook alleen maar erger maken, de rommel van zo’n open vuur. Maar het past wel bij dit klimaat en jouw huis, lijkt mij. Een ouderwetse winter, nog maar net begonnen . . . . .