Caaf Carla is ziek.
Vanochtend kwam ze niet eten. Even kijken deed ze wel.
Een uur later zit ze te zitten tegen het tweede huisje.
Oogjes half-open. Ziet er niet goed uit.
Ziet eruit als ‘doodgaan’.
Weer later zit ze weer binnen. Net achter de deuropening. Halfliggend.
Ik denk echt: ‘doodgaan’.
Ik vraag me af of ik met haar naar de dierenarts zou gaan als het geen zondag was.
Vermoedelijk niet.
Soms is het leven gewoon voorbij.
En dan mag je in je eigen bedje doodgaan.
mariette zegt
hoe is ze nu?
Jeanne zegt
Beter.
Raar, hoor. Ik heb gisteren alle stadia doorlopen (en zij ook). Weggestopt, dicht tegen een andere caaf aankruipend (warmte zoekend?).
Niet komen eten, gisteravond een heel klein beetje eten.
Vanochtend eerst niet komen en toen tóch eten.
Maar ze is niet dood in elk geval.