De Plusmarkt is van Sinterklaas naadloos overgegaan op Kerstmis.
Afscheid genomen van Hyves
Ik heb afscheid genomen van Hyves.
Ik wou beleefd een mailtje sturen aan al m’n 100 Hyves-‘vrienden’ maar mogelijk ziet Hyves die ‘jongens, ik kap ermee’-bui de laatste tijd te vaak hangen dus dat kan niet meer.
Je kunt ‘ivm spam’ (haha!) alleen nog per individu berichten sturen.
Nou, dan niet.
Hyves-account is dus opgezegd.
Mochten jij en ik daar bevriend zijn geweest: ik zit op twitter en op Facebook.
“Gecondoleerd”
Iemand die me erg dierbaar is, is dood.
Niet onverwacht, wel snel.
Ik krijg een rouwkaart met als contactadres zijn dochters (studentes van begin 20) die ik niet ken.
Wel uit zijn verhalen, maar niet zélf.
Ik denk: ik moet iets schrijven. Ik wil ook iets schrijven.
Maar wát.
Ik probeer me te herinneren aan welke condoleance-brieven ik iets had toen Lodewijk dood ging.
Een ‘veel sterkte’? Een ‘mijn eigen verdriet is groot’? Een ‘opgehaalde herinnering’?
Voor zover ik het me herinner:
‘veel sterkte’ ervaarde ik als goed bedoeld, maar wat koop ik ervoor.
‘mijn eigen verdriet is groot’ kwam (meest) over als ego-gejammer van de scribent die geen enkel besef had dat hoezeer zij/hij een verre kennis/collega ook zou gaan missen, dat gemis háálde het niet bij het mijne.
De ‘opgehaalde herinnering’ dan.
Die vond ik het fijnst. Mn als ze me iets (positiefs) vertelden over Lodewijk dat ik nog niet kende.
Maar wát ik zou waarderen bleken weer alleen diegenen aan te voelen die ook mij een beetje kenden.
Andere herinneringen vielen vaak fout.
Misschien kun je beter niet te erg over zoiets nadenken maar het meteen spontaan dóen.
Helaas is dat moment van spontaniteit nu een gepasseerd station.
Zeventig! not so happy birthday
Het is een raar idee maar als Lodewijk niet was doodgegaan zou hij vandaag 70 zijn geworden.
Hartstikke oud!
Maar hij haalde het niet bij benadering want ging bijna 14 jaar geleden dood en in het najaar ervoor had hij de kanker waarvan we eerst hoopten dat die overwonnen (! vecht tegen kanker!) kon worden maar dat werd hij dus niet.
Onze laatste Amerikareis (als we die van een jaar later waarop hij al direct heel ziek werd niet meetellen) was die van 1996.
We kampeerden, we zochten een weg door canyons, we zakten de Green River af.
Ik was intussen een best bekwame klauteraar (is dat met au?) geworden, had geleerd dat mijn armen niet sterk zijn maar mijn benen wel.
Waar ik ongelooflijk de pest aan had (en heb): ploegen door water.
Lodewijk was véél stoerder in die dingen en niet om stoer te zijn.
Samen beleefden we avonturen. Mooie avonturen.
Ik sloeg slechts 1 album op. Kwam zoveel namen tegen van plekken waar we in Utah waren en ik zou er echt een kaart bij moeten halen en natuurboeken want op de Green River na: geen idee.
Utah, zie ik, is ook echt veel mooier dan Arizona.
Hier een paar foto’s. Ook 1 van Lodewijk werkend in onze eigen tuin.
De auto van de man met het voetje
Klap! en flitsen
Het stortregent en dan opeens om 6.17 uur een harde klap en lichtflitsen.
Bliksem? Nee.
Een knetterende vuurpijl afgeschoten dicht bij mijn huis. Ergens verderop gaat een autoalarm af.
‘Arme dieren’ is mijn eerste reactie en vooral: arme bangvooronweer Guus.
Dus open ik de deur naar het overloopje waar de lieverd al weken braaf ligt te slapen nu hij door wangedrag van Sammie niet meer ’s nachts in de slaapkamer mag.
Guus zit rechtop, Guus kruipt de slaapkamer in, laag op de buik, onder het bed.
Ik had willen uitslapen tot acht uur (ging pas na middernacht naar bed).
Maar ik lig te denken aan de dieren (wie er buiten allemaal erg zullen zijn geschrokken en dat het maar goed is dat ik ’s nachts het kippenhok afsluit zodat de kippen niet in het donker in paniek de tuin in kunnen hollen).
En ik denk: wie doet zoiets.
Vuurwerk afsteken in de vroege ochtend terwijl het hoost.
Ik vertel het op twitter en krijg als reactie: dat is hier (Alphen) al weken aan de gang – Pools vuurwerk.
Ik zoek naar de laatste tweet van mijn wijkagent. Ik denk: goeie kans dat die gaat over onrust in Grootschermer.
Daarover gaat-ie niet.
Zodat ik me extra bewust word dat ik van een Amsterdamse die bij nachtelijk geraas geïrriteerd en boos werd, ben veranderd in een dorpse vrouw die áls eens iets de nachtelijke rust verstoort er meteen over gaat liggen piekeren.
Bestaat God?
Ik denk er niet dagelijks over en ik lig er zeker niet van wakker maar wanneer ik intens word geconfronteerd met mensen die gelovig zijn denk ik wel eens: zou God bestaan?
Het geloof dat God bestaat lijkt me rustgevend. Een soort: alles komt ooit goed, al is het maar na je dood.
Tenzij je bent opgevoed met hel en verdoemenis. Maar dan kun je daar later nog mooie romans over schrijven.
Zelf denk ik dat áls God bestaat hij me op een dag een Teken geeft.
Een Flits. Een Bliksem.
Mensen die wel geloven zeggen dat het zo niet gaat. Dat je opeens wéét dat God bestaat. Zonder teken. Dat je daarna nog erg kunt twijfelen. Dat je er misschien zelfs je best voor moet doen.
Een schoolvriendin met wie ik weer contact heb gelooft wel in God.
In haar geval Allah want ze is moslima geworden.
Op haar weblog lees ik een juichkreet: “Hoe is het toch mogelijk. Wie zegt nog dat God niet bestaat? Ik dank U zo, o Allah Almachtige en Genadevolle.”
Ze heeft op marktplaats een bed kunnen kopen dat ze graag hebben wou.
En ik nog denken dat “Oh Lord, won’t you buy me a Mercedes Benz” een vorm van blasfemie was.
Polderzicht
Jarig
Dit weblog is jarig.
Het is vandaag negen jaar.
Ik vier het met een bescheiden bosje woestijnbloemen(struik).
Mocht ik een kat, kip of knager zover krijgen dat die met een feestelijke strik om het nekje voor me wil poseren, dan voeg ik een foto daarvan toe.
In het kader van de wonderen waarvan men zegt dat ze de wereld niet uit zijn.
Oosthuizen
Meestal ben ik in Oosthuizen omdat ik naar de mondhygiëniste of de tandarts moet.
Vandaag ben ik er om vlees op te halen bij de diervriendelijke slager.
Ook ga ik even langs op de begraafplaats, die ik nooit eerder bezocht.
Het weer zit niet mee.
Guur. Bewolkt.
Heel even zon, zodat ik een indruk krijg van hoe de begraafplaats er bij zon kan uitzien (nl veel vrolijker).
Wanneer mensen het hebben over hun *passie* en dat ze die omzetten in werk denk ik meestal: .. eh… ?
En nu wil ik niet zeggen dat begraafplaatsen bezoeken en daar foto’s nemen een pássie is.
Maar het is wel iets dat ik erg graag doe.
Waar ik zowel een warm and fuzzy feeling bij krijg als (mn in Amerika) het idee dat ik iets goeds doe.
Zodat mensen hun voorvaderen terugvinden.
En die voorvaderen een plaats krijgen in de geschiedenis behalve in een vage herinnering (of zelfs dat niet eens).
Over Oosthuizen schrijf ik op Begraafplaatsen (de foto’s volgen nog).
Lizzy Sara May ligt er begraven.
Ik vond haar graf. En ik dácht dat ik ooit iets van haar had gelezen.
Maar toen ik haar lijstje van publicaties doorliep zag ik niets dat me bekend voorkwam.
Criminaliteit in Grootschermer
Vrouw aangehouden na mishandeling
Grootschermer, zondag 27 november Om 01.00 uur hield de politie een 28-jarige vrouw aan wegens mishandeling van haar 34-jarige partner.
Het stel kreeg ruzie in hun woning, waarbij de vrouw de man met een mes bekraste op zijn arm.
Ook ‘sneed’ ze hem met de botte kant van het lemmet langs zijn slaap en kin.
Hierop heeft de man aangifte gedaan tegen haar.
De vrouw werd in de woning aangehouden.
Zoekend
Toen ik net weduwe was en ontdekte dat mijn inkomen ernstig kelderde, doorzocht ik het huis.
Wát kon ik verkopen?
Dat zette ik op een internetveiling (die begonnen toen net).
Waarna van het 1 het ander kwam nl de Winkel.
De Winkel ‘kabbelt’ dwz er gebeurt wel wat en dat zou ok zijn als elk mooi magneetje en beeldige boekenlegger die ik met enige winst verkoop ook niet zouden zijn *ingekocht*.
Nóg meerinvesteren is op dit moment niet slim.
Zodat ik weer om me heen kijk.
Ik zie hotelzeepjes.
Maar die zien véél mensen als ze om zich heen kijken en zelfs al zou ik ze tegen betaling kwijt raken: daar draait de schoorsteen nog geen minuut van.
Ik heb nog een gewone camera.
Een spiegelreflex.
Een Nikon.
Misschien nog wat lenzen erbij.
Even op Marktplaats gekeken.
Afhankelijk van het type tussen de tientjes en honderd.
Als vraagprijs.
Oh well.
Bedelaars kunnen geen eisen stellen as they say.
Kijk eens hoe blij ze zijn
Jeugdliefde wordt dikke pad
Gisteren zap ik na Grey’s Anatomy naar een programma waarin Anita Witzier op sjouw gaat met Nederlanders die na 40 jaar een Italiaanse jeugdliefde gaan opzoeken.
Gebroken harten en mooie herinneringen komen voorbij.
Wat me vooral treft is een man die (“40 jaar en 40 kilo later” lacht hij terwijl hij de vrouw in de armen sluit) is veranderd in een onooglijke dikke pad.
Echt wanstaltig lelijk. Niet gewoon ‘we worden allemaal ouder en ietsje rimpeliger en zwaarder’-lelijk. Lelijk-lelijk.
De vrouw, die er gewoon-wat-ouder dan toen ze 16 was uitziet, doet alsof ze het hartstikke leuk vindt hem te zien en met hem te flaneren.
Ze kan natuurlijk moeilijk walgend achteruit deinzen en tegen Anita zeggen: is dát ‘m? Gatver! Zeg jij maar dat ik hem *niet* terug wil zien.
Maar toch.
Vriendschappelijk
Ik heb amper ‘vrienden’ dus waar héb ik het over maar vanmiddag dacht ik toch over vriendschap na.
Ik dacht aan J., een collega van Lodewijk. Ze is me na zijn dood een aantal jaren blijven opzoeken.
In de kerstvakantie. Dan bracht ze wijn mee die haar man verkocht en die net wel of net niet over de houdbaarheid heen was (meestal wel, maar het ging om het gebaar).
Zij klaagde dan over haar bazen en ik klaagde over mijn baas in een (juridische) commissie. Zij kende hem dus dat was aangenaam ‘herkennen’.
Ik raakte uit die commissie (door niet-leuke omstandigheden die er even niet toe doen).
Zij mailde toen of ze rond kerst zou komen en ik zei nee en verbrak het contact.
Omdat ik dacht dat we niets meer gemeen zouden hebben. Want waar hadden we het over behalve onrecht in het werk, ons beiden aangedaan door haantjes van mannen.
Nee, het was erger: ik schaamde me. Geen ‘echte’ baan/bezigheid meer. Alleen een webwinkel.
En nee: dat is niet “mijn pássie”.
Hierover denkend rangschik ik de contacten die ik wel heb in: over dieren, over radio, over begraafplaatsen, over geloof, over mannen (dat was meer vroeger), over Amerika.
Ik denk dat ik niet bewust aan compartimentjes doe.
Ik kan ook niet goed verklaren hoe het zo is gekomen.
Wel merk ik dat ik angstig ben voor ‘gewoon vriendschappelijk’.
Misschien omdat daarvoor geen onderwerpen zijn tenzij het weer maar dat is niet vriendschappelijk.
Dat is al dan niet genoeglijk keuvelen over niks.
Hoe zouden anderen dit doen.
Eerlijk en fantasie
Ik moest nog mails beantwoorden over hoe het met me ging.
Gedaan! in een vorm die je ‘poëtisch oprecht’ zou kunnen noemen.
Wat neerkomt op eerlijke ‘soms denk ik wel eens dat…’ zonder een krimp te geven over het waaróm ik dat denk en hoe het hier en nu dan is.
Ik neem aan dat iemand die me 1x in de 1-2 jaar vraagt hoe het me gaat daarmee tevreden is.
Op twitter verzuchtte ik: “ik wou dat ik hartstikke rijk was”.
Dat wil ik echt.
Me bewust dat ik het 100x beter heb dan mijn ouders en vele anderen die nu leven die ik niet ken.
‘Hartstikke rijk’ staat voor: m’n anderhalf jaar geleden in Amerika voor 200 Euro gekochte netbook Toshiba is wel érg traag en zou een grotere machtiger notebook niet geweldig zijn?
En: suf autootje hoor, m’n 14 jaar oude VW Polo met roestvlekken.
Wat zou een Mercedes GLK350 helemaal te gek zijn!
Maar terwijl ik het optik denk ik: wat een gelul.
The day after
De dag nadat ik jarig was is de dag van de verlate alsnog felicitaties en het beantwoorden van de mails met “heb je leuke dingen gedaan?”
Plus de mails van gisteren waar ik ook nog wat mee moet (al schiet ik lekker op – op die met de lastige vragen na, die schuif ik voor me uit).
Ik had me voorgenomen voor na mijn verjaardag: opruimen, te-doen-lijstje maken, en (jawel) bewegen.
Minder eten ook.
Maar dat wordt allemaal (over)morgen begin ik.
Gisteren ook nog een pakket van mijn uitgever.
Wat betekent dat mijn Hollende Kleurling opnieuw is herdrukt.
Ik leg het pakket ongeopend bij de eerdere herdrukken.
Ik kijk op bol.com.
Daar staat een review van een lezer.
“Dit boek is heel interessant, de verhalen zijn op een hele leuke wijze geschreven. Het strafrecht wordt goed behandeld, de stof die ik niet kon begrijpen in mijn theorieboeken heb ik aan de hand van de verhalen uit dit boek beter kunnen begrijpen.”
Drie mensen vinden dit een goede recensie, twee vinden het maar niks.
“Jeanne Doomen verstaat als geen ander de kunst om aan de hand van waargebeurde gevallen uitleg te geven aan leerstukken van het strafrecht en het strafprocesrecht. Wanneer mag een criminele organisatie geinfiltreerd worden, waarom werd die in de krant breed neergezette leider van een criminele organisatie toch door de rechter vrijgesproken? Men vindt het antwoord op deze – en andere – vragen feilloos in dit boek, dat een ideale inleiding is voor de juridische student, maar ook leerzaam en begrijpelijk voor de geinteresseerde leek.” (door Bol.com geplaatste recensie van Biblion)
Zelf vind ik het ook wel een leuk boek (wat ik me ervan herinner).
Maar de laatste die ik het kado gaf kwam niet verder dan doorbladeren en enkele passages lezen waarna ze het doorgaf aan een ander die reageerde met dat ze het allemaal allang wist.
Kwa *beng* op het hoofd.
Hoe het gaat met mij
Wat ook gebeurt bij verjaardagen: mensen van wie je al jaren niets hoort die nu ‘gefeliciteerd’ wensen en tegelijk vragen “hoe het gaat”.
Dat is lastig.
Er zijn mensen aan wie ik best van alles wil vertellen.
Tegenover andere mensen, vooral mensen die een stuk succesvoller zijn dan ik, aarzel ik.
Hoe gaat het met mij.
– ik ben gelukkig
– ik heb een mooi huis en leuke dieren
– ik ga fijn op vakantie
– ik heb erg leuke hobby’s
– ik heb een Winkel die mijn ‘passie’ is
Ik moet er nog even over nadenken.
“Mijn leven is eerlijk gezegd nogal mislukt”- nee, das niks.
Bovendien is het niet waar.
Maar om nou te zeggen dat ik heppie Zjienie ben – dat evenmin.
Genuanceerd verhaal dus?
Maar dat wil ik helemaal niet hoeven bedenken tegen iemand die ik 1x per jaar/jaren spreek/mail.
Er is er een jarig – hoi
Ik begin de dag met VK magazine en laat me de ogen uitsteken met alle leuke en mooie kado’s die getipt worden voor anderen.
Rond een tientje kún je ook iets kopen – maar voor een kleinigheidje ben je toch al snel 40 Euro kwijt tenzij je zelf gaat fröbelen (wat ik niet kan).
Op je verlanglijstje mag álles staan. Een leuk kado, oordeelt VK, is een Apple laptop van 1000 Euro.
Moet je dan een extra lekkere wortel voor het paard in je schoen doen of zelf ook met een hebbeding van die prijs over de brug komen?
Ik vermoed het laatste.
Zelf krijg ik vooral ‘dingetjes’ – 1 écht zelf gefröbeld waar ik erg om moet lachen.
R. stuurde wijn en nootjes (die kent me goed).
Het vrouwtje van Tashi bracht een giga bos bloemen, een stuk appeltaart en een kadootje dat ik mag teruggeven.
Mbt dat laatste: dat geef ik inderdaad terug.
Niet omdat het monsterlijk is (integendeel) maar omdat het een legpuzzel is en sinds Sammie hier heer en pasja is kan ik die niet meer leggen.
Aangezien hij het háát als ik geconcentreerd met iets anders dan hem bezig ben.
En omdat het, vermoed ik, gewoon hartstikke leuk is dwars door een puzzel te rennen en de stukjes alle kanten op te zien vliegen.
Verder leuke e-cards, felicitatiemailtjes van aardige mensen, felicitatietweets en felicitatie-Facebook-berichten.
Wat wil een jarige Johanna nog meer.
Voornemens
Overmorgen ben ik jarig.
Ik word 61.
Veel ouder dan ik me voel maar dat zegt iedereen die ouder wordt dus zegt dat niks.
De laatste dagen overvallen mij voornemens.
Afvallen bv.
Niet echt heel erg ‘obese’ gruwelijk.
Vandaag woog ik 65.2 kilo.
Mijn gemiddelde gewicht wás jarenlang 64 kilo.
Met een dip naar beneden na een Amerikareis en dan opklimmen in het feestdagennajaar.
Amerika zorgde niet voor een dip.
Ik moet dus voorkomen dat feestdagennajaar er nog wat kilo’s aan vast plakt.
Als het kan: er wat kilo’s áf.
Toch weer op dat ellendige stationaire fietsje misschien.
En/of minder eten.
Daarover wil ik me dus wat voornemen.