How to
Ik wil een aantal dingen regelen.
Mbt mezelf, mbt anderen.
Die mbt mezelf – dat kan.
Die mbt anderen, das minder makkelijk.
Omdat er mensen zijn die
– snel nijdig zijn en die
– ze herinneren aan gedane beloftes ervaren als zeuren waarna ze de hakken planten in het zand en die
– het moeilijk hebben zodat ik ze niet wil belasten maar hoe krijg ik iets gedaan als ik het niet vráág.
Er zijn mensen met in dergelijke gevallen een gouden ’touch’.
Die altijd de juiste toon weten te treffen. Zodat het goed ipv fout valt als iets wordt gevraagd.
Ik ben niet zo iemand.
Ik kan uren piekeren over het ‘how to’ en dan denk ik dat ik het weet en dan valt het nóg fout.
Postzegels
Soms (nou… best vaak) koop ik volstrekt zinloze dingen gewoon omdat ik ze mooi vind.
Dat is niet erg aangezien die dingen meestal niet duur zijn.
Ik ben geen vrouw van 56 paar laarzen en 87 leuke mantelpakjes in de kast en dan toch niets om aan te trekken.
Wat ik bv koop zijn Amerikaanse postzegels.
Vorig jaar een vel met Bette Davis, nu een vel met Gary Cooper.
Wat ermee te doen behalve in een envelopje stoppen en bewaren op een plek waar ik ze vast niet meer terug kan vinden.
Musje
Gisteravond wil ik ook eens knus doen en maak de open haard aan.
Dwz: ik wil de haard aanmaken wanneer er opeens een musje door de kamer fladdert.
Leuk! denken Guus en Sammie die opgewekt de achtervolging inzetten. Net als ik, gewapend met een theedoek (haha).
Musje eindigt op mijn kamer in de boekenkast ergens rechts van mijn bureau.
Ik zie het niet meer, Guus ziet het wel maar is zo beschaafd om *niet* alles omver te springen alleen om dat smakelijke hapje te verschalken.
Ik open het werkkamerraam, ik open het badkamerraam, ik open het slaapkamerraam, ik zet beneden alles open richting schuurdeur (die ook open gaat). En ik laat de avond-terraslamp branden.
Maar musje verkiest de boekenkast dus ik doe alles weer dicht en laat het verder maar zo.
Vanochtend om half acht hoor ik in de kast iets bewegen.
Om acht uur doe ik alle lampen en het beeldscherm uit.
Ik zet het raam weer open en ga zelf weg.
Tien over acht ben ik terug. Musje (het is een vrouwtje) probeert weg te komen via het dichte raam. Maar seconden later valt het kwartje en wég is musje, terug in de natuur.
Het klinkt wat suf, maar dit is mooier dan het winnen van de tombola.
(hoewel zo’n eigen Mercedes Benzje ook wel wat zou hebben…)
Staatsloterij
Ik kocht online een Staatslot.
En ik wou kijken of ik miljonair ben geworden.
Dus klik ik op hun site op: bekijk de trekkingsuitslag.
En vis dan hun bevestigingsmail uit mijn post op zoek naar het nummer van mijn lot.
Alleen staat daar niet het lotnummer maar het ordernummer.
Dus wil ik inloggen met mijn inlog en wachtwoord die ook in dat mailtje staan.
Kán niet, zegt de Staatsloterij. Iets ervan is onjuist.
Dus vraag ik eerst de inlog nog maar een keer aan. Die had ik goed.
Ik probeer het nóg een keer met het ook-juiste wachtwoord.
Weer die foutmelding.
Geef me dan maar een nieuw wachtwoord, denk ik.
Maar mijn inlog is nu geblokkeerd tot 12 oktober staat er heel vals in erg rode lettertjes.
Bij twitter zetten ze #fail bij zo’n verhaaltje (wat dan wel moet zijn verteld in 140 tekens).
Sightseeing
Toen ik net naar Yuma en Kingman ging, ging ik sightseehen.
Daarna dacht ik: ik weet nu wel wat hier te doen is, ik rijd wat rond, ik winkel, ik lees, ik relax, ik kom tot rust (dat laatste hoop ik dan maar).
Dit jaar beving mij opeens: laat ik eens informeren wat er hier verder te zien is.
In Kingman of liever: op een klein uur rijden van Kingman was dat Keepers Of The Wild. Wilde dieren die waren opgevangen na slecht te zijn behandeld (soort Stichting AAP, dacht ik) en, stond er: ze werden nu gehouden ‘in their natural environment’.
Dat leek me wel wat.
Dus erheen en $ 16 betaald, wat ik vrij veel vond. Als ik er nog $ 8 bij deed mocht ik mee met de excursie waarbij ik ook het voederen der leeuwen ging zien. Alleen was dat pas na drie kwartier dus koos ik voor in m’n eentje rondwandelen.
Dat in m’n eentje was ook letterlijk zo: er was verder helemaal niemand.
Al na een minuut had ik door dat het goedbedoeld maar verder helemaal foute boel was.
Achter hoge hekken en tralies zaten en vooral: lagen in totaal hoogstens 50 dieren. Waarvan de natuurlijke habitat voor het gemak maar even de woestijn van Arizona moest zijn.
Al direct wou ik weg. Maar ik was er met mijn eigen schijterige zelf dus wandelde braaf langs de kooien aangezien in- en uitgang langs dezelfde dame waren en ik (laf! laf!) niet durfde zeggen dat ik zelden zo’n treurig schouwspel had gezien. Ook al wás het vast goed bedoeld.
Nu, weer thuis, zoek ik hun website op. Waar de goede bedoelingen vanaf spatten.
Zelf genoot ik die dag van een erg mooie uitvoering van Der Rosenkavalier. Op de heenweg het eerste bedrijf met als Die Marschallin Teresa Zylis Gara en op de terugweg het laatste stuk van het laatste bedrijf.
Pakket
Zojuist is het pakket dat ik als laatste in Amerika heb verstuurd (op 2 oktober) aangereikt.
Alle kalenders zijn nu binnen. Wat fijn is voor wie een mooie kalender zoekt voor een aantrekkelijke prijs.
Nog een weekje (of daaromtrent) wachten, dan staan ze te koop.
Nu had ik deze reis van 1 artikel al direct toen ik het kocht het idee: allemachtig, *dit* is een klapper.
Uniek prachtboek en ik weet iemand die het vast zal willen kopen.
Dat boek zit in een doos die op 26 september afreisde richting Nederland.
En hij is er niet. Nóg niet (neem ik aan). Erna verzonden dozen zijn er allemaal wel.
Álle dozen zijn er wel. Behalve dus die ene.
Vergaat nu de wereld.
Neen.
Er zit trouwens ook nog een hartstikke leuke knuffelaap in dat pakket. En een snoezige knuffelslang.
Komop, TNT/UPS. Of beter: UPS/TNT.
Stuur dat pakket even door zodat ik een afgerond gevoel krijg.
Is leuk voor de handel maar nog leuker voor mijn ziel die niet kan tegen rafelige randjes.
Soorten katten
In Yuma wonen bij het motel zeker twee zwerfkatten.
Met een ervan, een grijze, heb ik contact.
In Kingman wonen ook zwerfkatten.
Ik kwam een keer in de auto terug bij mijn kamer en zag een broodmagere zwarte kitten *bijna* een duik doen in de afvalbak die ietsje verderop stond. Geschrokken door mij rende ze weer weg.
Diep medelijden had ik met al die katten. En ik voerde ze waar mogelijk.
Toen vond ik een boekje: ‘Four Little Kittens’.
Een poes krijgt vier kittens en vraagt ze wanneer het moment dáár is wat voor kat ze willen worden. ‘Wat voor katten zijn er’ vragen de kittens. Alley Cats, scheepskatten, boerderijkatten en tuttelkatten, zegt de moeder (ik vat het nu samen).
Een Alley Cat zegt moeder “is long and lean. He slinks like a shadow, sleeps where he can, eats what he finds. (..) Many friends he has, and they make fine music at night, to the moon.
His enemies are stray dogs, and turning wheels, and cold, sleety rain. He’s a wild and clever cat, the Alley Cat.”
Zo had ik het nog niet bekeken.
Prijsvraag: Wie is deze actrice? (beloning: klein prijsje)
Wat Obama in 9 maanden heeft bereikt
Late night humor
“So they’re going to attack the moon, and they’re going to be looking for water. And I thought, well, that’s pretty much sounds like our government – bomb first, look for evidence later. That’s the way we do business.” – David Letterman
Dat is zo fijn aan de Eilandspolder, je hoeft de foto’s niet te bewerken
Voornemens
Ik maakte er een hoop en voor ik ze allemáál vergeet wil ik noteren wat ik me nu nog herinner.
1) 1 boek per week lezen (= minstens een half uur liefst meer tijd per dag niks hóeven en dat hiervoor reserveren)
2) goed eten
3) meer bewegen (‘meer’ = sowieso bewegen, want ik beweeg nu helemaal *niet*)
Wat ik er tot nu toe van bak:
1) ik loop af en toe een kwartier dwalend door de tuin, dat is niet ‘boek lezen’ maar dat is wel ‘niks hoeven’
2) ik eet als avondmaaltijd als het meezit een paar eetlepels garbanzos uit een blikje of anders een handje pistachenootjes
3) haha
Het is 8 oktober (jaja)
De geheel vernieuwde Plusmarkt
Vandaag was ik voor de tweede keer in de geheel vernieuwde Plusmarkt.
De entree is al direct anders. De bloemen zijn naar daar verplaatst. En je mag ze niet meer afrekenen bij de kassa, je moet ze betalen bij de servicebalie.
Dan treed je de ruimtelijke ruimte binnen.
Jammer is nu dat ze elk vrij gat meteen met rommel volplempen.
Wat ook te zien is bij de geheel vernieuwde ruimte met koelbakken bij de kassa’s.
Verder is er weinig veranderd: hetzelfde fantasieloze aanbod met af en toe in de folder een lekkere aanbieding zoals vandaag gevulde koeken. Daar had ik me op verheugd. Maar die zijn er dan niet. Wel eierkoeken. Maar daar houd ik niet van.
En wat ook hetzelfde is: de halflege schappen.
Iemand?
Kan ik iemand blij maken met het oktobernummer van Rolling Stone en de Double Issue 1069/1070 van Entertainment Weekly (Stars on the Set!)?
Hoe het was
Op de radio is een spotje waarin aan een vrouw wordt gevraagd: “Hoe is het?”
Die vrouw vindt dat geen fijne vraag en dús is ze depressief.
Dat vind ik altijd een wat rare conclusie. Mijn reactie is meestal: daar heb je geen fuck mee te maken. Want: dat is me nogal een persoonlijke vraag en wij kennen elkaar niet meer dan als vage kennissen dus waar bemoei je je mee.
Ook ik krijg die vraag. Meer dan me lief is.
Via mail, via hier, via twitter.
Waarop ik niet of vaag pleeg te reageren (*fuck* enzo).
Om van het belangstellende (in mijn ogen:) gezeur af te zijn: de vakantie was ‘best leuk’ of ‘wel leuk’ of een variant erop.
Hij was niet fantastisch leuk, niet bijzonder leuk, niet geweldig leuk.
Ik ben niet he-le-maal tot rust gekomen, ik heb geen vermoeide tank opgeladen, ik kan er niet ‘weer tegen’.
De reden? Geen idee.
Ik zeg wel: ik had mijn ziel mee en die was weerbarstig. Dat vinden mensen een mooi, diep antwoord.
Terwijl het niks verklaart.
Want mijn ziel gaat altijd mee en wanneer ik naar Schiphol rijd staat die altijd stijf van de stress om wat er de maanden ervoor aan vooraf ging en om de reis zelf. Waarna hij/zij toch vaak een dag later en soms al op de dag zelf alle lasten van de schouders werpt, fysiek en kwa gedachten volledig ontspant en zich onderdompelt in verrukkelijk leven.
Niet dit keer.
Wat geen ramp is.
Want het was ‘best leuk’. En R. zegt dat ik er goed uitzie. Wat denk ik waar is. En wat ik niet doe als het een ramp was.
Maar zo was het dus.
TNT Post
De man van de pakketpost belt aan.
In zijn armen een groot, vierkant, plat pakje.
In zijn handen een electronisch ding waarop hij van alles intoetst.
Ik verwacht geen groot, vierkant, plat pakje.
Ik verwacht nog vier dozen uit Amerika.
Dus gluur ik op het label en zie dat de geadresseerde ene B is op Noordeinde 17 – ik woon op Zuideinde 17.
“Dat is niet voor mij,” zeg ik. “Kijk maar: Noordeinde.”
“O,” zegt de man van de pakketpost.
“Ik zag 17 en toen dacht ik…”
(dit stukje is vooral voor R. die me niet echt geloofde toen ik suggereerde dat de Visa-rekening die ik niet had betaald en waarvoor hij een aanmaning kreeg mogelijk verkeerd was bezorgd omdat dit in mijn dorp wel vaker gebeurt)
Plusmarkt
De rosbief was op en er moesten pakjes gepost dus ging ik naar de Plusmarkt.
De geheel vernieuwde Plusmarkt.
En inderdaad: hij is anders ingericht.
Een stuk ruimer.
Er staan mooie, nieuwe prijsbordjes bij de groentes.
De kassa’s zijn ook nieuw.
En de vriesbak met de pizza’s enzo staat ergens anders.
Wat niet is veranderd, is het aanbod.
Dat is nog steeds hartstikke mwah.
R. klaagde er ook al over. Er is gewoon helemaal niks bijzonders, helemaal niks lékkers te krijgen.
Wat ze zich kunnen veroorloven want we kunnen geen kant op.
AH in Alkmaar is een mijl op zeven. Super De Boer in Middenbeemster idem dito (en die biedt ook niet veel streling voor de tong).
Pas toen ik de winkel uitliep dacht ik: ik had foto’s moeten nemen.
Maar ik ben nog niet helemaal bij zinnen kwa alertheid.
Komt nog wel.