Beneden staan pakjes met boeken. Erg veel pakjes. Wel tien, misschien wel vijftien.
In sommige pakjes zitten ook andere dingen. Wát precies had ik me voorgenomen te noteren in een boekje maar dat is er maar ten dele van gekomen.
Er zijn een paar dingen die ik snel wil vinden.
Omdat ik ze mensen wil toesturen.
Een wil ik donderdag verzenden, dat heeft dus (relatief) haast.
Ik kom niet tot uitpakken.
Luiheid, dacht ik eerst. Geen zin oid.
Maar ik denk dat het iets anders is.
Ik weet dat ik leuke, mooie boekjes (vooral –jes) heb gevonden.
Ik verheug me op het uitpakken, op het ‘oh! wat leuk, die was ik al helemaal vergeten!’
Ik moet er niet aan denken dat alles straks uitgepakt is zodat ik ermee aan de slag moet en er niets meer te verrassen valt.
De pakjesdagen kunnen me niet lang genoeg duren.
(des te verstandiger was het natuurlijk geweest om wél goed te noteren wat in welke doos zat zodat ik weloverwogen en verstandig en met beleid nu vast een paar dozen had kunnen uitpakken op zoek naar die speciale artikelen en ik de rest van de oh’s en ah’s had kunnen faseren)