I’m dancing in the wind, just dancing in the wind…
Problemen
Behalve dat ik sowieso de pest heb aan opruimen en dan mn kleding (omdat ik daar bitter weinig mee héb), stuit ik ook op echte problemen.
Die zijn samen te vatten onder ‘wat hoort bij wat’.
Normaal (denk ik) maak ik stapels met ‘zomer’ en ‘winter’.
En (relatief) ‘netjes’ voor de opera e.d.
‘Netjes’ kan nu ergens achteraan.
‘Zomer’ en ‘winter’ is ook al lastig. Want het is bijna september en dat is in mijn visie bijna winter maar het kan dan ook nog heel warm zijn.
Verder blijk ik wat ‘best fatsoenlijke’ kleren te hebben en de broeken heb ik nu onder controle maar hoe vaak draag ik nu helemaal die best fatsoenlijke truitjes.
Amper.
Zodat ze ergens achteraan belanden.
En op de planken die normaal worden vrijgehouden voor oppassers.
Dan heb ik nog de shirts die al heel oud zijn en al heel kapot en waaraan ik erg ben gehecht en die ik best kan dragen voor ‘in mijn eentje thuis en hooguit een pakje aannemen’ en voor boodschappen doen.
Die blijven vooraan.
Ik had stiekem gehoopt op een paar verrassende vondsten: o! wat leuk! helemaal vergeten dat ik dit beeldige shirtje had!
Dat deed zich niet voor.
(Slechts) drie truien bereikten het stadium ‘weg doen’, maar wat er nu nog over is kan alsnog kritischer worden bekeken voor het geval er in mei wel een huisoppasser komt en ik dus wel ruimte moet vrijmaken.
Nee, geen foto’s van het eindresultaat.
Want het ziet er nu wel ordelijker uit in de zin van ‘niet alles ligt meer door elkaar’ maar ik ben geen goede vouwer laat staan stapeltjesmaker.
Het zgn ‘biting off more than you can chew’
Kast
Een paar jaar geleden had ik een redelijk opgeruimde klerenkast.
Wanneer ik op vakantie was, kwam Roelof oppassen en die had voor zijn eigen kleren genoeg aan 1 klein plankje en zijn koffer.
Nu komen er vreemden en meestal zéggen ze, dat ze niet veel plankruimte nodig hebben.
Maar omdat ik niet weet of dat bescheidenheid is of écht, heb ik steeds gezorgd voor 1 lege la en vier lege planken.
De kleding op die planken legde ik bij de kleding op ándere planken.
Eerst heel netjes.
Maar daarin kwam de klad.
De laatste tijd zó veel klad, dat ik zelfs ongevouwen truitjes in het wilde weg ergens op en tussen stopte.
Ik neem me al weken voor deze kast op te ruimen.
Omdat er voorlopig ruimte zat is in het andere deel van de kast (ik ga toch niet weg en er komen dus ook geen oppassers).
En omdat ik al een tijdje denk over de aanschaf van nieuwe sweat pants terwijl ik niet uitsloot dat ik die al hád. Geen nieuwe, eerder oude uit thrift stores.
Waarmee ik geld uitspaar.
Het levert vier verrassingen op.
(twee sweat pants had ik al, drie nieuwe, oude zijn best aardig, 1 vind ik niks maar doe ik toch niet weg).
Alle zes opgestapeld. Die paarse niet erg netjes.
De rest van de kast is trouwens nog een chaos.
Baby steps, baby steps.
Wat niet kan zijn
Nu ongeveer – geef of neem een (paar) uur – zou ik zijn ingecheckt in mijn hotel in Henderson, NV.
Gevlogen van Amsterdam naar Vegas.
En dan morgen rijden naar Pioneertown.
Naar mijn cabin met het hondje Rosie dat mij (en elke andere gast) altijd enthouiast tegemoet komt hollen en later op mijn vloer komt liggen maffen.
Een vriendelijke wuif en een `welcome!’ van Sachi (als altijd bezig met haar schildpadden).
Een warmer welcome van haar man Dave (meer een people person) met een hug.
Mm.
Dat laatste nu missch toch niet.
Ik mis mijn reizen.
Niet zoals de kids van 18 hun feestjes missen.
Maar omdat mij een gevoel van eindigheid bekruipt.
Lang dacht ik: mijn mei-reis gaat vooral naar Californië en in de herfst ga ik (ook) naar Arizona en New Mexico en soms Utah.
Zo doe ik het al jaren en zo blijf ik het ook doen.
Nu denk ik: hoe lang nog.
En als dit echt nog jaren duurt, waaraan ga ik dan weer iets moois ontlenen.
Want lezen en puzzelen en Netflix – best leuk.
Maar om dat nou te doen met het idee dat het nog vele jaren de invulling van mijn dagen zal zijn?
Zonder mijn dieren was ik echt helemaal niks.
Alligators
Ik kijk al vele maanden met veel plezier naar de Vet Down Under en wanneer ik vandaag wil instellen dat die ook a.s. zondag weer wordt opgenomen zie ik dat RTL5 ermee is gestopt en dat we op nul beginnen met de UK vet.
Ook leuk.
Maar die andere vet, daarover wou ik nog iets vertellen.
En nu het eigenlijk voorbij is moet het nu maar.
Ik was begin jaren zeventig met Roelof in de zuidelijke staten van Amerika.
Hun Bible Belt.
Ik zou me er waarschijnlijk meer van herinneren als ik de fotoalbums (ik heb er vele) bekeek, maar ik ben wat benauwd als het aankomt op pijnlijke herinneringen ophalen.
Wat ik me wel herinner:
We waren in denk ik Florida en daar zijn alligators.
In swamps.
We konden een vrouw inhuren die ons om 5 uur ’s ochtends door de swamps zou varen en ons de alligators zou wijzen. Dat was dus vroeg opstaan want we moesten er ook nog heen rijden.
We deden het en het was heel bijzonder.
Echt alligators in het wild. Niet in een natuurparkje.
Ik kwam erop omdat in de serie van dokter Chris Down Under ook altijd een stukje zat van een man (naam kwijt) met krokodillen (1 ervan heette Elvis).
Zodoende Roelof en ik en die vrouw en de alligators.
Mijn virtuele leven
Soms vragen mensen op Facebook of ze daar vriendje met me mogen worden.
Iha weiger ik tenzij we een vriend(in) gemeenschappelijk hebben, dan denk ik: dat zal wel goed zitten.
Gisteren gebeurde het opnieuw.
Omdat ik de gemeenschappelijke vriendin graag mag, accepteerde ik zijn verzoek.
Hij reageerde direct met een chat-boodschap.
Ik antwoordde dat ik niet chat maar dat ik me beperk tot het mensen volgen.
Hij: excuses, ik wou je niet lastig vallen.
Vijf minuten later: maar waarom wil je niet met me chatten?
Ik heb geen zin in dit gezeur en ik ontvriend hem.
Nu vólgt hij me (dat houdt in dat je een deel van de berichten nog steeds kunt zien).
Er zit niets anders op: ik blokkeer.
Facebooks (standaard)reactie: wat vervelend dat je dit is overkomen.
En toont me een lijst met de namen van iedereen die ik ooit heb geblokkeerd.
Dat zijn er nogal wat.
Ik kan ze ook weer de-blokkeren.
Ik loop de namen na.
Op sommige mensen ben ik niet meer zo woest als ik indertijd kennelijk was.
Maar de-blokkeren.
Ach.
Laat ik het maar laten zoals het is.
Shit
Orde op zaken
Er is van alles mis met mij maar er zijn twee dingen waarmee ik echt iets móet.
1) Dupuytren
2) mijn computer die steeds vaker niet opstart en nu al 2x (o.a. vanochtend) raadselachtige foutmeldingen geeft
Ik overweeg bij beide: uitstel.
Dan denk ik: bij de Handkliniek staat op de website dat ze voor een consult én een ingreep 33 dagen wachttijd hebben.
Die kan ik dus rustig bellen want daarna duurt het nog heel lang voordat ik echt iets hoef.
Het aardige meisje aan de telefoon zegt dat de dokter die ik vorige keer had er pas in oktober weer is. Dat klinkt aantrekkelijk in het kader van ‘uitstel’. Of ik een afspraak wil maken en meteen de behandeling.
Nu gaat ze weer te hard.
Ik zeg dat ik vooral wil praten over mijn opties omdat na de eerste behandeling ik kwa kromme pink al snel terug was naar *af* en intussen veel verder terug dan af.
Ik wil ook best praten met een andere dokter.
In dat geval heeft ze een gaatje voor me a.s. maandag om 9.40.
Ik schrijf het braaf op en ik krijg ook nog een email ter bevestiging.
Een verstandige vrouw had nu doorgepakt en een computerreparateur gebeld.
Ik stel uit.
Weekend
Het is weekend en dat is altijd een goed moment om na te denken over doktersbezoek.
Mijn rechter pink doet steeds meer pijn en staat ook steeds krommer.
Mijn linker pink doet ook pijn.
Ik had zelf bedacht: die naaldbehandeling werkt dus niet.
Niet voor mij in elk geval.
Maar een heuse operatie? en dan 4-6 weken mijn rechterhand niet kunnen gebruiken? dat is nogal wat.
Toch bezoek ik vandaag weer wat websites.
Ik lees: als het (weer) mis is, ga snel naar de dokter.
De echte operatie kan met een verdoving of onder narcose.
Ik wil niet.
Ik durf niet.
Ik wou dat ik Roelof nog had om dit mee te bespreken.
Ook in de tuin
‘Gewoon’
Ik ben sociaal niet zo handig wat zich op diverse manieren uit.
Zo vind ik telefoneren eng.
Ok! de dierenarts bellen! dát kan en doe ik natuurlijk als er iets met de dieren is.
Een afspraak voor mezélf maken met een dokter – dat is alweer lastiger.
Het moet bv omdat de Dupuytren pink erger krom staat dan ooit en elke zaterdag neem ik me voor: maandag bel ik.
Maar op maandag blijkt dat weer te dichtbij en stel ik uit tot het echt erg pijn gaat doen (want dat doet het nu) en op een avond denk ik nog wel eens dat ik ‘overmorgen’ ga bellen maar ik bel niet.
Toen ik opeens met lege plekken voor nieuwe kippen zat, plaatste ik een zoekding op Marktplaats zodat ik eens per dag word geïnformeerd als zich in mijn regio nieuwe kippen voordoen.
Nu héb ik intussen die twee hartstikke leuke en lieve Brahma’s.
En ik dacht dat ik de oproep had verwijderd maar vandaag krijg ik toch weer zo’n bericht.
Een van de advertenties is van een man die jonge hennen aanbiedt.
Hij zet erbij: “Niet mailen, GEWOON bellen.”
Idd: met hoofdletters.
‘Gewoon’.
Gelukkig héb ik al kippen.
Who are you… who who… who who…
Gespleten
Ik schrijf hier en ik schrijf op Facebook.
Ongeveer ‘hetzelfde’.
Maar toch ook weer niet.
Foto’s: vooral hier.
Opera: vooral daar.
Katten: overal.
Gevoelens: vooral hier.
Nieuwtjes: kan overal maar afhankelijk van wat het nieuwtje is toch ook vooral daar.
Dat lijkt een beetje raar en missch is het dat ook wel.
Ik zie bv vrouwen die ooit hier op me reageerden 100% overstappen naar FB (en daar een geweldige following opbouwen). Hier reageren ze nooit meer.
Maar zelf ben ik ook ‘raar’.
Bv.
Mijn belangrijkste gebeurtenis van gisteren was: nieuwe kippen. Maar ik was zo bezig met dat verwerken (emotioneel) en fotograferen en erover berichten (op FB) dat het er hier niet van kwam.
Is dat erg?
Nee.
Er is geen plicht om me overal volledig te uiten.
Zoals er evenmin een plicht is me overal te volgen.
Waarsch is het juist wel logisch, die gespletenheid.
Omdat het leven zo is.
Offeren
Prima column van Jean-Pierre Geelen:
over offeren.
(poging tot) Opvrolijken
Mezelf opvrolijken bedoel ik.
Contact met andere mensen – mm.
Ik ben er gewoon niet goed in.
En ik zou liegen als ik zei dat ik daar dieptreurig over was.
Het is ‘ik’.
Het gelukkigst ben ik met mijn dieren en dan vooral met Loki.
Wanneer die een hele nacht op bed ligt en een deel ervan ook nog spinnend in mijn armen, dan sta ik op met “dit is een nacht, die je normaal alleen in films ziet!”
Ik ben ook gelukkig in Amerika.
Natuurlijk niet elke dag de hele dag, maar er zijn wel veel momenten van geluk.
Ik pleeg een deel van de gemaakte foto’s te bewerken om ze hier te publiceren en zo de periode tussen terugkeer van de vorige reis en begin van de vólgende te coveren.
Dat lukt niet nu ik een jaar tussen reis 1 en reis 2 moet vullen.
Niet genoeg mooie foto’s.
Dus kijk ik een paar jaar terug.
Af en toe vind ik nog een mooie.
Maar het doet ook een beetje pijn: al die mooie foto’s van die mooie plekken.
Mooie herinneringen.
*Herinneringen*.
Voornemen: begraafplaatsen bezoeken.
Deed ik vroeger ook wel/veel.
Doe ik nu weer af en toe.
Ik ga proberen er weer lol in te krijgen.
Ook dáár in.
Poging
Poging tot missch niet geweldig leuk of interessant zijn, maar wel eerlijk.
Ik kan er steeds slechter tegen, tegen ‘Corona’.
Eerst dacht ik nog: ach, ‘normaal'(=mijn ‘normaal’) zie ik ook amper mensen dus lamaar dat gezeik over social distancing.
Toen ging mijn reis naar Amerika niet door.
In mei.
En vervielen ook drie opera-uitjes.
Leek nog steeds ok in de zin van ‘dat is het dan’.
Daarna cancelde KLM mijn Amerika-vlucht voor augustus-september.
En even dacht ik: het is niet anders.
Maar geleidelijk werd ik wild-woest.
Ging ik me ergeren aan van alles.
Dacht ik: gotallemachtig, over een paar maanden ben ik 70!
Is het leven volgend jaar nog wél leuk?!
Ik ben nooit een gezellig kletsertje.
Babbel-babbel that’s not me.
Maar opeens betrap ik me op aan-lullen tegen aardige buren.
Ik zie hun ‘wanneer kan ik met goed fatsoen wég’-blikken.
Ik denk: verdomd! ik ben dus *eenzaam*????
Op de radio hoor ik dat augustus de ‘aanwaaimaand’ wordt = lokaliseer een eenzame bejaarde en ga daar ongevraagd langs.
Om met het zielige oudje te kletsen.
Ik moet er niet aan denken! dat iemand dat bij mij in haar/zijn hoofd haalt.
Maar ik zie onder ogen dat ik eenzaam ben en aangezien ik geen ge-aanwaai wil zal ik dat dus zélf moeten oplossen.
*gelukkig werkt dit weblog weer!!!*
Terug!! terug!!!
Ik ben er weer!
Terug van geschrapt uit de virtuele wereld!
Wat mijzelf natuurlijk opviel.
En drie(!) lezeressen.
(ik heb hier geen teller op staan dus mogelijk zijn dat ál mijn lezeressen wat er niet toe doet, wie de moeite neemt me te melden dat ik wég was koester ik – het gaat mij niet om toevallige anonieme passanten)
Uiteraard ‘geklaagd’ bij mijn webmistress. Die op vakantie bleek.
En geen WiFi had (wel email).
Nog eens geklaagd en gezeurd en me heel erg gerealiseerd dat als je (=ik) verder geen sociaal leven hebt, zo’n stom weblog een soort basis in je bestaan kan zijn.
Tien minuten geleden nog: bagger.
En nu: terug! ik ga proberen het waar te maken.
Léuk en interessant te zijn.
Yeah! yeah! yeah!
In de sloot achter het huis
Vriendschapsverdriet
Laatst las ik over ‘vriendschapsverdriet’- een soort liefdesverdriet maar dan om het verlies van een vriend(in).
Ik vond het fijn dat het gevoel was erkend.
Ik kan het ook ‘plaatsen’ mbt een aantal verloren vriendinnen (m/v).
Niet met allemaal.
Met sommige denk ik iets dat in goed Amerikaans neerkomt op ‘good riddance’.
Mbt andere voel ik niet eens zoveel.
Mbt wéér andere denk ik: het was geweldig zolang het duurde en toen werd het toxic dus wijs dat er een einde aan kwam.
Er zijn er een paar van wie ik denk: zou die nog wel eens aan mij terugdenken met niet alleen maar een negatief gevoel maar ook goede herinneringen?
Maar de enkele keer dat ik dat vroeg kreeg ik een virtuele klap in het gezicht dus ik ben gestopt met vragen.