Veel dat in mijn vermiste pakket zit is onvervangbaar.
Niet in de zin dat het unieke waarde heeft maar dat ik het opnieuw moet aanschaffen.
Zoals mijn Amerikaans mobieltje en mijn eierkoker voor de magnetron. En de Arizona Sun zonnebrandcrème enzo.
Wat ik wel kan doen, bedenk ik vandaag, is de 25 cd’s waar ik niet langer dan een week zónder kan vooruit sturen naar de volgende plaats na Yuma. Dat is Kingman. Maar dan moet ik wel zeker zijn dat ik daar terecht kan, wat betekent: opbellen.
Ik haat opbellen. Met mensen anders dan R., met instanties. En al helemaal als die een andere taal spreken zelfs al is dat Engels.
Maar drie uur zal het moment zijn. Dan is het daar zes uur en is de ochtendploeg net gearriveerd maar zijn er nog niet veel uit-checkende gasten.
Ik draai het nummer en ben zo in verwarring dat ik denk dat het over een paar weken september is maar het is echt april en ik heb voor alle zekerheid het nummer van mijn favoriete kamer genoteerd.
“Dis is Zjienie Doemen, I’d laik toe meek a rezerveetion.” “Hi Jeannie, let me get your record, when would you like to come.” Etc.
Zodat ik er ook nog een oprecht “I’m looking forward to seeing you again” uit krijg en Miss Pat me verzekert dat iedereen in de Best Western in Kingman de nachten zal aftellen tot ik er weer ben.
Morgen de cd’s verzenden en hopen dat ik met dit pakje meer geluk heb.