Bezoekende oppassers
Als ik ergens zou willen oppassen, zou ik me uitputten in waarom juist deze plek me helemaal te gek lijkt (en dat ik nog nooit zulke leuke dieren heb gezien).
Veel potentiële oppassers sturen een kort bericht met ‘ik heb wel interesse, kijk eens op mijn profiel’.
Wat ik dan doe maar eerlijk gezegd: dat is niet de weg naar mijn (oppas)hart.
Ik vermoed (maar dat is ook maar een gok) dat die mensen veel adressen aanschrijven vanuit een ‘niet geschoten is altijd mis’ en dat het ze eigenlijk niet veel interesseert waar ze terecht komen.
Mogelijk staat mijn adres zelfs ergens onderaan hun wenslijstje – voor als huizen die ze aantrekkelijker vinden niet doorgaan.
Gisteren raakte ik in contact met iemand die me wel wat leek. Ik stuurde haar vandaag nog een bericht maar kreeg (nog?) geen reactie.
Ook schreef ik zelf iemand aan – die na 24 uur nog niet heeft gereageerd dus óf ze vindt mijn huis+dieren helemaal niks of ze leest haar mail niet.
Wat haat ik dit!
Wishing and hoping
Ik heb een aantal reacties op mijn advertentie voor een oppas.
De ‘klik’ voel ik nog niet.
Mijn maag is verknoopt.
Ik dacht: was Roelof er maar om dit mee te bespreken.
Maar als Roelof er nog wás had ik helemaal geen vreemde oppas nodig.
Shit
Ik hád een house sitter die in mei zou terugkomen.
En toen missch niet.
En toen weer wel.
En toen niet.
En eergisteren zeker wél.
En nu weer niet.
Zodat ik net mijn advertentie op Housesitters heb gereactiveerd.
Waarna het nu afwachten is.
En – zeg ik streng tegen mezelf: niet te gretig háppen wanneer iem zich opwerpt.
Want ik heb een mooi huis op een mooie plek met geweldige dieren te bieden.
Daar mag om geworven worden.
Voornemens
Aan échte voornemens doe ik niet.
Wel bedacht ik laatst dat ik wel erg hard door mijn geld heen ga.
Dat komt ook omdat het beste nog niet goed genoeg is voor mijn dieren.
Maar voor mezelf raak ik ook in verleiding.
Niet in het groot.
Geen nieuwe smartphone terwijl ik dat ding amper gebruik.
Steeds minder opera mini trips.
Bij Zalando ben ik geen vaste laarsjes-klant.
Wél ben ik al maanden op zoek naar een prettig gezichtsmeersel.
Daarvan schaf ik om de juiste te vinden dus te veel aan.
En (ik geef het toe) ik wil nog wel eens een t-shirtje kopen.
Bij de Hema. Bij Bonprix.
Goedkoop dus.
Zo verkoop ik het ook aan mezelf. Dat het om zéér betaalbare kleren gaat.
Rond het tientje per stuk.
Maar het telt wel op.
Idioot veel en duur wordt het niet.
Ik shop ook niet elke week tot ik drop.
Maar ik voel wel vaak de verleiding.
En van elke tien Euro die ik eigenlijk zinloos uitgeef, had ik iets anders (mogelijk leukers) kunnen doen.
Het is deels de schuld van Facebook dat me advertenties laat zien van leuke shirts met een kat erop.
Bijna bestel ik die. Tot gelukkig net op tijd tot me doordringt dat het wel leuke shirts zijn, maar dat ik die nimmer nooit ga dragen.
Facebook ziet me foto’s van Loki posten – zodoende.
Mezelf beschermen tegen andere verkopers kan door me af te melden van al die nieuwsbrieven die me lokken met giga korting, gratis verzending (alleen NU), 2 voor de prijs van 1 (uiteraard ook: alleen NU).
Elke nieuwsbrief die nu nog binnenkomt wordt *niet* meer gelezen.
Er wordt alleen met fijngeknepen oogjes gezocht naar het altijd moeilijk vindbare ‘Afmelden’.
Klik!
Via Facebook
… “en je weet wat ik zeggen wil”
Vandaag schijnt de dag te zijn dat ‘we’ elkaar ‘gelukkig nieuwjaar’ toeroepen.
En ‘de beste wensen’.
Wanneer je zoals ik op Facebook zit met enkele honderden ‘vrienden’ scroll je je een ongeluk op zoek naar een gewoon bericht omdat je verzuipt in alle wensen.
Ik begrijp nooit wat die toevoegen.
Zomaar in het wilde een oneindig aantal mensen van alles wensen.
Waarop die mensen dan weer in de commentjes ‘jij ook!’ oid zetten.
Ooit, in een conference, maakte Wim Kan daar een opmerking over.
Hij voegde aan dat “de beste wensen” toe “en je weet wat ik zeggen wil” en als ik me goed herinner opperde hij ook nog dat het raar is om die wensen alleen op deze dag (erger: de eerste 6 dagen van januari) aan elkaar te doen toekomen.
Waarom niet op een andere dag in het jaar?
Ik doe er niet aan mee.
Ik wens niet en ik ‘jij ook’-niet.
Áls ik al wat zeggen wil is dat ik hoop dat ik goed blijf kunnen opschieten met die paar mensen met wie ik nu goed kan opschieten.
Nieuwe vrienden? ach – ik heb geen illusies.
Ik hoop vooral dat het met mijn dieren goed zal (blijven) gaan.
Dat de konijntjes elkaar lief vinden resp tolereren (het is niet in elke ren een paradijs), dat de kipjes gelukkig zijn.
Dat Loki blijft voelen hoeveel ik van hem houd en dat hij af en toe komt knuffelen.
Mijn diertjes ‘weten wat ik zeggen wil’.
Knallend het jaar uit (en dan morgen nog doorgaan)
Ik kén ze niet, de mensen die dol zijn op vuurwerk.
Ik ken juist mensen die er de pest aan hebben en wier hart breekt wanneer ze zien wat dat knallen en flitsen met hun dieren doet.
Maar ze zijn er en het ene jaar zijn het er hier in de buurt meer dan het andere jaar en nu is het echt hommeles.
Vandaag overdag was het vooral knallen en dat deed Loki niet zoveel.
Nu gaan er flitsende kleuren af (en ook nog steeds knallen) en mijn kleine man die eerst zo stoer was ligt nu op de kamervloer in een hoek.
Gewoonlijk sluit ik de luikjes af om een uur of tien en zet dan de kattenbak (die hij normaal niet gebruikt) in de keuken.
Nu heb ik dat tweeëneenhalf uur vervroegd.
Mijn eigen ‘even een uurtje dutten’ is ook geschrapt.
Verloren
Vandaag dacht ik toevallig aan al diegenen die me zijn ontvallen.
Niet door de dood – dat spreekt voor zich, tegen de dood valt niet te vechten.
Ik heb het over de vriendinnen (m/v).
Deels verdwenen ze door ‘natuurlijke’ oorzaken.
De jeugdvriendin met wie ik als kind speelde die omdat ze een paar maanden ouder was een jaar eerder naar de Grote School ging en daar nieuwe vriendinnen maakte.
De lagere-school-vriendin met wie ik nog wel in de brugkklas van de middelbare school zat maar daarna ging zij naar de MMS en ik naar het Gymnasium.
Ná de middelbare school vloog iedereen alle kanten op.
Later was er de boezemvriendin die een vriend kreeg die de pest had aan mij en ja… dan weet je het wel: exit Jeanne.
Andere boezemvriendin van wie ik nog steeds niet weet waarom ze me eigenlijk heeft laten vallen. Ik denk dat ze me niet leuk genoeg meer vond.
‘Vrienden’ ontvielen me deels omdat ik het grachtengordel-wereldje waarin ik ze had leren kennen was ontgroeid en contact houden daarbúiten niet lukte.
Of ze waren vrienden via mijn echtgenoot en zoals dat dan gaat: man dood, vrienden verlaten het zinkende schip (mij).
Nieuwe vriendinnen maak ik niet gemakkelijk.
Ik probeer het wel. Soms lukt het even.
Maar dan gaat het mis.
Geleidelijk mis (elkaar zien/schrijven komt er niet meer van) of met een harde klap mis.
Ik denk dat dat ‘het leven’ is.
Mijn leven is het in ieder geval.
Vanuit mijn tuin gezien (nu)
Van de overkant
Mijn overburen zijn allebei kok.
Zij maakt prachtige taarten, hij doet de rest (kan het niet goed omschrijven).
De taart kreeg ik als verrassing een paar dagen geleden.
Met de tapas kwamen ze net aanzetten.
Alles is even heerlijk.
Het adres is Salt Sugar and Taste in Grootschermer.
Tot hoever ze van ‘huis’ leveren weet ik niet.
Penelope
Er is een huis in Blythe, CA waar ik een keer bij toeval verbleef omdat het lag tussen twee plekken waar ik zijn wou.
Later ging ik er met opzet heen, elke reis, ook al moest ik ervoor afwijken van mijn route.
Het is een mooi huis en ze hebben er kippen en kalkoenen en geiten die vaak kleintjes hebben (arme vrouw-geit).
De laatste keer dacht ik: dit is idd de laatste keer.
Ik heb het nu wel gezien.
Toen was er opeens een kalkoen die vriendjes met me wilde worden.
Ze keek me indringend aan toen ik buiten zat.
En de volgende ochtend toen ik wakker werd, stond ze bij het raam naar binnen te kijken.
Ik mailde de eigenaar over de kalkoen. Dat ik haar zo leuk vond en ze hinkte een beetje, wat was er met haar en had ze een naam.
Ze heette Penelope, ze hinkte omdat ze ooit haar pootje had gebroken en dat was niet goed geheeld. Ze was de enige kalkoen met een naam.
Ik dacht: nu moet ik dus voortaan terug gaan voor Penelope.
Toch ga ik niet in het voorjaar.
Het kwam echt niet uit.
Voor het najaar staat Penelope voorlopig nog wel ingepland.
Mooi
Uiterlijk
Ik bezoek de kapper wanneer mijn haar té erg begint te pieken.
En sinds de kapper ook wenkbrauwen verft, doe ik dat soms óók.
Omdat de wenkbrauwen niet per se hartstikke grijs worden maar een paar maanden na zo’n verfbeurt verliezen ze wel wat kleur.
Zondag was ik naar een concert.
Om wat op te tutten zocht ik een leuke trui uit de voorraad (die moeite had ik me kunnen besparen, het was stervenskoud in het concertzaaltje dus iedereen hield de jas aan en de sjaal om).
Ook liet ik zaterdag bij de kapper de wenkbrauwen verven. Die ogen dan een paar dagen gotisch zwart maar niet dit keer want de kapster had wat grafiet door het bruin gedaan omdat dat, zei ze, beter bij mijn haar paste.
Gevolg: de volgende dag was het meeste bruin alweer bleekbruin geworden.
Een andere reden van dit bezoek alleen voor de wekbrauwen was dat ik eigenlijk geen idee had hoeveel dat kostte. Ik laat het immers altijd tegelijk met knippen doen, en dan krijg je een totaalbedrag.
Nu weet ik het. Het kost € 15.
Wat waarschijnlijk een gangbaar bedrag is hiervoor maar ik vind het duur.
Zodat ik me voorneem toch nog maar eens met een wenkbrauwenpotlood te oefenen als ik een accent wil aanbrengen.
Of anders gewoon laten zoals het is.
Aan de wimpers doe ik immers ook niets.
Doggy
Fotograferen
Ik neem graag foto’s en omdat ik wil leren het beter te doen, kocht ik deze week twee boeken van Laura Vink: Reisfotografie en Iedereen fotoSMART.
Het laatste boek begint met een hoofdstuk over ISO en mij overvalt direct het wiskundegevoel.
Ik snap het niet!
Scherptediepte dan.
Dat begrijp ik beter maar ik kan er niet zoveel mee, omdat ik een compactcamera heb.
Het reizen-boek lijkt me meer geschikt voor mij maar dat is groot en loeizwaar (denk ‘koffietafel’) zodat ook dat op de denkbeeldige stapel ‘voor later’ belandt.
Toevallig krijg ik tegelijk via de nieuwsbrief van Desert USA tips voor het maken van woestijnfoto’s.
Met deze tips kan ik ook niet veel.
Maar 1 ding haal ik eruit: zorg dat je altijd je camera bij de hand hebt.
Dat zegt Laura Vink trouwens ook. Zoals ze ook zegt (in haar nieuwsbrief die ik laatst kreeg): zorg dat de batterij vol is, neem een reservebatterij mee, heb genoeg geheugenkaartjes.
Juiste moment en juiste plaats
Verder benadrukt ze dat veel neerkomt op: ben op het juiste moment op de juiste plaats. Wat je (deels) kunt sturen.
Ik hang weer wat rond op haar website die echt fantastisch is. Met veel práktische tips.
Bijvoorbeeld: wanneer je op een nieuwe plek bent, kijk wat er op ansichten staat. En hoe die foto’s zijn genomen. Niet per se om het allemaal na te doen – ook van foto’s die té zijn kun je leren.
Uit de woestijntips sprak me die het meest aan over het fotograferen van wilde dieren.
Why do some animals trust us?
I wish we had a definitive answer. Some explanations that come to mind include:
Body language? There may be something in the human and animal subconscious that can recognize intentions through interpretations of subtle body movements and attitudes. We have never attempted to capture an animal, and are content to let any encounter be conducted on the animal’s terms. It may be that some of them can sense our good intentions.
We have all heard the old saying: “Animals can smell fear.” Perhaps they can also smell affection. If the study of pheromones is extended to humans, we may discover that we emit scents that signal our intentions.
Intussen zit ik weer te lezen op de website van Laura Vink.
Misschien had ik het daarbij moeten laten.
Haar foto’s en uitleg daarbij inspireren me meer dan de technische informatie die toch grotendeels langs me heen gaat.
Weird
Moab, Utah was de uitvalsbasis voor de reizen van Lodewijk en mij.
Het begon toevallig.
We reden er rond en namen gas terug toen we een appartementencomplexje in het oog kregen.
Madeleine, de eigenares, was er net in de tuin aan het werken en liep op ons af: wilden we misschien even binnen kijken.
De rest ‘is geschiedenis’ want we huurden een appartement en later een huis dat haar en haar man Hans toebehoorde en we kwamen terug en terug en terug.
Een paar jaar geleden ging ik bij ze langs.
Een bezoekje van een uur.
Omdat ik een gedragsgestoord type ben dat na dat uur de zenuwen krijgt van gezelschap.
Ruim twee jaar geleden een mail: Hans is dood.
Daarna schreef ik een briefje ‘ik ben binnenkort in Amerika, zal ik langs komen’ maar ik postte het niet.
Deze week plaatste ik ook op Facebook de foto van Lodewijk die ik hieronder plaatste.
‘Hans’ reageerde met ‘ik herinner me jullie nog goed’.
Ik zette daar weer onder: “is that you, Madeleine” en een dag later stuurde ik een bericht per messenger: ik ga in het najaar naar New Mexico maar als je het leuk vindt mij te zien, verander ik mijn plannnen.
Dat is nu 4 dagen geleden: niets.
Wel zie ik dat het bericht is gelezen (dan zet FB er een vinkje bij).
Ik neem dus aan dat Madeleine – als zij het was die reageerde – me niet wil zien.
Nacht
Het was weer zo’n nacht.
Ik ging naar bed om 11 uur, ik lag nog wakker om 2 uur en toen werd het tijd om te gaan piekeren.
Kennelijk had mijn ziel geen zin in de echt belangrijke problemen, dus viel de focus op mijn komende reis.
Mijn eerste rental ná Pioneertown is een mooi huis met gebrekkige WiFi en dvd’s die je op een muur kunt projecteren (mm…). Voordat ik huurde, stelde ik dus vragen. Mn over hoe het zit met de wildlife.
Dat was er. ’s Ochtends vroeg hertjes.
En de hele dag vogels als de birdbath gevuld was en de hummingbird feeder was opgehangen.
Logische vervolgvraag: wordt ervoor gezorgd dat vogelbadje vol is en dat de hummingbird feeder hangt?
Antw: ik zal zorgen dat het badje vol is. Niks over de kolibri’s maar ik dan aan dat ze dat óók bedoelde dus reserveerde ik.
De reservering wordt bevestigd en ik krijg een stapel papier (bij wijze van spreken) met wat al-le-maal niet mag. Zoals: vogelvoer strooien. Want daar komen eekhoorns op af. En eekhoorns, die zijn ongedierte.
Dat is een tegenvaller want dit beperkt mijn kans om vogels te fotograferen. En natuurlijk ook eekhoorns.
Overigens: ik vraag altijd vantevoren of ik mag voeren. Ik ben alleen niet gewend dat bij de eerste instructies al zeer kattig geformuleerd staat dat dat niet mag.
Ook in de instructies: je kunt een hummingbird feeder ophangen. Ik? ik had toch al uitgelegd dat ik daar slechte ervaringen mee heb: feeder ging lekken, feeder viel op de grond.
Dus: hang dat ding alsjeblieft voor me op.
Daar moest ik haar later nog eens aan herinneren want ze moest het de schoonmakers vragen en dit hoorde niet tot hun takenpakket.
Maal-maal-maal.
Pieker-pieker-pieker.
Senior moment
Ik bewaar mijn sleutels in een vast plekje in mijn handtas.
Ik heb (vraag me niet waarom) een routine ontwikkeld waarbij wanneer ik met de tas naar beneden loop, ik de sleutels er al uit heb gehaald.
Meestal leg ik ze dan ergens neer (op de eettafel, op een bijzettafeltje, op het aanrecht) en even heb ik een ‘waar zijn ze nou?’-moment maar dan valt mijn oog erop.
Niet vandaag.
Dus kijk ik goed en nog een keer goed en béter maar: geen sleutels.
Terug naar boven. Niets.
Naar de schuur dan, want daar liep ik ook even binnen om de kippen wat graan toe te werpen.
Nog steeds niets.
Jaszak gecontroleerd. Tas een paar keer gecontroleerd.
Geen sleutels.
Fast forward bijna een uur later(!) waarin ik alles nog tig keer heb gedaan en ook in kamers heb gezocht waar ik helemaal niet tussen werkkamer en beneden was geweest.
Dan de allerlaatste keer tegen beter weten in nog eens in mijn tas gekeken.
En jawel.
Ergens opzij waar ik niet eens wist dat een klein gleufje was: de sleutels.
Opluchting.
Maar toch meer: waarom ben ik ook zo’n sloddervos die al járen boven de sleutels uit de tas haalt en eraan gewend is dat ze dan beneden even ‘zoek’ zijn.