Edita in Lucia’s waanzinaria vorige week woensdag in Praag
https://youtu.be/s-b4UDVPZow
Aarzeling
Gisteren vroeg ik ook aan mijn huisarts: wat als ik niks doe.
Hoe lang leef ik dan nog een beetje ‘leuk’ – en half jaar?
Maar hij kan en/of durft niks te zeggen en dat geldt voor iedereen wat ik snap dus weet ik het ook niet meer en er zijn nog momenten dat ik denk ‘ik klem nu Loki onder de arm en we reizen af naar de woestijn van Californië’ (uiteraard na achterlating briefje en voer en geld voor de andere dieren).
Maar dan denk ik weer: stel dat ik na 1 operatie toch zo’n beetje genezen ben.
Alleen: niemand garandeert dat.
Evenmin als iemand garandeert dat ik zónder operatie nog een half jaar leuk kan leven.
Er is gewoon geen enkele garantie.
Het enige dat ik zeker weet is dat de operatie major surgery is waarbij ik dood kan gaan (kleine kans maar er *is* kans!) o.a. ‘gezien mijn leeftijd’ zegt gisteren nog mijn huisarts terwijl ik idioot denk dat ik helemaal niet oud ben.
En indien ik overleef 2 maanden om en nabij totaal ellendig in de lappenmand en dat kan ook een half jaar of een jaar zijn want – je verwacht het niet – maar ook dáárover is niets te voorspellen.
Helaas is daar dan geen gesprek meer over mogelijk want hij heeft me al 2x via ‘sterkte’ duidelijk gemaakt dat het gesprek/consult is beëindigd = jasje aan en wegwezen.
Niet-te-geloven
Soms probeer ik me te herinneren hoe het ook weer is gegaan.
In amper vier weken.
Hoe ik van ‘iets raars op de echo’ ben gekomen tot: ‘hoogstwaarschijnlijk eierstokkanker en dan eierstokken en baarmoeder en milt en vetschort en nog zo het 1 en ander eruit in een operatie van 3-4 uur waarná ik hoor wat er verder nog moet gebeuren bv chemo’.
Achteraf denk ik dat ik het eerst niet bevatte.
Ik schrok wel, maar ik beleefde ook nog een hoop vrolijke momenten.
Soms leek ik het onheil zelfs even te vergeten.
De laatste dagen word ik steeds verdrietiger.
‘Is dit het nou?!’ denk ik. Mijn leven.
En ook: ‘Kan ik nog terug?’
Kan ik nog zeggen ‘nee, laat maar, ik neem mijn kansen die laatste paar maanden die ik waarschijnlijk nog heb. Ik wil *niet* een operatie waarna ik maanden moeizaam herstel met een perspectief dat nog steeds gruwelijk kan zijn.’
Waarschijnlijk heb ik het daarvoor al te ver laten komen, met alle onderzoeken.
Intussen zijn er veel aardige mensen en veel mensen die me mijden (dat maakte ik mee tijdens het concert in Praag, snel wegkijken terwijl we elkaar wel degelijk kennen).
En er zijn (te) veel mensen met dooddoeners die neerkomen op “het komt vast goed” waarbij ik me moet inhouden om niet terug te reageren met: hoe weet jij dat nou? sta jij in direct contact met de kankerduivel?!
Net krijg ik een mail die me tegen het plafond drijft.
Iemand raadt me aan contact op te nemen met X want die is van de kanker afgekomen door veel te luisteren naar Edita Gruberova.
Zou Edita misschien de kankerduivel *zijn* die als ik haar maar voldoende beluister de valse cellen mijn lijf uitjaagt?
Geen ‘heer’
Vooropgesteld: ik hecht er niet aan dat een man een ‘heer’ is en zelf ben ik geen dame.
Maar twee dagen geleden was ik toevallig op stap (lees: woonde ik toevallig hetzelfde concert bij) met een man die via mij aan de plaats naast de mijne was gekomen.
We gingen samen eten (in een soort bierhuis) en we bestelden twee borden met van alles die allebei op zijn helft belandden net als de friet en het brood stond zover weg dat ik het niet eens kon bereiken.
Nu had ik ook geen geweldige honger dus.. ok.
Achteraf had het een veeg teken moeten zijn.
Toen hij zag waar de stoelen waren, was hij helemaal opgetogen – fijn.
Toen de diva haar eerste aria had gezongen overstemde hij het hele publiek met lofprijzingen en eerst vond ik dat enthousiasme nog wel aardig maar geleidelijk werd het me wat véél.
Helemaal toen hij bij een verandering van jurk “Bella! Bellissima!” ging jubelen.
Sorry, maar hij kan nog zo uit een warmbloedig continent (Z-Amerika) komen, maar dit was over de top.
Intussen had hij voor elkaar dat zodra hij de diva toeschreeuwde, ze naar hem keek.
Was ook moeilijk te vermijden, denk ik (geen idee of ZIJ het leuk vond of overdreven).
Na de voorstelling was er een handtekeningensessie.
Ik had de papiertjes van de garderobe, hij wou die hebben, zou de jassen halen en daar op me wachten.
Daar was-ie niet.
Ik doorzoek mm het gebouw, blijkt-ie al in de rij te staan (en blijkt-ie naderhand naar me te hebben gemaild(!) dat hij daar staat en “waar ben je nou?”).
Hij positioneert zich voor de diva, vraagt om 10+ handtekeningen, ik maak goede (!) foto’s, dan wil hij ook nog met haar poseren.
Ik sluit braaf weer achterin de rij aan met mijn kadootje (postzegels) en wanneer het mijn beurt is overhandig ik die met een korte tekst en hij maakt een paar flutfoto’s en dit is het moment waar een *heer* die weet hoe verlegen ik ben zou zeggen ‘poseer even met haar’ oid wat ik vermoedelijk zou weigeren maar HIJ neemt mijn plaats in en gaat weer enthousiast HAAR fotograferen!
Bij het afscheid voor de deur omhelst hij me hartelijk en bedankt me want HIJ heeft een geweldige avond gehad!
Daarna stuur ik hem de prima door mij gemaakte foto’s en hij stuurt mij de door hem gemaakte flutfoto’s met een aandringmail: heb je ze ontvangen? bevestigen svp.
Ik beloof de volgende dag alles wat ik verder heb te sturen en hij belooft dat ook en dat was het dan.
Tot nu.
Hoewel ik ook nog heb beloofd (in het begin van de avond, voordat ik zijn true colours had gezien) dat hij een kaartje voor Edita’s Norma in februari kon krijgen.
Ik hoop niets meer van hem te horen.
En anders ga ik mijn belofte niet houden.
Ik zie nog wel hoe ik me daar onderuit werk.
Edita Gruberova met haar dirigent Peter Valentovic
This may be the last time
Ik was op wat voorlopig mijn laatste mini trip is.
Als ik snel doodga is het helemáál mijn laatste mini trip maar zonnig typje dat ik ben ga ik daar niet van uit en houd ik me aan de ‘gewone’ prognoses van de medische stand: bij een operatie als de ‘mijne’ ben je 6 weken totaal gevloerd.
Gegarandeed.
Kan ook een half jaar of wel een jaar zijn.
Maar in elk geval zes weken.
Vanaf uit het ziekenhuis ontslagen dus.
Ik heb een mini trip zelden zo gewaardeerd.
Ook al vind ik Praag niet geweldig, was het koud, ben ik alwéér 4x minstens verdwaald zodat ik echt alleen op mini trip was om Edita Gruberova te zien.
Ze was geweldig.
Ik neem me voor dat als ik in staat blijf mini trips te doen (fysiek, bedoel ik), ik ze meer ga waarderen.
Niet meer zeuren over wachten op luchthavens! tegenvallende hotels! en soms zelfs: tegenvallende optredens!
MRI-scan
Vandaag is de MRI-scan.
Ik wóu dat ik kon zeggen: het laatste onderzoek.
Maar langzamerhand weet ik beter. Er komt altijd nóg wel iets.
Ik ging erheen enigszins gerustgesteld door Jolanda’s tekst hieronder:
“Ik heb in oktober een MRI gehad in het AMC, ik had een eyepad op mn ogen, radio aan en viel in slaap….”
Als dát niet relaxed klonk!
Dus leverde ik een cd van Joni Mitchell in en zei dat ik die graag wou beluisteren.
Maar dat mocht niet.
Want ik zou steeds bevelen krijgen en die moest ik kunnen horen.
En inderdaad: het apparaat zélf maakt al gruwelijke geluiden, deels ritmisch, deels onverwacht, deels hoog, deels laag, deels traag, deels heel snel.
Maar daar tussendoor komen de ‘nu inademen en adem vasthouden’-bevelen en vlák voordat ik dacht te stikken kwam dan ‘u mag weer gewoon ademen’ en een paar seconden later opnieuw.
Lijkt me heerlijk om daarbij lekker in slaap te kunnen vallen maar mij lukte het niet en eerlijk gezegd denk ik dat het in mijn geval ook niet de bedoeling was.
De zorg en de mondige patiënt
Er zijn momenten (vorige week donderdag bv) dat ik kapot ben en niks in de melk te brokkelen heb en met trillende lipjes prevel dat ik alleen nog maar naar huis wil.
Intussen is er 1 onderwerp waarbij ik op mijn strepen ga staan: het prikken.
Vandaag heb ik de MRI-scan.
Ik heb vantevoren gevraagd of er vloeistof wordt toegediend.
Nee hoor.
Ik meld me aan het loket: er wordt vloeistof toegediend en of ik nu vast even toestemming wil geven zodat ze de scan er niet voor hoeven onderbreken.
Ho ho! zeg ik.
Dan moet ik wél eerst bij anesthesie geprikt. Want toen ik hier laatst was voor de CT-scan werd het een bloedbad en is me beloofd dat ik voortaan door anesthesie zou worden geprikt. Zouden ze in mijn dossier zetten. Nee, niet voor de gynaecoloog! Maar als ik nog een keer op radiologie Alkmaar kwam, stond het er.
Bij de laborante: er staat niks.
En: dat had ik dan vantevoren moeten opgeven, dat ik lastig te prikken was etc.
Ik word nu niet boos maar plaats me wel nog wat steviger op mijn strepen en zeg dat mij is beloofd door haar collega dat het in mijn dossier zou komen te staan. Daar mocht ik toch op vertrouwen?!
Intussen is duidelijk dat deze patiënt alleen nog maar door anesthesie in zich laat prikken dus vooruit dan maar en volgende keer mag ik daar direct naartoe als zij een formulier invult dat ik daartoe kan meenemen.
Wanneer ik later dat formulier bekijk vind ik het zéér onduidelijk ‘ingevuld’.
Ik kan me eerlijk gezegd niet voorstellen dat hier de magische formule op staat vermeld – maar dat is zorg voor later.
Vooral verbaas ik me intussen over deze kleine dingen die fout gaan en waar ik – nu nog mondig – nog zelf bovenop kan zitten.
Wat zal er een hoop verder mis gaan.
Denk ik dan.
Hopelijk ben ik zelf dan nog steeds mondig.
Maar zijn al die andere patiënten dat ook?
En waarom zijn die zorgenden zo gotvergeten slordig? Is dat nou echt alleen ‘werkdruk’?
FYI
Tranen trekken
Ik heb een begeleidend verpleegkundige.
Daar vertelde ik al eens over.
Hártstikke aardig en ze heeft zéér met me te doen.
Omdat ik niemand had om mee te nemen afgelopen donderdag.
Echt niet?! Nee.
Na het gesprek met de gynaecologen (twee uur! met praten en in me porren en zij met elkaar pratend terwijl HIJ in me porde met een fietspomp en ik niks snapte) liep ze met me naar de anesthesist en begon er weer over hoe zielig ik was dat ik alleen was en ja hoor, daar kwamen de tranen en dus omknelde ze me: dan zou zij er wel voor me zijn!
Goed bedoeld! ik weet het! maar ik verstar en denk laat me los en zodra het enigszins kan trek ik me terug.
Later bij het gesprek na alles waarna mammogram óók nog zal volgen en ik alleen maar fluister “ik wil naar huis” begint zij WEER over hoe moeilijk het voor me moet zijn en ja, trillend lipje, tranen in mijn ogen, kan niet meer zakelijk praten.
Gooi het er maar uit! zegt ze. Is goed voor je! Je moet het kwijt!
Nee, zeg ik (trillend – wat het niet echt sterk maakt).
Zo wérkt dat niet voor mij.
Jawél, houdt zij vol. Het moet écht.
En ze gaat naast me staan en houdt mijn hand vast en reikt me tissues aan en ik herken goede bedoelingen wanneer ik die zie maar ik wil echt alleen maar met rust worden gelaten.
Ben ik nou gek?
Later google ik hierop en ik blijk idd gek te zijn.
De meeste mensen janken er lustig een eind op los en voelen zich dan beter.
Ik niet.
Maar er zal nog een hoop aan mijn tranen worden getrokken wanneer straks tijdens de operatie blijkt dat ik idd kanker heb wat ik zal moeten verwerken door een goed gesprek met het personeel.
Stemming
Amper een maand nadat R. dood was kreeg ik te horen dat ik iets raars had bij mijn baarmoeder.
Een week later bleken het de eierstokken te zijn en voor ik het goed en wel wist was ik beland in een medische molen die maalt en maalt en maalt.
Ik krijg telefoontjes of een al ingevulde afsprakenkaart met waar ik wanneer moet zijn voor wát.
Alleen de mini trip deze week naar Praag heb ik weten te verdedigen ondanks een koel “maar hebt u dan geen annuleringsverzekering?” van de eerste gynaecoloog.
Deze mini trip heb ik dus verdedigd met “nog 1x iets leuks doen” maar eerlijk gezegd is het verheugen intussen ook ver weg.
Wat er gebeurt wordt al weken voor me bepaald.
Dacht ik eerst nog: als het kanker is, dan zeg ik ‘lamaar, ik geniet nog een jaar? een half jaar? van het leven zoals ik het nu héb en dat was het dan’.
Nu ben ik door die maalstroom beland in een planning voor een operatie (voor kerst!) en als er kanker wordt gevonden wordt ongeveer alles uit mijn buik verwijderd en ik gelóóf dat ik daarop ‘doe maar’ heb gezegd en alleen ben gaan sputteren bij ‘stoma’ waar zij overigens niet over begonnen maar waarover ik zelf had gelezen.
Van ‘ik heb best een fijn leven gehad, althans delen ervan waren fijn, het is genoeg zo’ ben ik beland in blinde paniek.
Heel soms denk ik: en wat als ik NU nog zou besluiten het niet te doen.
In theorie moet dat toch kunnen.
Maar ik heb het gevoel dat alle besluiten me zijn ontnomen.
Geen multi-tasker
Ik probeer te verwerken wat er met me gaat gebeuren (vermoedelijk kanker en dan een heel ingrijpende operatie die 3-4 uur gaat duren etc).
Welke boeken op mijn kindle te zetten lijkt intussen een zorgje van niks.
Ik moet een cd uitzoeken voor wanneer ik dinsdag een mri-scan onderga = een half uur in een nare koker die herrie maakt.
Klassiek? zo ja welke?
Of een singer-songwriter van ‘vroeger’.
Ik probeer er een paar uit – niets bevalt.
Dan moet ik ook nog de spullen klaar leggen voor wat voorlopig(?) mijn laatste mini trip zal zijn.
Zoveel tegelijk.
Ik ben er nooit goed in en nu al helemaal niet.
Uitgetikt
Vanochtend heb ik de opnames van de gesprekken met de gynaecoloog en de anesthesist uitgetikt.
Erna overviel me dezelfde paniek als in het ziekenhuis.
De hopeloosheid.
Ik móet wel die operatie ondergaan (lijkt het) maar wat een ramp zal dat worden nog afgezien van alle mogelijke complicaties tijdens en na waarover ik staccato door beide artsen ben geïnformeerd.
Ik heb chocola gegeten.
En daarna op de lijst gekeken of dat goed was.
Chocola wordt niet met zoveel woorden genoemd, alleen in combinatie met ‘melk’.
Maar onder ‘suiker’ valt het allicht.
De Lastmeter
Voor of na (ben dat even kwijt) de Eiwitinstructies wordt mij ‘De Lastmeter van het Integraal Kankercentrum Amsterdam’ onder de neus geduwd.
Links staat de ’thermometer’, rechts mag ik invullen hoe het is met mijn Praktische problemen, mijn sociale problemen, mijn emotionele problemen en wie weet zit me iets dwars mbt de zin van het leven.
Op de achterkant kan ik nog prijs geven wat er lichamelijk met me mis is (behalve gewoon ‘kanker’.
Dan: Zou u met een deskundige willen praten over uw problemen?
ja – misschien – nee
De deskundige zou een maatschappelijk werker zijn.
Voor een verse blik.
Wanneer de verpleegkundige mijn grote schrikogen ziet zegt ze dat het niet hóeft en dat ik er over kan nadenken.
O got – sufkoppen!!
Wanneer ik word gebeld voor mijn eerste afspraak bij het AMC vraagt de verpleegkundige of mijn telefoonnummer nog… is.
Ik denk ‘hoe komen ze aan dat zeer oude nummer maar mogelijk hebben ze dat omdat ik contactpersoon was voor Lodewijk’.
Dus ‘nee’ zeg ik en geef mijn nieuwe nummer.
Wanneer ik donderdag mij moet melden bij de patiëntenadministratie vraagt de nare man of mijn oude telnr nog mijn nummer is?
Nee, zeg ik weer en geef mijn nieuwe nummer.
Gisteren begon ik traag aan het doorspitten van het materiaal (eerst de voedingsadviezen).
Nu pak ik een andere folder en zie daarop mijn gegevens … met dat oude telnr!
Is een vaste plakker dus op álles staat het verkeerd.
Het is nu ‘buiten kantooruren’ dus ik kan het niet doorgeven dat het echt niet klopt.
En dan heb ik het nog niet eens over de kleinigheid dat hun computer uitrekent dat Adriana – vrouw geb 19-11-1950 op 24/11 blijkbaar 65 jaar zou zijn.
Als je nu denkt: so what, kleinigheidje dat telefoonnummer – de gynaecoloog gaat me maandag eind van de middag bellen! hopelijk wel op het juiste nummer. En alle anderen die me ooit gaan bellen, zoals de verpleegkundige die gaat doorgeven wanneer ik moet komen voor de operatie moeten óók het goede nummer hebben.
Natuurlijk ga ik maandagochtend direct bellen! Maar ik heb er zo weinig vertrouwen in dat het nu wel goed komt.
Want ik zei het al 2x!
Wat het extra raar maakte: de verpleegkundige die me opbelde om de afspraak voor 24/11 te maken, belde me op het góede nummer (uiteraard, zou je zeggen).
Een detail (er komt méér voor wie denkt ‘is dit alles?!’)
Bij de gynaecoloog en de anesthesist had ik de smartphone ‘Easy Voice Recorder’ aan.
Vandaag *niet* teruggeluisterd maar uitgesteld tot morgen omdat gisteren echt ver-schrik-ke-lijk was en missch ben ik een overgevoelig zeurtypje maar *ik* en over wie gaat het nu eigenlijk ánders had dus een kutdag.
Niet voorzag ik dat de grootste berg informatie over me zou worden uitgestort door de verpleegkundige die me apart nam tussen bloedprikken en mammografie.
Dus helaas: geen opname gemaakt! terwijl dit keer zeker de helft langs me heen ging en ik bij de andere helft NEEEEE dacht en dan waren er nog vragen die ik stelde waarvan zij zich geloof ik niet kon voorstellen dat ik me er zo druk over maakte (alles dat betrekking had op de praktische kant van de ziekenhuisopname).
Ze duwde me onder ogen een folder met ‘Voedingsadviezen bij (risico op) ondervoeding’ en ik dacht: wat moet ik daar nou mee.
Ik lees onbegrijpend de eerste zinnen en dan vertelt ze dat ik vooral veel eiwitten moet eten en wel vanaf nu.
Mij staat vaag de schijf van vijf bij (waar ik me niet aan houd) en ik vraag: waar zitten eiwitten in?
Folder wordt omgeslagen en jawel: melk.
Lust ik niet. Maar dan toch wel chocolademelk?
Verder: suiker, slagroom en ik denk ‘waarom moet ik vetgemest’? maar ik ben intussen te kapot om nog zinnige vragen te stellen en dan blijft ze herhalen dat ik altijd ‘een handje noten’ kan eten, ja ‘een handje noten’.
Thuis lees ik de rest van de folder: “Als de warme maaltijd moeizaam gaat, kunt u deze vervangen door pannenkoek, soep of pap.”
Pannenkoek! pap! (kotsneigingen)
Vandaag koop ik braaf noten (heb intussen al drie ‘handjes’ op).
Maar verder werkt het geheel averechts.
Tot nu toe (al vanaf de week dat Roelof zo ziek was en ik was teruggekeerd en direct voor-bereide maaltijden aanschafte om te zorgen dat ik wél zou eten) heb ik gegeten.
Misschien niet ‘de schijf’ maar wél een aardige maaltijd en indien gevoerd door Lyda een heerlijke maaltijd.
Maar opeens vanavond, ik heb rijst gemaakt en sperziebonen gekookt en ik overweeg de gisteren al bereide runderlapjes op te warmen.. het vlees staat me tegen.
Ik houd het bij rijst en groente.
Vast te weinig eiwitten.
Ik zie nu ook dat in wat ik nog wel tot me neem (fruit en geperst sinaasappelsap) NUL eiwitten zitten.
O jee.
Het is mogelijk dat anderen uit deze benadering inspiratie halen, voor mij had ‘probeer goed te blijven eten’ beter gewerkt.
Maar vooruit, die ‘handjes noten’, dat wil nog wel lukken.
De dag van gisteren
Het AMC had alle onderzoeken op 1 dag voor me gepland.
Fijn, want het is best ver rijden vanaf Grootschermer en dan zit het erop.
Het kwam neer op:
2 uur bij de gynaecoloog met gesprekken met de gynaecoloog-in-opleiding en toen onderzoek door die gynaecoloog-in-opleiding (aardige knul maar de ervaren gynaecoloog in Alkmaar deed me véél minder pijn!)
Toen: meten bloeddruk wat 164-82 was en 82 was goed en 164 ‘niet vreemd na de hele ochtend in het ziekenhuis’.
Hierna anesthesist die me wou duidelijk maken dat ik de ruggeprik moet laten doen en op mijn vraag naar een alternatief: morfine (“maar dan moet je steeds braken”).
Hierna hartfilmpje, toen bloedprikken en verdomd: laat ik daar nou een erg aardige man treffen!
Middelbare leeftijd (schat ik) Midden-Oosten misschien, niet helemaal accentloos Nederlands, al 16 jaar aan het prikken en “dokters kunnen niet prikken” en anders dan álle anderen onder de indruk van de verkleuringen die nog steeds te zien zijn op mijn rechterarm.
Hij zoekt naar een ader, neemt een dunnere naald dan gebruikelijk en vult moeiteloos véél buisjes uit mijn linkerarm.
Vandaag een gevoelige blauwe plek maar de rechterarm is nog steeds veel pijnlijker.
Toen was het half 1 en ik was kapot (draaide al vanaf half negen mee in het circus) en kreeg te horen dat ik om twee uur bij mammografie moest zijn.
Aangezien de gynaecoloog-in-opleiding dácht dat hij rechts een knobbeltje had gevoeld.
Echte gynaecoloog dacht dat het gewoon weefsel was maar: toch maar even nakijken.
Om twee uur de hele sessie borsten pletten, wachten in de wachtkamer, terug en nogmaals borst links en de dokter zou een echo maken van borst rechts.
Terwijl ze dat deed dacht ik: als ik nou ook nog borstkanker heb, kap ik ermee.
Dan geen enkele operatie.
Dan geef ik het op.
Maar de dokter ‘zag niets’ rechts.
Zodat ik om drie uur ‘klaar’ was.
Waarbij ik nog niets heb verteld over het gesprek met de gynaecoloog en met de verpleegkundige (dat was tussen half 1 en kwart over 1 – toen ik op mijn labielst was, althans dat dacht ik tóen, dat was voordat borstenonderzoek).
Testing testing testing
Morgen moet ik naar het AMC.
Voor deels de onderzoeken die ik ook al in het MCA onderging – alleen de scan hoeft niet, daarvan kreeg ik de cd mee.
Nieuw: hartfilmpje.
Ook nieuw: gesprek met anesthesist.
Verder niets? vroeg ik toen ik gisteren had gebeld met (*slik*) de oncologisch verpleegkundige om alles nog eens op een rij te krijgen omdat toen me vorige week de afspraak werd doorgegeven ik werd afgeleid door Duif die *bijna* in het mondje van Loki naar binnen was gevlogen.
“Nee, niets,” zegt de vrouw waarop ik (opgelucht): dus geen bloedonderzoek?!
Dát natuurlijk wel.
Ik vertel weer eens dat ik ‘lastig te prikken’ ben en beschrijf wat me in het MCA is aangedaan en dat ik daar nu voortaan door iemand op de afd. anesthesie mag worden geprikt omdat het anders echt een bloedbad wordt.
Tja, zal toch moeten.
Voor bloedgroep en nog zo wat en o ja, de gynaecoloog zal ook willen laten prikken op ‘de markers’.
Ik denk: maar dat is in Alkmaar toch al gebeurd? of denkt AMC dat MCA niet alleen niet fatsoenlijk bij kanker kan opereren maar dat hun laboratorium ook waardeloos is?
Ik zal morgen dus wéér zeggen dat ik moeilijk prikbaar ben.
Na twee weken kan ik zelfs nog restanten van de blauwe plekken laten zien.
Maar ik durf te wedden dat er dan toch weer blijmoedig de naald in me word gezet door iemand vol goede wil die géén expert is totdat-het-gelukt is.
Hackers
Laatst hoorde of las ik dat hackers in ongeveer alles op afstand kunnen inbreken.
Zoals de thermostaat. En de verlichting. En het broodrooster.
(details zijn me ontschoten, ik dacht toen ook niet dat ik die nodig had)
Eergisteren rijd ik van huis naar De Rijp.
Op de enige doorgaande weg is een straatschrobmachine zéér traag bezig die straat te reinigen.
Ik ben de eerste die achter hem in de file staat.
Traag trekken we op.
Dan hoor ik opeens een geluid alsof iets openschuift.
Ik zet de radio af, denkend: misschien komt het geluid daar vandaan.
Ik trek weer wat op. Wéér dat geluid.
Het is ergens boven me.
Ik sta stil en luister extra goed: nog een keer.
Wanneer ik parkeer bij de Plusmarkt en uistap zie ik wat er is gebeurd: mijn open dakje is op de ’10 cm open’-stand gezet.
Kon ik van binnenuit niet zien omdat er voor het echt open dak nog een schuif zit.
Weer in de auto en dakje laten zakken (wat nog een gedoe was want zo vaak is dat dak dit jaar niet open geweest dus het intuïtief bedienen was er niet bij).
Sindsdien de auto goed in de gaten gehouden.
Het is niet nog een keer gebeurd.
Dus óf heeft daar iemand vrolijk mijn dak zitten hakken.
Of ik kwam op een zelfde frequentie als de schrobmachine en die heeft dit per ongeluk veroorzaakt?
Of nog iets heel anders dat ik niet kan bedenken.