Zien en horen
In juli gaan R. en ik naar Zürich om Edita Gruberova te zien in Roberto Devereux.
Wat mijn favoriete opera van dit moment is.
Haar tenor is Pavol Breslik die ik en vele vrouwen en mannen met mij het lekkerste ding van het westelijk halfrond vinden en die geweldig zingt en acteert.
Iemand neemt de uitvoering op en zet die op YouTube.
Ik download hem direct, me bewust hoe snel clandestiene opnamen ook weer kunnen verdwijnen, brand ´m op een cd en duw ´m een paar weken geleden in het auto/weergaveding.
In Amerika beluister ik de opname.
Die in mijn herinnering fantastisch was!
Ik *zie* Edita Gruberova voor me! geweldig acteren! expressie!
Ah! emotie en janken!
Ik hoor een stem met zoveel slijtage dat het pijn doet die te beluisteren.
Niet ietsje pijn maar AU! pijn.
Mn de laatste aria en de laatste uithalen.
Holy shit! wat een ellende.
Ik probeer in herinnering te roepen hoe ik de opera zág.
Toen had ik de indruk dat Edita Gruberova de stem nog heel behoorlijk onder controle had.
Niet dus.
Wat bewijst dat ze een goede actrice is.
Maar wat me ook doet twijfelen of ik haar nog een keer wil zien.
Onrust en ongeduld
Een paar jaar geleden begon ik weer met het leggen van puzzelen.
Eerst die van 250-300 stukjes, toen 500 en dat ging steeds beter dus kocht ik in Amerika zelfs al een paar puzzels van 750 en dácht ik dat ik 1000 en wie weet zelfs 1500 in het vizier had.
Ik bleef echter op 500 hangen en die puzzels moesten niet te ingewikkeld zijn (dus veel helder afgebakende vlakken) anders werd het toch niets.
De vorige keer in Amerika kocht ik wat puzzeltjes van 250 stukjes.
Om in 1 hooguit 2 dagen te leggen.
Probleemloos.
Vorige week begin ik hier ook weer met zo’n puzzeltje.
Heel goed voor de mind, zo’n ding dat altijd goed gaat.
Vrijdag zoek ik uit mijn 500 stukjes puzzels een op het oog heel eenvoudige uit.
De rand lukt nog net (al kan ik twee stukjes niet vinden maar die komen wel boven water).
Gisteren begin ik aan het invullen.
Wat niet erg wil lukken.
Zodat wat rustgevend bedoeld was nu een bron van frustratie is geworden.
Op internet gezocht naar winkels die kleinere puzzels verkopen.
Ik kán ze kopen.
Wel jammer dat ze bijna net zoveel kosten als de grotere die ik al in huis heb maar die op dit moment boven mijn onrustige, ongeduldige macht gaan.
Pillen
Maandag lever ik zieke kip Elvira in bij de dierenarts die haar zal laten inslapen.
Vandaag haal ik het mandje op.
En betaal de rekening.
Ik neem oude medicijnen van Guus mee.
Uit de tijd dat hij nog pillen slikte.
Of liever: van vlak voordat hij daar mee stopte.
Nog in de verpakking.
Ik zeg dat ik ze inlever zoals je dat ook bij de apotheek doet met medicijnen die je over hebt.
Het meisje zegt vriendelijk dat ze me er geen geld voor kan geven.
Ik zeg dat ik dat ook helemaal niet had verwacht.
Wat maar half waar is want verwacht had ik het inderdaad niet maar stiekem wel een beetje gehóópt.
Plannen
Ik ben nog geen week terug uit Amerika maar het voelt langer.
Véél langer.
Dus maak ik nieuwe plannen.
Terug naar het grote huis in Whitewater – dat is een must.
Terug naar het schattige huisje met de hummingbirds in Montrose – dat moet ook.
De rest kán ik open laten maar wanneer ik toch even kijk naar vakantiehuisjes op plekken die me aantrekkelijk lijken blijkt dat daar niet veel geschikte zijn (ze zijn of veel te groot of een krot of ze hebben geen tv of WiFi) dus toch maar eens wat eigenaren een mailtje sturen en dan snel beslissen.
Het wordt weer leuk, denk ik.
Over zeven maanden en dertien dagen.
Martin Schilder
Amper twee weken terug staat R. met een dampende motor in Bergen.
Martin Schilder Bergen kwijt zich van de ophaalservice en leenauto en een dag later kan R. de auto ophalen nadat er voor € 496 van alles en nog wat aan is gerepareerd.
Amper twee weken later sta ik met een rokende motor in Amsterdam.
Bergnet haalt mij op, Logicx verschaft mij een doodenge veel te grote Volvo.
En dan blijkt dat het werkelijke euvel is dat een schakelaar die richting koelvin ging het niet deed.
Wanneer de nieuwe garage, Heron in Koog aan de Zaan, me hierover vertelt, zeg ik: jamaar – al die andere reparaties van Martin Schilder dan?
Hierover was de aardige man niets verteld maar hij spoedt zich naar het dashboardkastje en bekijkt de rekening voor onlangs geleverd werk.
Mm.
Ik suggereer dat Martin Schilder heeft gefaald.
Hij zegt dat hij daarover niets kan zeggen.
Vandaag probeer ik het nog een keer.
Nu zegt hij wéér dat hij daarover niets kan zeggen maar dat ZIJ de diagnose direct heel anders hebben gesteld.
En dat hij dus pas over die ándere oplossing hoorde toen ik hem wees op die rekening.
Waarmee het niet QED is dat Martin Schilder heeft gefaald.
Maar het er wel heel erg op lijkt.
Dus als je dit leest, mevrouw of meneer webcare van Martin Schilder: volgens mij hebben jullie op zijn minst gefaald door niet de extra stap te zetten naar die schakelaar die niet veel kostte maar wél diep in de motor zat vandaar veel arbeidsloon bij reparatie twee.
Terwijl ze bij reparatie 1 óók al diep in de motor moesten dus als ze dit toen meteen hadden gerepareerd had het in elk geval geen extra arbeidsloon gekost.
Kom er maar in, Martin Schilder!
Laat zien hoe je dit gaat goed maken en zo niet dan verkast deze klant die 16-17 jaar geleden de Polo bij jullie kocht naar Heron in Koog aan de Zaan.
Whitewater
Whitewater ligt ten zuiden van Grand Junction.
Verspreide boerderijen, geen echte stad.
Ik huur een gigantisch huis.
Zo gigantisch dat ik het amper zelf kan geloven wanneer ik voorrijd.
Is dat voor mij?
Dat is het.
Met vier badkamers, drie slaapkamers, een kamer met zware leren meubels om tv te kijken, een eettafel, een erg lichte kamer waarin ’s ochtends de zon valt met ook lichtere meubels.
Een exercise room en een jacuzzi.
O ja, en een paar zitjes buiten.
Boven zijn twee slaapkamers om uit te kiezen.
Een simpele met een balkon aan de kant van het huis waar de zon opkomt, een met frutsels én een trap naar een ‘library’ waar aan het eind van de middag de zon invalt.
Het wordt de simpele waar vandaan ik wanneer ik opsta direct vier reeën zie.
De zon is dan nog niet op en ze zijn ver weg én het moet van achter glas omdat ze zeker zouden zijn geschrokken als ik het balkon was opgelopen: die foto’s konden dus beter.
Boven Groenland
Aan boord
KLM
En wát antwoordt de KLM op twitter?
Dat ik een Esta-toestemming nodig heb en ze raden me aan dat eens goed te lezen op hun website (met linkje).
Dus twitter ik weer terug dat ik die toestemming al héb en kijk dan eens naar dat bericht, oenen (ik had er nb een fotootje van bijgezonden), daarin staat dat als je al toestemming hebt er méér gegevens nodig kunnen zijn.
Ik vroeg dus: welke.
En dan helpt een RTFM niet echt.
Waarna ik besluit de KLM te bellen en via een hoop keuzemogelijkheden beland bij Roy.
Die direct weet wat ik bedoel: ik ben het slachtoffer van een steekproef.
‘Amerika’ wil dat er lukraak wat passagiers naar de balie worden geroepen.
Ongeveer 1 op de tien.
Daarvan ben ik er dus 1.
Roy leeft met me mee maar zegt dat het niet druk zal zijn aan de incheckbalie omdat de meeste mensen alles online regelen…
Zenuwen
Ja, ik heb voorpret maar dat betekent niet dat ik geen zenuwen heb.
Zodat ik eindeloos lijstjes maak en dingen wegstreep en dingen toevoeg (’te doen’) en dan vast online ga inchecken en dat kan niet
Wat o wat wil Amerika nog meer van me weten dat ik alleen aan de balie kan vertellen?
Dat ik het vliegtuig niet ga opblazen? dat had ik ze ook via het formulier kunnen laten weten.
Iets anders? maar stel dat ik die informatie wel thuis heb liggen maar *niet* bij me draag op reis?
Dus KLM op twitter een boodschap gestuurd: wat is dit?
en nu zenuwachtig wachten op het antwoord.
Aardige mensen
In mei was ik in Pioneertown in een huisje naast het huis van de mensen die erop pasten.
Ik zei al bij het reserveren dat ik geen contact wilde en dat respecteerden ze.
Niet dat we elkaar helemaal niet zagen, maar er was geen sociaal gedoe zoals dat vaak in Amerika wel is.
Ik vond het er geweldig.
De natuur, hun hond Rosie die een aantal uren van de dag bij mij zat.
Ik reed naar LAX (voor de terugreis) en dacht al na een uur: ik moet hier zo snel mogelijk weer zijn.
Zodat ik eenmaal aangekomen in Los Angeles een nieuwe reservering maakte voor vijf dagen te beginnen a.s. maandag.
Hier denk ik: lastig.
Ik pleeg een doos met zware spullen vooruit te sturen naar mijn eerste adres (= een vertrouwd hotel) en dat kan ik toch niet vragen aan deze mensen die zelf in een erg klein huisje wonen.
Toch vraag ik het met alle slagen van ‘zeg vooral nee!!’ om de arm en ze zeggen: ja.
Nu mailen ze: is er iets dat we kunnen doen om je verblijf aangenamer te maken?
Ik denk na.
En bedenk: meer vogelvoer.
En dan: ik heb die verdomde Smartphone aangeschaft.
Weten zij misschien waar ik moet zijn om het kreng te activeren met GPS?
Dave schrijft dat hij ook zo’n ding heeft en het haat.
Wat me nóg meer voor hem inneemt.
Maar dan gaan ze gisteren naar Walmart en informeren voor mij en krijgen goede informatie en hebben een contactpersoon en ik kan er niet bij dat die mensen zo lief zijn!
Ik was er 1x vier dagen en wou geen contact.
Ik kom er nu vijf dagen maar ze zijn niet de eigenaar (krijgen alleen een percentage voor op me passen en schoonmaken) en misschien kom ik wel nooit meer.
Zoiets maakt me erg blij.
Tuin
De tuin bloeit nog steeds weelderig en onkruid dat je verwijdert staat er twee dagen later wéér maar alles wordt duidelijk minder kleurig.
De gele sprieten in het muntperkje (die daar mogen blijven staan) zijn nog heel erg geel.
Maar die verderop worden al bruiner en als ze het hóuden worden ze in de winter zilverkleurig.
Twee foto’s beneden (let ook op al het groen tussen de stenen van het pad en die direct ernaast).
En 1 foto vanuit het slaapkamerraam.
Vrienden
Soms maak ik me zorgen: isoleer ik mezelf niet te erg – waarom heb ik niet meer vrienden?
Dat is op de momenten dat ik met iets zit waarvan ik denk dat ik het bij de paar vrienden (v/m) die ik heb niet kwijt kan/durf.
Maar een nieuwe intieme vriend(in) heb je niet zomaar dus daar zit ik dan.
Ik denk dat het aan mij ligt.
Ik ben geen sociaal wezen, ik ben sowieso niet dol op mensen, ik vertrouw ze niet snel, ik weer ze af.
En: andere mensen hebben vast wél veel vrienden.
Denk ik.
Waarna ik (wat moet ik anders, kan moeilijk mijn beste vriendin die ik niet heb bellen om hierover te praten) ga googlen.
Ik vind o.a. dit: “Volgens het onderzoek van Robin Dunbar maximaal vijf, maar in de praktijk blijken het er aanzienlijk minder te zijn. Persoonlijke zaken bespreekt de gemiddelde Nederlander met 2,5 personen. Hierbij hoort ook de eigen partner. Zevenentwintig procent van de mensen heeft maar één persoon waarmee hij privézaken bespreekt en dertien procent zelfs niemand.”
Goh.
Ik lees ook over vriendschappen die een levensduur hebben van zeven jaar (net als de seven year itch van liefdes?) en dat de meeste mensen vriendschappen niet hard afkappen maar laten verwateren.
Ik ben benieuwd hoe andere mensen het doen.
Simpel svp
In december gaat mijn combi magnetron kapot.
Op mijn verzoek bestelt R. voor mij een nieuwe bij zijn vertrouwde winkel in Amsterdam waarbij mijn enige eis is dat hij eenvoudig te bedienen moet zijn.
De winkel zegt dat deze het is en ik installeer ‘m en snap er de ballen van.
Ik probeer het écht.
Lees de eerste bladzijden van de handleiding, zoek in het register, probeer dit en dan weer dat en het wordt niks.
Héél af en toe doet iets ut – een beetje.
Een lasagne die zich laat opwarmen maar die óf lauwwarm blijft of juist verbrandt.
Maanden negeer ik het ding.
Doe dan nog eens een poging.
Tot ik onder ogen zie dat het met mij en dit kreng van bijna 300 Euro nooit iets zal worden.
Ik kijk op marktplaats.
En daar staan ze: de combi’s tussen de 50 en 100 Euro met hooguit vier knoppen.
Zoals ik ze ken uit hotelkamers.
Appeltaart zul je er niet in kunnen bakken maar een beetje gekookte rijst opwarmen wél.
En lasagne.
Nu is het te laat, maar zodra ik terug ben uit Amerika koop ik er 1 – een supersimpele.
Want wat heb je aan een mooi exemplaar dat stralend uit de tests komt als je er niet meer mee kunt dan het hartgrondig haten.
Lepelaar
Tuin
Vorige week maandag met die harde regen waardoor Schiphol urenlang plat lag, hielden mijn gele sprieten dapper stand.
Een enkele hing die avond wat scheef, maar het geheel zag er pront uit.
De bui van gisteren heeft ze geen goed gedaan.
Alles hangt scheef, de structuur is eruit.
Niet alleen van de gele sprieten, ook van andere planten.
En m’n muntperk ligt er treurig bij.
Alleen de hennep die intussen meer dan twee meter lang is, weet van geen wankelen.
Stoer.
Hè, nee – niet wéér! (maar ‘ja’ dus)
Via Facebook
Nog een keer ‘dank je zeggen’
Ik heb het er vaker over gehad: ik vind het niet meer dan netjes om wanneer iemand je iets geeft ‘dankjewel’ te zeggen.
Hoeft niet uitbundig, hoeft niet met een tegen-kado.
Maar zeker als het gaat om iets dat is opgestuurd is ‘is goed aangekomen en bedankt’ iets dat ik normaal vind.
Helaas geldt dat niet voor veel andere mensen.
Zo stuur ik al jaren van poststukken geknipte postzegels naar iemand toe.
Die levert haar kind in op school (voor de ‘zending’) en dan krijgt ze stickers en dat is leuk.
Eerst werden de zendingen (die van mij dus) enthousiast ontvangen.
Toen deed ik er een schepje bovenop en stuurde vanuit Amerika enveloppen met voor vele dollars aan mooie zegels beplakt.
Blije reacties! Aanvankelijk althans.
De laatste twee zendingen vanuit Nederland en de laatste fraaie envelop uit Amerika zijn stilzwijgend geaccepteerd.
Zodat ik nu aarzel: stoppen?
En terwijl ik het opschrijf weet ik het al: uiteraard stoppen.