Zoekwoorden:
jeanne 1.869
rob trip 1.207
rik van de westelaken 953
sjors frohlich 930
jeanne doomen 798
Herman van der Zandt 703
jeroen tjepkema 650
egelkeutels 594
Zodoende.
Over mezelf en andere dieren
Zoekwoorden:
jeanne 1.869
rob trip 1.207
rik van de westelaken 953
sjors frohlich 930
jeanne doomen 798
Herman van der Zandt 703
jeroen tjepkema 650
egelkeutels 594
Zodoende.
Ik leg eitjes klaar maar wanneer ik naar buiten stap om knagers te voeren is daar ook net Dochter egel die direct terug deinst ergens links de bosjes in die er ondanks mijn wieden nog steeds zijn.
Terug na voeren ga ik naar boven en kijk uit het slaapkamerraam waar ik egel een eitje zie slurpen maar wat zie ik nu: bloed???
Foto gemaakt, naar beneden gelopen voor ‘beter kijken van dichtbij’ en gezien dat de vlek op egel een lik paarse verf is – althans zo ziet-ie eruit.
Maar hoe hij er aan komt?
Waarmee 1 egel is geïdentificeerd als anders dan de andere egels.
Wanneer ik om kwart voor negen naar buiten stap met de eetbakjes voor de knagers zit ergens rechts de egel die ik voor de Man houd.
Met de korte franje.
Hij verstijft. Ik zeg: sorry, niks aan de hand, ik kom alleen even eten brengen en wacht even dan komt ook jouw eitje.
Ik zet bakje neer bij Ginny & Bugs en haal de egel-eitjes.
Een ervan leg ik bij hem (die -wonderbaarlijk- stil is blijven zitten).
Hij kraakt eitje, ik loop naar de achtertuin en deel daar de rest uit en wanneer ik terug kom is hij weg.
Net wanneer ik de schuurdeur wil sluiten zie ik haar (dochter, denk ik) en ze wil eten en vindt het prima als ik de camera haal en op anderhalve meter van elkaar eet zij eitje en maak ik foto’s en fantaseer ik dat zij mij ook helemaal okee vindt.
Volgens mij kan ze zo op de kalender van Erg Mooie Egels (voor Egels en voor wie ze beminnen).
Ik ga knagers voeren en wanneer ik terug kom zit moe egel op het terras haar (tapas-)eitje te kraken en dan uit te zuigen.
Ik ga zitten op de drempel van de schuur (geen camera bij me) en ze doet of ze me niet ‘merkt’ en op anderhalve meter van elkaar delen we even elkaars leven.
Dan komt van links kind-egel (best groot al, maar toch niet meer dan 2/3 formaat moe egel) aanlopen. Het inspecteert en snuft en doet en komt steeds dichter bij en wanneer het op 20 cm van mijn linkervoet is zeg ik er vriendelijk iets tegen.
Om te voorkomen dat kind zich wezenloos schrikt wanneer het mij écht bereikt.
Even zit kind stokstijf, dan keert het om en gaat weer richting achtertuin.
Sorry, kind egel.
Ik ga al naar binnen en doe de deur achter me dicht.
Gimme gimme gimme a man after midnight draait Jurgen van den Berg en ‘m’n favoriete plaatje’ denk ik (hoewel: Money money money is óók leuk).
Vanavond keek ik Net 5.
Eerst Law & Order. Toen The Closer en het is de tweede aflevering die ik ‘in volgorde’ zie.
In Amerika zag ik ooit twee andere.
Deze serie spreekt me aan. Die vrouw spreekt me aan.
Waarom? Ik kan het nog niet goed duiden.
Ze is multi-gelaagd. En enkele van die lagen herken ik.
Zoiets.
Buiten zag ik egels. Eerst twee.
Toen ging ik knagers voeren en egels doken weg.
Een half uur later: weer een egel die water dronk.
Waarna het ging schemeren en ik stopte met loeren.
Ik hou van die dieren. Ik fantaseer (niet echt!! Zeg ik voor alle zekerheid voor er weer ge tut-tut wordt) over het aaien van de franje onder de stekels.
Warme gevoelens voor ze heb ik wel.
En mbt de Man after midnight – áls ik al een man wil (kleine kans) dan in elk geval *niet* after midnight.
Wanneer de nacht valt ben ik het liefst weer alleen.
R., die een paar dagen was weg geweest, vroeg: heb je nog egels gezien.
Jazeker, zeg ik. Gisteravond nog. Twee tegelijk. Ik zal straks eens kijken of de foto’s zijn gelukt.
Nu even inzoemen op het snoezige mondje
In mijn tuin heb ik minimaal drie egels – zoveel zag ik er deze maand ooit tegelijk.
Ik vermoed: moeder met kinderen.
Omdat alleen zij elkaar op een meter afstand tolereren.
Dit sluit niet uit dat er ook regelmatig een vent door de tuin banjert.
Op zoek naar eten en: vrouwenvlees – als ware hij een egel-Don Giovanni.
Sinds ik ze zie, zie ik ze elke avond. En soms ook ‘s nachts (vroege ochtend) als ik wakker word voor een plasje en een blik naar buiten werp. Of half zes als ik opsta voor (vroeger) Rob Trip en nu Marcel Oosten.
Ik mag ze niet voeren vinden Brimstone en Jaap en vast nog meer lezers.
Met als argumenten
1) er is genoeg voer
2) ik maak ze afhankelijk
Mbt dat laatste: dat valt reuze mee bij dieren die over een paar maanden weer in winterslaap gaan.
Mbt het eerste: ik leg per avond 2 *kleine* eitjes neer.
Wat op minimaal 2-3 (mogelijk meer) egels iets is als tapas.
Om exact acht uur zie ik een egel uit het veldje munt aangrenzend aan het terras komen.
Ik haal twee eieren en m’n camera en wannneer ik naar buiten loop zit een andere egel direct links van de schuurdeuropening op iets onduidelijks te knagen.
Ik voer de knagers en in de sloot drijft moeder Zwaan met haar drie jongen (waar is pa toch weer).
Ok, ok roep ik. Snel het huis in, ontdooi vier sneetjes Oerzonne, ren daarmee weer richting sloot onderweg ‘sorry egels’ doend want die zullen wel langs de kant zitten op weg naar de eitjes die al sinds acht uur op het gebutst liggen.
Gggggg doet moeder zwaan maar accepteert de hapjes voor de kids.
En GGGG doet ze wanneer ik af en toe ook iets toewerp aan de jonge eenden die zich om dit groepje heen vormen.
Na de vier sneetjes volgen er nog twee. En nog twee.
En ik dank hartelijk voor het laten fotograferen en Moe doet vals Gggggg.
Later hoop ik op de egels. Ik zie er 1 vanuit het slaapkamerraam om tien uur.
Foto’s mislukken.
Ik besluit niet te gaan flitsen (weeg af wat 1 mógelijk gelukte kiek voor mij betekent tegen rustig eten voor egels).
Ik zou een hoop over hebben (‘een moord doen’ klinkt wel erg heftig) voor het contact met mijn egels dat ik de afgelopen jaren had.
Maar ja. Een ‘goed gesprek’ – kweenie of dat echt helpt.
Wanneer ik om kwart voor tien naar buiten kijk is het laatste gebutste eitje al gekraakt.
Een half uur later is daar een stevige egel die over het oude stokbrood kruipt en bruin broodje gaat snacken.
Ik maak een onhandige foto en terwijl ik ermee bezig ben zie ik rechts en dan ook links wat slankere, kleinere egels weg schieten. Haar jongen?
De camera trekt het niet meer.
Maar ik voel me helemaal blij en hoop dat we de komende weken vertrouwder worden.
En ik leg nog twee eitjes neer.
Zo zie ik egel driekwart jaar niet en zo struikel ik (vandaag bijna letterlijk) over haar.
Elke avond leg ik twee gebutste eitjes neer. Eergisteren om tien uur zag ik haar eten (foto’s mislukten – het was te donker).
Gisteren zelfde tijd waren de eitjes al op (dus legde ik nieuwe neer), vanochtend om half zes zie ik haar over het terras naar de achtertuin sprinten en nét voor het bruggetje linksaf slaan de bosjes in.
Dan vanmiddag, half vier links in de bossages op een meter van mij net áchter het bruggetje: egel.
Heftig krabbend. Links, rechts, nog een keer links waarna ze verdwijnt waar het voor een mens niet meer toegankelijk is.
Ik hol naar binnen voor een eitje dat ik licht gebutst neerleg waar ik haar net nog zag.
Ik hol nóg een keer naar binnen, nu voor de camera.
Stámp doe ik weer naar buiten en daar vlak voor mijn voeten zit egel die zich omkeert en het pad afloopt zo snel mogelijk de gele dovenetel in.
Nóg een eitje gehaald en onopvallend met de camera plaats genomen op de drempel.
Kom nu maar op, egel!
Maar egel komt niet op. En de drie kwartier erná wanneer ik het eitje vanuit het slaapkamerraam bespied ook niet.
“Heb je wel genoeg eieren” vroeg R. vanochtend toen ik hem vertelde over waar ik mee bezig was.
“Ja hoor,” zei ik, “een hele tray.”
Nu nog een halve trouwens. Want de kippen rekenen ook op minimaal twee eitjes per dag.
Liefst gekookt. En dan daarvan weer alleen de dooier.
Ik heb iemand geïnterviewd en dat stuk moet als voorwoord dienen in het boek van een ooit-vriendin van me (in de droom was ze dat nog, in het echt al tien jaar niet meer, laten we haar E. noemen).
Wanneer het boek *bijna* uitkomt zie ik hoe beroerd de tekst op de achterkant is. Wartaal. Taalfouten.
Ik blader er doorheen, o got, een ramp! Daarmee wil ik niet verbonden worden.
Alles moet herschreven.
Ik probeer E. te overtuigen en de uitgever. Het lukt allemaal niet.
Ik wind me er steeds meer over op.
(interessant: ik wil de rest veranderen, overweeg niet mijn eigen bijdrage terug te trekken)
Dan word ik wakker: buiten rammelt een bord.
Niet zomaar een bord, het bord met de spaghetti met rivierkreeftjes.
Ik kijk uit het raam: egel. Midden in dat bord. Rammel, rammel.
Het is vier uur.
Al een paar dagen denk ik: ik zie egelkeutels.
Maar helemaal zeker ben ik niet dus ik heb het er niet over.
Tien minuten geleden kijk ik uit het raam en zie een giga-egel drinken uit het waterbakje.
Sprint naar beneden, camera mee. In de keuken een eitje gepakt voor buiten gebutst neerleggen.
Schuurdeur open, egel rent naar de achtertuin.
Eitje neergelegd.
Egel (ik heb me verborgen) komt terug.
Ik ga nog een keer naar beneden, met een extra eitje. Hopend op ‘contact’.
Maar hárd holt egel weg naar achteren.
Wat we ook hadden vorig jaar – we hebben het niet meer.
Goed voornemen: investeren in deze relatie.
Want ah! Wat een mooi gevoel was dat – egel en ik.
Ook al was het alleen vanuit mij.
Wie het is ontgaan staat zo ver buiten de wereld (en wordt door mij benijd) dat zij ook dit log wel niet zal bezoeken.
Maar Jan Wolkers is dood en hij is vandaag uitgevaren. Mm. Nee. Das geen Nederlands.
Maar uitgewuifd klinkt wat frivool.
(wel door mij gebruikt op Fanlog – vond ik leuk)
Ik hád een stukje Herman van der Zandt willen kijken maar zette de tv te laat aan en viel in de kerk (Bach, wat erg veel mensen erg mooi schijnen te vinden).
Toen naar boven en radio aan en eerst heren en toen zijn vrouw Karina met roerende verhalen.
Zoals dit.
Dat Jan uit de tuin een heikikker had gehaald en naar boven had gebracht met ‘kijk eens wat mooi’. En ik ben dan denk ik de enige die denkt “arme bange kikker” dus lamaar.
Even later komt Jan, zegt Karina, boven met “een egel die bewonderd en geknuffeld moest worden”.
Waarna zij zei dat hij alleen nog maar boven mocht komen als het met een rinoceros was.
(zaal lacht)
En inderdaad: het is een schattig verhaal.
Alleen, lieve lezertjes, no way pak je even een egel op om daarmee te gaan *knuffelen*.
Prikke-prikke-egeltjes hebben harde, scherpe, pijnlijke stekels.
Een heel enkele keer heb ik er inderdaad 1 opgepakt. Die in een knagersren was beland en er niet meer uit kon.
Ik probeerde het met een dik fleece jack: au!
En na nog wat pogingen met respect voor de waardigheid van de egel werd het: stoffer en blik.
Maw: een mooi romantisch lulverhaal.
Met het accent op lulverhaal.
Mag hoor, bij zo’n gelegenheid. Maar er zijn vast genoeg echte verhalen over die man te vertellen.
R. zag wekenlang geen egels meer en dacht: die zijn in winterslaap.
Ik dacht: R. kijkt niet goed dus zette elke avond eten klaar en tuurde tot het hartstikke donker was.
Ook ik zag geen egels.
Dus dacht ik gisteren: ze zijn inderdaad in winterslaap en ik zet wel graan neer maar laat dat aangebutste eitje zitten. Ik hoef tenslotte geen ratten te voeren opdat Guus ze later vangt.
Zonet rijd ik naar het postkantoor (drie bestellingen moeten verzonden en in een impuls koop ik een staatslot). Op de weg tussen Noordeinde en Graft zie ik een egel. Dood.
Maar dus niet in winterslaap.
Vanavond maar weer wel dat ei klaar zetten.
En ratten zijn ook best lief.
Die enge staart kunnen ze ook niet helpen.
Ik zei je laatst dat je om half acht het eten klaar moest hebben gezet. Ik garandeer alleen niet dat ze dan ook komen.
Vandaag kwam een volwassen egel om twintig over acht. En at 1 eitje uit het bakje dat het dichtst bij het huis staat.
Nu zit hij midden in het bord met vegetarische pizza (ik warmde er vanavond nog 1 op) en eet zich het buikje bol.
Een behoorlijk groot stuk van die pizza staat trouwens nog in de oven. Hoef je alleen even in stukken te snijden en kun je dan morgen buiten zetten.
Verder zijn er 22 te verdelen scharreleitjes.
(got wat ga ik ze missen)
Graan met twee aangebutste eitjes
Koel water
Tien voor acht wil ik knagers voeren en mijn pad kruist egel 1.
Het is de zelfverzekerde egel. De egel die weet dat ik alleen het goede met hem wil. En die niet verbaasd is dat er al twee gebutste eitjes in een bak graan op hem liggen te wachten.
Hij houdt dus heel even in maar koerst dan aan op die bak en slurpt eitje 1.
Na knagers voeren blijf ik stil staan tegen de open schuurdeur.
In de hoop om – snel-snel graag – alle egels in tien minuten voorbij te zien trekken.
Stomme ik.
Na vijf minuten is daar een kleine, inderdaad lichter gekleurde egel. Dat heb ik dus goed gezien. Dat jonge egels lichter van kleur zijn.
Die ziet egel 1 en deinst terug in de struiken.
Egel 1 is dus *niet* (denk ik) moeder.
Ik buts nog wat eitjes op andere plekken maar jong vertoont zich niet meer.
Ik ga naar binnen en zie een kwartier later egel 2 opduiken. Die heel anders loopt. Veel meer links-rechts-zwalkend. Onrustiger.
En eitje kraken doet egel 2 ook knap onhandig nl zodat alles eruit stroomt dit itt egel 1 die het breukvlak bovenop houdt zodat hij/zij uit beide helften alles zonder een druppel te spillen naar binnen krijgt.
Ik denk: wat moet het mooi zijn je beroep te maken van egel-watching.
En ook: zou het echt niet kunnen, egels aaien?
Die stekels, ok, dat snap ik.
Maar die fraaie franjes langs hun kop?