Omdat mijn verjaardag vorig jaar ‘niet zo leuk’ was stelde R. voor om dit keer naar de opera te gaan.
Salomé.
Dat leek me wel wat. Een vrouw die een man wil maar die man wil die vrouw niet en dan wil ze zijn hoofd op een zilveren schaal wat ze krijgt en dan kust ze het (kort samengevat).
Alleen waren de recensies zodanig dat R. en ik tijdens de tapas bij Frenzi tegen elkaar zeiden: hadden we die eerder gelezen dan hadden we geen kaartjes gekocht. Maar dat hadden we wel en we zaten op rij 1 in het midden. En er was geen pauze.
Het eerste deel vond ik niet leuk.
Niet alleen omdat het grof was. Veel (nare) seks zoals een hoop heren anaal met een dode man.
Het gedoe leidde af. Van de muziek. Die ik ervoer als een overweldigend niet te volgen massa.
En Strauss is geen Verdi en Salomé is geen gezellig zangspel maar er zitten wel lijnen in. En die kon ik niet volgen door teveel actie op het toneel.
Toen ging het doek even down en toen weer up en daarna werd het prachtig. Misschien een ietsje té kwa regie (nou – véél te).
Maar wat een muziek, wat een orkest, wat een zangers.
Na afloop klonk er een luid boegeroep ergens vanaf het eerste balkon. Wat wij die het wel mooi vonden moesten tegenwaarderen met luid applaus en ‘bravo!’ en ‘ja!’ en springen en dansen en handjes klappen en warme blikken in de orkestbak.
R. liep met me naar mijn auto en er waren veel emoties door te nemen maar ik wou/moest ook naar huis en ‘later’.
Eenmaal in de auto: Rob Trip. Een ingelast Radio 1 Journaal vanwege de niet-verkiezing van Balkenende tot president van Europa.
Rob Trip. Zomaar op de radio. In een Radio 1 Journaal. Schakelend tussen correspondenten en politiek verslaggevers en politici.
Ah! goeie ouwe tijd!