Als je talent hebt dat niet iets is met wiskunde of zo (dus: tijdloos) is er een tijd van talent ontplooien, stijgen naar de top en dan verval.
Ik zie en hoor het met zangers (v/m).
De verstandige stoppen op hun hoogtepunt.
De andere zingen door en door en door tot het echt genant wordt.
Of ze worden gewoon niet meer geboekt.
Iets vergelijkbaars doet zich voor met journalisten (en vast ook in andere beroepsgroepen die me nu even niet te binnen schieten).
Ik denk aan Philip Freriks die z’n column uitsprak in dat VPRO-radioprogramma op de zondagochtend waarna hij hartelijk werd bedankt voor bewezen diensten – terwijl men had verzuimd hem te vertellen dat hij over zijn houdbaarheid heen was.
Pijnlijk (mild uitgedrukt).
Mij overkwam het ook.
Mijn opdrachtgevers lieten het moment samenvallen met de dood van Lodewijk.
Toen was ik een jaar of 50.
Ook een mooi moment voor dumpen en het vissen in de vijver van nieuw talent.
Ik was teleurgesteld.
En bitter.
Daarom begrijp ik ze heel goed, die dóór-zingende zangers.
Zolang je nog een kleine zaal kunt huren en kunt vertrouwen op een vaste schare fans die niet moeilijk doen over die ene valse noot (of missch meer dan die ene): doe een Florence Jenkins als je daar gelukkig van wordt.