Yuma, AZ
Kingman, AZ
Yuma, AZ
Kingman, AZ
Kingman, AZ
Gluren naar de buren
Huilend engeltje op Chloride Cemetery, AZ
Yuma, AZ
Kingman, AZ
Yuma, AZ
Chloride Cemetery, AZ
Laguna Road Yuma, AZ
Needles, California
Woestijn bij Kingman, AZ
Chloride Cemetery, AZ
Hapklaar
Ik ben het niet van plan maar wanneer ik komend uit Dolan Springs de afslag zie naar Chloride denk ik: nou – even dan.
Chloride Cemetery.
De begraafplaats is verlaten (altijd prettig).
Ik heb niet echt een doel, loop wat rond, sla een hoek om naar het wat armere deel dat -net als de rest- opeens is gemarkeerd met paaltjes en letters en figuurtjes.
Ik doe wat ik nooit doe (althans – dat hoop ik). Ik kijk niet waar ik loop.
Wat ik wél pleeg te doen. Al zo lang ik in de woestijn bivakeer, dus meer dan 20 jaar.
Omdat je in de woestijn lopend (zelfs met laarzen) *niet* wil trappen op een slang en zeker op slippers niet op een cactus of zelfs maar een prikplantje.
Na een tijdje is dat een tweede natuur.
Maar nu even niet want terwijl ik uitkijk over de vlakte stap ik vooruit en hoor voor me een schuif.
Voor mijn voeten een grote (30 cm schat ik) hagedis met in zijn mond een kleinere hagedis.
De grote schudt met de kleine, de kleine kronkelt. Zinloze exercitie lijkt me.
Ik maak foto’s.
In het eeuwige dilemma. Hoe erg mag ik de natuur storen.
Ik denk even: als ik érg stoor, zal de grote lizard dan de kleine loslaten? En: wil ik dat?
Want die kleine is natuurlijk zielig. Maar de grote moet ook eten.
Ik maak foto’s en nog wat foto’s.
Dan schiet de Gambelia (luipaardleguaan) met de Callisaurus draconoides (zebrastaart hagedis) weg onder een andere struik.
Wat een geweldige ontmoeting.
Gluren naar de buren
Minneapolis International Airport
Laguna Dam Road – 2
Na het gemaal (?) rijd ik verder over de kronkelende zandweg.
Hij is niet slecht maar na elke kronkel is-ie iets smaller en het doel is nog ruim 10 mijl verder zodat ik besluit te keren.
Dat kan mooi links van de weg waar een kampeerplek is.
Wat zie ik daar in de verte?
Ik stap uit en loop langzaam dichterbij.
Het is een roofvogel. Die me laat naderen. Hij beweegt wel wat, oogt niet gewond, maar vlucht niet weg.
Ik denk: een jonge vogel. Maar het kan ook een oudere vogel zijn, vermoeid na de trek.
‘Osprey’ blijkt het. Visarend.
Wanneer ik op 4-5 meter oog in oog sta laat ik het daarbij en ga weg.
Geen foto is mij waard dat ik een dier verder in het nauw breng dan dit.
Dat was op 13 mei 2011.
Vijf dagen later gaat dit gebied in de brand. Eerst een beetje brand, dan steeds meer brand en wekenlang niet te blussen.
Op 1 juni, vlak voordat ik terugvlieg, gaat een deel van het gebied weer open.
Even overweeg ik te gaan kijken hoe het ‘gemaal’ erbij staat. Of de zwaluwen het hebben overleefd.
Hoe het stukje groen de mijl erna er bij ligt.
Maar ik vrees het ergste en zie er vanaf.