http://youtu.be/oHWsCy8u_0Y
Jezelf verwennen
Verwen jezelf! raden aardige mensen, die zelf uitbundig met familie eten, me aan.
Nu ben ik niet zo’n verwenner maar ik smeer wat toastjes met een restje zalmsalade en zet die vast neer terwijl ik éven boven mijn mail check.
Wanneer ik weer beneden kom, zit Sammie (die géén probleem heeft met ‘zichzelf verwennen’) mijn toastjes smakelijk af te likken.
Om vervolgens zgn achteloos uit het raam te kijken alsof het hem zéér boeit dat daar net Greta komt aanlopen.
Guus
Gisteren ben ik bij de dierenarts om extra medicijn te halen voor het geval nog meer caafjes schimmel krijgen.
Aangezien ik er tóch ben vraag ik om meer schildklierpilletjes voor Guus.
Tot nu toe gingen die pilletjes per 100.
Nu heeft de dierenarts een ander, goedkoper, merk dat gaat per 30 per strip.
Hoeveel strips ik wil.
Wat me confronteert met dat Guus de laatste dagen niet meer zo actief is.
En -erger- niet veel honger heeft.
Wat het onmogelijk maakt zijn pilletjes erin te krijgen.
Dwingen is geen optie, verleiden was al ruim een jaar de manier.
Maar een kat die niet gretig is zit enorm te klieren met de pilletjes in de rosbief en werkt die eruit.
Waarbij hij desnoods stukjes rosbief waarmee niks mis is óók laat liggen.
De middagsnack dan.
De blikjes van bijna een Euro per stuk áls hij maar de pil mee naar binnen werkt.
Ook die hoeft Guus niet meer.
Een enkel hapje, vooruit.
Maar niet als er gemalen pil in zit.
Nu al twee dagen helemaal geen pillen in Guus gekregen (de dagen ervoor een beetje wel, een beetje niet).
Verleiding met andere hapjes (tonijnsalade bv) heb ik geprobeerd.
Guus wil best wat – maar *niet* met pil en ook niet erg véél.
Ik denk dat we binnenkort afscheid gaan nemen.
Op de gewetensvraag van ‘hoeveel schildklierpillen’ zeg ik: 60.
Da tutti abbandonato…
Guus
Verschil moet er zijn
Guus heeft zijn handdoek weer terug.
Dat komt zo.
Vorige week lag hij een keer ’s nachts op het overloopje te slapen.
Ik zag het toen ik ging plassen en dacht: ach gossie (dat denk ik vaak mbt Guus), ik leg mijn handdoek voor hem neer.
Dat vond Guus een goed idee en sindsdien ligt hij op die handdoek.
Sammie heeft géén handdoek.
Loeien en spinnen
Sinds kort loeit Guus.
Zo’n loei die vanuit zijn ziel lijkt te komen.
Weltschmerz.
Zo klinkt het.
Eebje deed het haar laatste jaren ook.
Ik dacht: het is de doofheid (Eebje was ook doof).
Ergens op internet (ik google wat af en vergeet soms waar ik iets vond) staat dat het duidt op dementie (Eebje was op het laatst niet zo helder).
Ik bespreek het gisteren met de dierenartsassistente.
“Oude kat” is haar diagnose.
Wat waar is (en wat Eebje ook was).
Waarover ik wou schrijven: Guus spint niet meer.
Nu was hij itt Sammie nooit een fanatieke luide spinner.
Maar nu komt er helemaal geen gepruttel meer uit.
Ik raadpleeg google.
Ik vind bv ‘stress’ en ‘ziek’ wat best zou kunnen mn dat laatste en wat alleen maar erger wordt als het kreng (sorry Guus maar dit is weer een dag met bloed en nagels) koppig zijn pillen blijft weigeren.
Wat ik óók vind: “Katten die spinnen kunnen niet brullen en omgekeerd. Dat komt omdat de structuren rondom het strottenhoofd van brullende katten niet stijf genoeg zijn om te spinnen.”
Aha.
Waarmee ik bedoel: daar houd ik het dan maar op want dat is beter dan stress of ziek.
Al verklaart dat nog niet het loeien.
Het van de omgevallen boekenplank geen kwaad weten (wat ook zo wás)
The will to live
Wanneer ik in Amerika ben verzekert R. me dat Guus zijn vier pilletjes per dag moeiteloos zoet inneemt.
Wat fijn is want ik wil hem graag nog een tijdje in leven houden.
Zodra ik terug ben komt in dat innemen ernstig de klad.
Twee dagen doet Guus niet moeilijk.
Dan wordt het langetandenwerk en zeiken.
De twee pilletjes ’s ochtends (verpakt in flintertjes rosbief van de allerbeste en ook nog eens allerdiervriendelijkste én duurste slager) blieft hij niet meer.
Hij werkt ze met veel ingenieus tong-gedoe eruit of laat die stukjes rosbief op de vloer liggen.
Nog eens proberen: geen succes.
Dan ook verder geen rosbief: nou, dan niet.
Voor de middag kopen R. en ik sinds Guus dan twee vergruisde pillen moet slikken de allerlekkerste miniblikjes kattenvoer.
Werkte ooit geweldig.
Klein hapje uit zo’n blikje met wat sap, pilletjes erin verwerkt en slobber deed Guus waarna hij de rest van het blikje (de helft – Sammie moest ook wat) ’toe’ kreeg.
Nu kijkt hij naar de kostbare lekkernijen of ze stront zijn.
Een enkele keer proeft hij aan de rand.
Zodra hij een korreltje vergruisde pil ontwaart hoeft hij niet meer.
Ik probeer ‘normaal’ te zijn.
Of lief. Of achteloos. Of iets anders dat leidt tot niets.
Soms denk ik: als je niet *wil* leven, zeg dat dan.
Dan ontdek ik dat hij het nieuwste blik gewone brokjes van een plateau van Ranzijn (Kitekat? Whiskas) heerlijk vindt.
En verstop ik daarin de middagpillen.
Dat werkt.
Morgen dat ook maar eens met de ochtendpillen proberen.
Nieuwe planten
Ik moet me bij Ranzijn door de kerstartikelen heen worstelen maar kom thuis met vier planten: twee kruisbessen, twee zwarte bessen.
Mijn werkster (die me ook op het idee bracht) graaft ze voor me in.
Leuk hoor, die vier frisse lichtgroene plantjes.
Ik hád gedacht dat de kippen wel belangstelling zouden hebben, maar nee.
Wie wel belangstelling heeft is Sammie.
Hij uit die door direct naast 1 van de nieuwe plantjes te gaan zitten plassen.
En die plas vervolgens onder te spitten.
En dan nog even de tanden in het blad van een ándere plant.
Nu ligt de kleine man weer zoet in een doosje te slapen.
Stiekem
Op mijn bureau links naast het toetsenbord een slapende Guus.
In zijn mandje op de scanner een slapende Sammie.
Sluipend naar beneden: ik.
Snel koffertje volgooien en in het halletje zetten.
Ik voel me stiekem en héél gemeen.
Bakje nog halfvol, maar restje onderuit het blikje peuteren is leuker
Verplaatst
@R.
Jeanne’s kat en Simon’s Cat
Guus is altijd een lieve kat geweest.
Zeuren deed hij door smekend te kijken, tegen oppakken verzette hij zich niet, ik was het baasje.
Een jaar min twee weken geleden krijg ik van de dierenarts het bericht dat Guus nog slechts kort heeft te leven.
Ergens tussen een maand en maximaal een jaar, voorspelt die dierenarts.
En gewichtsverlies is een slecht teken.
Dus ga ik Guus verwennen.
Hij krijgt zoveel eten als hij wil.
Lekker eten.
Dure blikjes.
Ook omdat ik alleen op die manier zijn vier pilletjes per dag erin krijg.
Het heeft gevolgen.
Niet alleen dat ik de pilletjes erin krijg en dat Guus nog leeft (hoera).
Maar ergens het laatste jaar heeft Guus ‘Simon’s Cat‘ aan zijn repertoire toegevoegd.
Hij zeurt. Door voor mijn toetsenbord te zitten en als dat niet helpt er óp.
Hij springt op het aanrecht, hij slaat zijn nagels in mijn rug om de aandacht te vestigen op zijn aanwezigheid.
Hij maait het bureau leeg.
Tot ik overstag ga en extra voer.
Dik wordt Guus niet.
Die diagnose van de hartkwaal is niet helemaal onzin.
Lief is hij óók nog wel.
Maar door mijn extra verwennen wordt hij van ‘Jeanne’s kat’ steeds meer ‘Simon’s Cat’.
Sammie is natuurlijk al Simon’s Cat.
Die is nooit echt Jeanne’s kat geweest.
Chaos
Vijftien jaar kwam ik bij dezelfde dierenartspraktijk.
Die bestond uit twee aardige artsen.
Toen ging er 1 weg en er kwamen er drie bij (de praktijk werd ook steeds groter) en met die drie was ik niet blij.
Zodat ik anderhalve maand geleden besloot mijn knagers voortaan te laten behandelen door de dierenartsenpraktijk die ook de dieren van het Knagerscentrum Heiloo behandelt.
Daarna besloot ik ook Guus er onder te brengen.
Ik maakte een afspraak voor 13 augustus en de nieuwe praktijk zou zijn dossier opvragen bij de oude.
Op 13 augustus was dat nog niet doorgestuurd maar toen ik er een paar dagen later wéér langs moest, was dat wel het geval.
Vandaag krijg ik een brief van de oude praktijk.
Er gaan een hoop dingen door me heen die erin zouden kunnen staan.
Zoals: wat vervelend dat je Guus niet meer aan ons toevertrouwt, is er ergens iets mis gegaan, kunnen we erover praten (zodat we ervan kunnen leren oid).
Of: we hebben gezien dat je Guus hebt weggehaald, nu even duidelijk zijn: behandelen wij Sammie en de kippen en de andere dieren nog wél??
Maar dit staat in de brief die op 22 augustus gedateerd is.
Blijkbaar weet hun computer nog niet dat ik een van hun beste klanten uit het bestand heb gerukt.
Knus (en PM-etje: ik moet het bureau weer eens opruimen)
Dieren
Goed nieuws:
Guus is weliswaar doof maar uit het dinsdag geprikte bloed (ivm de schildklier) is gebleken dat hij goed ingeregeld is.
Als dat zo heet.
Wat ik wil zeggen: hij neemt de juiste medicijnen in de juiste hoeveelheid en daar gaan we dus mee door.
Nog meer goed nieuws:
Madonna eet wat meer.
Zodat ik vandaag geen eetlustopwekker meer heb gegeven (uit angst dat ze vanwege extra stress juist weer stópt met eten).
Als ze zo doorgaat wil ik haar morgen terugzetten in de groep.
Maar hoe onderscheid ik Madonna van de andere Madonna’s want natuurlijk wil ik haar wel extra in de gaten houden.
Minder goed nieuws:
Coco eet nog steeds niet.
De dierenartsassistente vindt haar wel “een leuk, bijdehand konijn” want zodra ze de spuit van het dwangvoer ziet duikt ze al weg.
Misschien, veronderstelt ze, gaat ze eten als ze haar eigen voer heeft.
Of ik dat kan brengen.
Ik breng.
En overleg hoe ik Madonna kan markeren zodat ik haar herken.
Stabilo?
Nee, niet stabilo.
Nagellak.
O. Dat heb ik niet in huis.
Dus aangeschaft bij de drogist en me verbaasd over hoeveel soorten en kleuren er zijn.
Doof
Ik verbaas me erover dat ik zo laat ontdekte dat Guus doof is geworden.
Het lijkt van de ene dag op de andere te zijn gebeurd.
Kan me niet voorstellen dat het zo gaat maar kan me evenmin voorstellen dat het me is ontgaan als er sprake was van een slepend proces.
Ik google op ‘kat doof’ en vindt de verklaringen die de dierenarts ook gaf.
Maar wat ik ook steeds tegenkom:
“Het is natuurlijk overbodig om te zeggen dat je een dove kat niet buiten de tuin moet laten. Hij zal dan niet lang overleven.”
Gelukkig heeft Guus niet zo erg meer de neiging de straat op te gaan tenzij via de voordeur als je die per ongeluk laat openstaan (R.! niet doen!).
Guus vanaf nu binnen opsluiten (wat de meeste sites suggereren) ga ik niet doen.
Dan wordt hij gek.
Ik lees een artikel over iemand die haar kat gebarentaal leerde.
Het ziet er nogal gecompliceerd uit maar ik realiseer me dat ik met dove Eebje ook zoiets deed.
Wanneer die op bed lag te slapen en het was tijd voor rosbief stond ik in de deuropening met een breed armgebaar ‘kom mee’ en dan begreep zij dat beneden lekker eten was.
Ik weet niet wat met Guus moet en mogelijk is.
De aanwijzingen voor ‘foei’ en ‘niet doen’ hoeft hij in elk geval niet te leren.