Aangemodderd
Omdat Guus elke dag zijn pillen moet slikken, verstopt in smakelijk voer, kochten R. en ik bij Ranzijn een leuke selectie hartstikke dure blikjes met vooral variaties op kip, tonijn en inktvis.
Voor de variatie leek mij rundvlees ook wel leuk.
Guus en ook Sammie kijken me daarbij aan of ik ze stront serveer.
En omdat Guus toch écht zijn pilletjes moet slikken haal ik de al uitgeserveerde rundvlees weg en bied kip met kaas.
Dat was een paar dagen geleden.
Vanmiddag zie ik het hartstikke kleine, jonge egeltje op het terras.
Ik buts twee eieren en egeltje vlucht weg.
Ik baal omdat ik net heb gezien dat ik te weinig eieren heb t/m het weekend en ik heb al boodschappen gedaan.
Maar, bedenk ik: egels eten graag nat kattenvoer en die blikjes rund heb ik toch over.
Om vijf uur zet ik het geopende blikje buiten, ik voer alles in de achtertuin, ik loop terug en zie een dikke zwarte kater het blikje leeg eten.
Klaar om weg te vluchten mocht ik gaan gillen.
Wat ik niet doe want: zinloos.
Wel til ik binnen Sammie van zijn eend en zet hem voor het geopende raam.
Sammie loopt naar buiten. Tot op een meter van de zwarte kater.
Mét hoge rug.
Zwarte kater kijkt op, heft het hoofd tot tien cm van het blikje.
Een minuut later sluipt Sammie weer terug.
Ach gossie.
Alsof niet erg genoeg is: hongerig klein egeltje, te weinig eieren, zwarte kater die blikje voor egeltje op eet.
Nu ook nog een slag toegebracht aan het self esteem van mijn lieve rode babyman.
Hulp
Ergens vannacht beneden gestommel.
Dan een harde klap.
Inbrekers? Nee, zal wel niet.
Nog een klap.
Als het aanhoudt vast het nummer van de politie in mijn hoofd prenten.
144? o nee, dat redt een dier.
Een kwartier later de ‘grote prooi’-loei en ik denk: als er nog katten rondlopen met een muis in hun bek zijn er géén inbrekers.
Vanochtend zie ik chaos.
Chaos in de keuken waar de radio van de magnetron is afge’vallen’.
De pillendoos voor Guus ligt op de grond, pillen over de vloer.
De kan van de citruspers ook vanaf het aanrecht tegen de grond gewerkt.
Klaargelegde poststukken bij het halletje overal verspreid.
Dit krijgen muizen niet in hun ‘eentje’ voor elkaar.
Dit móet gedaan zijn door de katten.
De schatjes proberen me te helpen bij het verdelgen van het opdringerige muizentuig.
Peper
Het ochtendpilletje van Guus krijg ik er het makkelijkst in met rosbief.
Dus koop ik bij de Plusmarkt voor elke dag een ons rosbief.
Op donderdag is dat dus vier ons.
Gisteren lagen er maar twee pakjes en vaak vraag ik dan extra af te snijden maar dit keer had ik daar geen zin (fut) in dus ik pakte die twee pakjes en 1x kalkoen en hoopte zo toch het weekend door te komen.
Vandaag zet ik het tweede ons in.
Het blijkt rosbief met peper te zijn.
Heb ik me nu zó vergist?
Ik controleer de verpakking: ‘rosbief’.
Niks over ‘peper’.
Verkeerd gesneden of geplakt dus.
En nu? Een kwartier rijden, winkel in, pakje onder de neus van een snijmeisje duwen en boos doen en geld terug eisen of een nieuw pakje zuivere ros?
Naar de servicebalie gestuurd worden (waar je altijd tien minuten moet wachten) en ja, dan zal ik mijn gelijk wel halen en rijd ik weer een kwartier naar huis terug.
Dat ga ik niet doen.
Dan maar proberen de kalkoen te spreiden en Guus na het eerste hapje (met pil) te paaien met brokjes.
Van R
Een week geleden liet J (“Voor R”) zien wat de vaste stekken waren van Guus en Sammie, die niet verstoord mochten worden tijdens haar afwezigheid. Zij vertrok naar Amerika en ik vestigde me in Grootschermer – en liet alle dozen staan zoals ze stonden.
Maar – ik commentte dat al – die katten doen heel anders als J op pad is. Hier nu de favoriete plekken zoals ze na een paar dagen waren uitgekozen. Er zijn er meer, maar dit zijn de superfavorieten. Ssstt, niet storen, dus niet flitsen, dan is het beeld maar vaag.
Voor R.
Toen Guus en Sammie even niet keken heb ik geheel onopvallend mijn koffertje ingepakt.
Daarna heb ik het in het halletje gezet.
Zodat niemand iets merkt.
Maar katten zijn niet gek en niet alleen Guus merkt iets, Sammie is de laatste week ook aanminniger dan ooit.
Alsmaar op schoot, alsmaar aaien en spinnen.
Voor R. heb ik handleidingen en tips en ’te doen’ achtergelaten.
Véél handleidingen en tips en ’te doen’.
Dit moet er nog bij.
De grote doos naast de eettafel moet blijven staan: wanneer Guus niet ergens op de vloer of boven op het overloopje of buiten op Guus z’n stoel ligt, ligt hij heel vaak dáár.
Verder moet je voorzichtig zijn wanneer je de slaapkamerdeur openduwt: het kán zijn dat Guus er achter ligt.
Heel soms staat hij opeens op het dak van het schuurtje naar binnen te kijken: dan laat je hem natuurlijk direct binnen.
Sammie ligt altijd ergens in een doosje (als hij niet op zijn eend ligt). Dat kán zijn op de scanner (zodat je als je echt iets wil scannen die van de All-in-One moet gebruiken).
Pillen gehaald
Vandaag moest ik de dierenarts bellen om te bespreken hoe het met Guus gaat.
Kreeg ik de pilletjes erin?
Twee wel, één met wat meer moeite.
Die laatste vergruis ik en soms laat Guus korreltjes staan – dat blijkt niet erg.
Ik vraag of het een ramp is als R. er soms niet alle pillen in krijgt.
Een dag overslaan blijkt geen probleem. Het gaat om de continuïteit.
Hoe vaak ademt Guus?
Terwijl hij slaapt: 18x per minuut.
Dit blijkt erg goed nieuws. Als hij maar onder de 30x blijft duidt dit erop dat zijn linkerhartpomp goed z’n werk doet.
Dit moet 1x per 14 dagen geteld.
Ik vraag of Guus opeens dood zal vallen of dat hij langzaam dood zal gaan.
Het kan allebei.
Hartstilstand is mogelijk.
Toenemende ademhalingsproblemen óók (en: waarschijnlijker, als ik het goed heb begrepen).
Nog een manier om het eind te zien naderen: als hij een hangbuik krijgt of een hangborst.
Daar zit dan vocht in.
Hierna bij de assistente pilletjes opgehaald zodat R. vooruit kan.
Vast de Fortekor vergruisd voor morgen en het andere hartpilletje in vieren gesneden tot vér na mijn vertrek.
Guus
Na een paar dagen betrekkelijk moeiteloos pilletjes slikken wil Guus vandaag niet.
Twee krijg ik er toch in (eentje voor driekwart, dat moet het vandaag dan maar wezen).
Het derde minuscule pilletje blijft Guus eruit werken resp omheen eten.
Straks nog eens proberen.
Een kwartier later: spelen.
Sammie achter de slaapkamerdeur, plagend met zijn pootje er onderdoor.
Guus probeert dat pootje te pakken, rent even weg, rent weer terug.
Sammie verbergt zich, dan nóg een keer het pootje.
Guus gaat rollen.
Lol.
(foto’s helaas wat vaag)
Dan is Sammie héél flauw en springt op het nachtkastje.
[Update: in een eetlepel Gourmet Gold tonijn het derde pilletje erin gekregen. Joechei!]
FYI
Beste mensen,
Guus nú is niet anders dan Guus een week geleden.
Hij slaapt veel (hij is 15 en een half!), hij eet graag, hij ligt een deel van de dag op Guus z’n stoel in de tuin, hij maakt ommetjes.
Ook vannacht ving hij een muis.
Guus is lief.
Guus heeft géén pijn.
Guus lijdt niet.
Alleen weet ik nu dat hij een hartkwaal heeft en een te snel werkende schildklier.
Daarvoor heeft Guus pilletjes waarvan ik er twee moeiteloos in krijg en de derde wat moeilijker maar het lúkt wel.
Ik ga een kat die zich gezond gedráágt en die gelukkig lijkt niet laten ‘inslapen’ omdat ik wéét dat hij ziek is en geen 25 zal worden.
Bedankt dus voor alle goed bedoelde ‘maak er toch een eind aan’-adviezen, maar dat gaat niet gebeuren.
Guus sterft wanneer Guus daar zelf aan toe is.
Door een hartstilstand te krijgen of door te laten merken dat hij lijdt.
Zo doe ik het met al mijn dieren: ze leven zolang ze daar zelf plezier aan beleven.
Wanneer het leven ze zwaar valt, maken we daaraan een eind.
Of ze cavia of kip of konijn of kat zijn.
Pilletjes
Vandaag is de derde dag van de pilletjes.
Er is een kleine ronde (tegen de te hard werkende schildklier).
Er is een kwart klein pilletje (tegen het te hard pompende hart).
Er is een iets groter pilletje, meer een tablet (tegen het vocht in de te langzaam leegpompende rechter boezem).
Dat laatste pilletje slikte Guus 1x. Gisteren deed hij er al moeilijk over.
Vandaag vertikt hij het.
Hoe ik het ook verpak, hij werkt het bekwaam uit de rosbief, uit de gekookte mosselen, uit de tartaar, uit de leverworst.
Na twee mislukte pilletjes verpulver ik nummer drie (derde exemplaar van pilsoort drie).
Ik probeer het te mengen door leverworst en probeer daarvan wat op zijn pootje te smeren.
Lukt maar een beetje. Het restant bied ik hem aan. Hij eet het op.
Zodat ik nu denk: pilletje drie (dat op zich niet echt smerig hoeft te zijn) lijkt kwa vorm op de antibiotica.
Waarop hij zichzelf heeft getraind om die te laten liggen.
Morgen dus maar direct verpulveren.
Wat hopelijk de oplossing is.
Anders krijgen Guus en ik nog een héél vervelend laatste jaar van zijn leven (en R. een heel vervelende vakantiemaand).
Weer een muis
Vanmiddag zie ik Sammie op het terrasje achter het huis met iets in zijn mondje.
Ik sta in de startblokken. Klaar om een zielige jonge mus te redden.
Wanneer ik een staartje zie denk ik: muis! hoera! you go, Sammie!
(dat is wat een muizenplaag dóet met een mens)
Ik ga toch naar buiten, eigenlijk vooral om te voorkomen dat Sammie -zoals hij graag doet- de muis binnenbrengt waar die dan nog blijkt te leven en enthousiast een kolonie sticht.
Maar Sammie is me te snel af, sleept de muis naar binnen en legt die op het tapijt.
Ik heb niet veel verstand van muizen maar ik dénk, afgaand op de plaatjes bij google: huismuis.
Sammie loopt weg. Hij eet geen muizen, soms speelt hij met muizen maar eigenlijk is de lol vooral de jacht.
Deze kwam duidelijk uit de schuur want aan zijn snorharen kleefden wat korrels van het isolatiemateriaal waar de muizen doorheen hebben geknaagd.
Heel goed! zo roeien we ze uit – één muis per keer.
Guus eet wel muizen.
Deze ging er met huid en haar en staart helemaal *in*.
Moe
Gisteren waren we alle drie erg moe.
Zelf wou ik vroeg naar bed gaan.
Maar toen ik om half elf nog even inlogde, vleide Guus zich voor me op het bureau en kroop Sammie half op schoot en half op het bureau in Guus.
We zijn een uurtje zo blijven zitten/liggen.
Hadden we nodig.
Daarna kon ik piekeren over hoe ik drie pilletjes per dag in Guus zou krijgen.
Dat bleek niet nodig (althans vandaag niet).
Pilletje voor de schildklier slikte hij door met het eerste stukje rosbief.
Pilletje voor versnellen rechterhart zat in het tweede stukje rosbief.
Kwart pilletje voor vertragen linkerhart moest ik eerst snijden met de pillensnijder en dat kon toen in het derde stukje rosbief.
Goed gedaan, Guus!
Schildklier
Vanochtend zegt dierenarts Arjen dat hij ook het bloed van Guus wil onderzoeken.
Omdat er iets kan zijn met zijn schildklier.
Wanneer ik Guus vanmiddag om vier uur ophaal krijg ik het alarmerende verhaal over de linker hart en het rechter hart.
Daarna ben ik lief voor Guus (maar dat ben ik altijd) en wijkt hij amper van mijn zijde.
Hij zit voor me en kijkt me aan.
Als ik niet beter wist zou ik denken dat hij het wéét.
Om kwart voor negen zit ik te kijken naar een film met Sandra Bullock die ik al zeker vier keer zag maar ik ben dol op Sandra Bullock.
Hugh Grant is een leuk extraatje.
Als ik mezelf dan toch wil afleiden is dit een goede manier.
Er stopt een auto voor mijn deur.
Er wordt iets door de brievenbus gegooid.
(twee geschrokken katten)
Het is een heel klein medicijnflesje.
15 tablet felimazole 2,5 mg.
Kat Guus 1x daags 1 tablet.
Zouden ze vanmiddag een derde medicijn zijn vergeten?
Nee.
Ik google het medicijn.
Dit is tegen hyperthyreoïdie.
Iets met de schildklier.
Hart
Weet ik hoe een hart werkt? vraagt dokter Arjen.
Nee.
Het heeft twee boezems. Aha.
Links zit de pomp die het bloed door het lichaam pompt.
In de rechterboezem wordt bloed verzameld en schoon gemaakt (???) – maar half onthouden, daar was ik al bang voor.
Wat Guus heeft is een zeer zeldzame hartkwaal.
De rechterboezem is nl. extreem vergroot. Wat ook weer drukt op de longen.
Dit kan leiden tot een hartstilstand.
Zijn aderen in de keel zijn verdikt (weet niet of dit met rechts of links te maken heeft).
In elk geval pompt zijn linkerpomp véél te snel.
Dat verklaart waarom hij afvalt.
Probleem (behalve alles): rechts moet harder werken, links moet kalmer aan doen.
Maar de meeste pilletjes richten zich tot het hele hart.
Nu heb ik twee verschillende pilletjes die Guus volgens de dierenarts makkelijk zal slikken.
Wat dan zijn hele leven moet.
Een leven dat naar verwachting max nog een jaar zal duren.
Dokter Arjen schat nl dat Guus tussen ‘over een maand’ en uiterlijk een jaar dood is.
Hij denkt: zes maanden.
Ik heb het Guus nog maar niet verteld.
Loei
Ik wil uitslapen maar word om kwart voor zes gewekt door een loei van een kat.
De kat loeit beneden, de kat loeit voor de slaapkamerdeur en dan weer beneden en dan weer voor de slaapkamer.
Guus?
Ok, denk ik: jullie mogen even in de slaapkamer.
Een half uur.
Sammie komt direct binnen, springt op bed en knuffelt tegen me aan.
Guus gaat even naast het bed zitten en loopt weer weg.
Ik ben nu toch wakker en sta op.
Katten gevoerd, kippenhok opengemaakt, knagers gevoerd.
Guus zit aan de rand van het vloerkleed.
En kijkt me aan.
Ik aai hem. Hoeft niet.
Guus kijkt me aan. Indringend.
Ah! nú zie ik het.
De grote loei duidde op een grote prooi!
Ik prijs Guus uitbundig in de hoop dat dit hem aanmoedigt de ganse muizenplaag in de schuur uit te roeien.
Waarna mijn trotse kater zich te ruste legt in zijn meest recente slaapplaatsdoos.
Links beneden op de foto: grote prooi.
Naar de dierenarts
Er zit niets anders op.
Nu Guus zijn antibiotica niet wil slikken moet hij een prik.
Dús moet hij naar de dierenarts.
Donderdag om half tien wordt hij verwacht.
Bij dokter Arjan.
Aan mij de taak mijn ‘energie’ te beheersen en niet vanaf nu uit te stralen dat er iets ver-schrik-ke-lijks staat te gebeuren en dat Guus er goed aan doet donderdagochtend tegen negen uur uit mijn buurt te blijven als hij wil voorkomen dat hij wordt afgevoerd naar een plek die erger is dan de hel.
Guus
Lion in the Morning Sun
Guus en de pilletjes
Voor wie het interesseert: dat lukt niet zo erg meer.
Woensdag en donderdag kreeg ik een pil naar binnen.
Sindsdien 1x wat snippers en vandaag ongeveer een halve pil.
De antibioticakuur is dus allang ‘gebroken’ en eerst was ik wanhopig maar ik zie wel degelijk verbetering en iemand op twitter zei dat haar dierenarts zei dat ook als de kuur werd gebroken het dan niet per se hopeloos was.
Vandaag zie ik Guus erg met de pootjes wrijven over zijn oogjes.
Ik dénk (maar weet het ook niet) dat het kan zijn omdat de ontsteking verbetert en dat het daarom gaat jeuken.
Nou ja – geen idee eigenlijk.
Maar het ziet er wel beter uit en ik houd vol en hopelijk doen de korreltjes pil die ik in Guus krijg toch wel wat.
Love of my life
Sinds ik een mooie, nieuwe Samsung ultrabook heb, heeft Roelof mijn 1e kleine notebook.
Die eigenlijk een netbook is. Een Toshiba.
Ik droeg hem over met de grootste troep eraf gehaald, een handleiding erbij gedaan mbt wat er nog wel op stond.
Helemaal volledig was ik niet geweest.
Want ergens moest R. inloggen en werd toen geconfronteerd met een vraag.
Hij mailt me dat hij ‘een vraag moest beantwoorden’.
Ik gok: is de vraag misschien wie de ‘love of my life’ is?
Klopt.
R. was denk ik discreet want: wil ik wel vertellen wie de love of my life was en wil hij het wel weten?
Het antwoord is een makkie.
Guus natuurlijk!
O ja, reageert R.