Ach Guus, wat lief! dat had je nou niet hoeven doen…
Het trieste verhaal van Guus en de (spitshuis)muis
Muis in huis
Guus heeft een productieve dag vandaag.
Vanochtend vermoordt hij een mus in de bijkeuken. Vanmiddag komt hij binnen met een grote, dikke muis.
Aan de bouw te zien is het geen rat, maar kwa formaat komt-ie een eind in de richting.
Guus is helemaal opgetogen. En anders dan normaal bijt-ie ‘m niet meteen de strot of nekwervel door om ‘m daarna op te peuzelen maar gaat hij met ‘m spelen.
Loslaten, grijpen, *krijs* doet muis.
Dan: wég is muis. Onder de bank.
En ‘goh’ doet Guus.
Nee! doe ik, til het kleed op dat hangt over de bank, schuif alles opzij dat naast de bank staat. Komop, Guus – vangen!
Guus vangt de muis. En laat ‘m ontsnappen aan de andere kant van de kamer waar ik alle dozen opzij schuif tot – yes! – Guus ook daar de muis vangt.
Waarna hij wéér met ‘m gaat spelen en dan verdwijnt de muis achter het houten kastje onder de vensterbank.
Ik til het weg. Guus kijkt even. Guus loopt weg. Guus gaat naar buiten.
Guus laat mij achter om het probleem op te lossen van wéér een grote in huis losgelaten muis.
Die nu óf hier een eigen bestaan gaat opbouwen óf (te zeer gewond) gaat liggen overlijden en rotten.
Leuk, hoor 🙁
Kussentje
Vorige week was ik met R. bij Ranzijn om dierenvoer te kopen.
R. zou betalen.
Zodat ik, toen ik een kussentje tegenkwam waarvan ik vermoedde dat Sammie het geweldig zou vinden en dat R. duidelijk monsterlijk vond, niet aandrong.
We hebben geen ‘ach toe nou, kóop dat nou voor me’-relatie en evenmin ‘nou, dan betaal ik dit wel zélf’.
Vandaag ben ik zelf bij Ranzijn.
We komen hooi tekort omdat we morgenochtend de nieuwe liefde voor Jozef moeten halen en daartoe drie huisjes gerieflijk moeten inrichten.
Nieuw hooi wordt pas ’s middags bezorgd, vandaar.
Op weg naar het hooi loop ik langs de kussentjes. Het ene is nog lelijker dan het andere.
Zo is er 1 met koe-achtige vlekken met een giraffe-hoofd. En een knalgele waarvan ik niet eens heb gekeken wat voor hoofd hij had.
Deze vind ik nog net acceptabel. Omdat ik weet dat de kleine man ‘m fantastisch zal vinden.
Het eerste uur negeert hij hem. Dan zet ik hem erop en gaat hij heerlijk masturberen (sorry: geen foto).
Dan even mooi poseren voor de foto.
En daarna wassen en slapen en slapen en slapen.
Voor wie mijn katten (soft) porno op twitter niet volgt
Geesten
Ik geloof niet in geesten en voor zover ik er soms een beetje wel in geloof druk ik dat weg.
Zo las ik vorige week het boek ‘Cemetery Walk’ (ik moet het nog bespreken). Toen het opeens over haunted begraafplaatsen ging, bladerde ik snel door. Zo wil ik niet denken, niet voelen, niet bang zijn.
Omdat ik ‘hier’ niet veel aanspraak vind wanneer ik over begraafplaatsen wil praten, zocht ik naar mailing lists op het net.
Eerst maar eens yahoo. Daar vond ik er een paar waarvan me niet direct duidelijk werd wat ze boden.
Een koos ik uit: Death. Maar het ene na het andere verhaal over geesten vloog me om de oren en toen het me ook nog eens een dag niet lukte ze kwijt te raken ondanks een unsubscribe, kreeg ik het écht benauwd.
Nu zijn de Boodschappen gelukkig gestopt (of de creepy ladies bakken taartjes voor hun kleinkinderen en vieren weekend).
Vroeger las ik veel Stephen King.
Het boek dat me het meest is bijgebleven (en het is zeker tien, misschien wel vijftien, misschien wel twintig jaar geleden dat ik het las) is ‘Pet Sematary’.
Over een (dieren)begraafplaats. Als je je dode dier daar begraaft, komt het weer terug. Zeggen ze. En dat blijkt ook waar, alleen is het dan niet meer zoals het was. En van het een komt het ander, maar ik kon het me zo voorstellen – dat de hoofdpersoon het deed. Ondanks de risico’s.
Soms denk ik: als ik me er heel erg voor openstel, zou Eebje dan weer terugkomen?
(Eebje was mijn poes die bijna 23 was toen ze anderhalf jaar geleden dood ging)
Ik stel me voor dat ik aan mijn bureau zit en opeens haar trappelpootjes met de te lange nagels omdat ze nooit meer buitenkwam de trap op hoor komen. Ik stel me voor dat ik op bed lig en dan trip-trip en ik houd mijn ogen gesloten en daar is ze, zwaar ademend en ze vleit zich neer op mijn gezicht zodat ik óók niet meer kan ademen maar dat mag.
Ik denk dan: als ik het echt wil. Als ik me echt openstel. Kan het dan?
Het hoeft niet eens écht te zijn. Ik bedoel: een uur later mag ze weer weg zijn. Of zelfs al na een kwartier. Ze hoeft niet opnieuw echt te leven.
Maar weer heel even Eebje in mijn leven zoals ze wás. Ik zou er een moord voor doen. Bij wijze van spreken want wie vermoord je nou om dat te bereiken.
Dit nav bladeren in oude kattenfoto’s en deze tegenkomen.
Die op de vensterbank is van 2006, die op bed is van 2008.
Moederhart
Mijn moederhart is dolblij als mijn dieren een paar weken *niet* naar de dierenarts hoeven.
En mijn verstandige verstand zegt: houen zo. Concreet: neem er geen nieuwe bij.
Mbt de konijnen is er geen keus.
Die floreren als paartje. Daar kun je niet een andere bij zetten of meerdere andere zonder dat het een matpartij wordt.
De kippen – zou kunnen.
Maar die wil ik wel van een vertrouwd adres. Niet omdat het zo nodig móet.
Ze komen wel op mijn pad.
Katten? Ik zóu wel een kitten willen.
Ik zou zelfs wel een derde volwassen kat willen indien die ergens weg moet (dus: zielig is).
Daaraan staan geen wetten in de weg maar wel praktische bezwaren in de vorm van Sammie. Lief, maar jaloers kreng dat-ie is.
Cavia’s dan.
Ik heb er nu zeven.
Als meeste had ik er ooit twaalf.
Daar is ruimte voor.
En eigenlijk had ik verwacht dat die zich in de zomer bij het Knaagdierencentrum bij tientallen zouden aandienen.
Dames natuurlijk. Want mijn verder zoete haremhouder Kopan vindt een extra man geen goed idee.
Alleen: er worden alleen herencaven bij de Opvang afgeleverd.
En: die worden zelfs vrij snel weer opgehaald.
Ik weet dat ik het niet moet doen maar ik kijk toch op marktplaats.
Of er caven zijn die iemand in een straal van 15 km gratis kwijt wil.
Die zijn er. Maar er zijn ook (zo opent die pagina) 2 beeldschone lichtzwarte kittens in Purmerend en er zijn drie ongelooflijk snoezige kittens in Grootschermer.
Gelukkig zijn die gereserveerd.
Gemeld muisje
Op aanraden van Hippo meldde ik laatst dit muisje bij de Zoogdierenvereniging.
Ik hoorde er niets meer van maar weet nu (ook weer via Hippo) dat het is herkend als ‘bosmuisje‘.
Ook via Hippo: Via http://www.zoogdieratlas.nl/Provincies/tabid/61/Default.aspx kun je voor Nederland per soort bekijken wat er gemeld is, via http://www.zoogdieratlas.nl/Provincies/NoordHolland/tabid/69/Default.aspx voor Noord-Holland.
Hippo had zelf trouwens ook een gevonden prooi (die kwa smerigheid dat lieve muisje verre overstijgt)…
Eend ingeruild voor Uil
Gisteren hadden R. en ik het er nog over: zouden we Eend kunnen wassen?
Omdat Sammie het afgelopen jaar wat vaak met Eend de liefde heeft bedreven waardoor Eend wat smoezelig is geraakt. Ook verloor Eend z’n fluffyness.
De wasmachine leek ons riskant. Zowel voor Eend als voor de machine.
Handwas dan? Mm – niet zo’n zin in. En bovendien: zou Eend daardoor wél fluffy blijven?
En nog meer bovendien: zou Sammie dan weer van Eend gaan houden, want de laatste weken zie ik hem eigenlijk nooit meer met Eend in de weer.
Vandaag wordt veel duidelijk.
Sammie ziet een nieuwe lekkere meid/knul waarmee hij lekker aan de gang gaat.
Het begin overviel me, daarom geen flitser aan en vage foto’s.
Later was de kleine man helemaal in the groove en keek de christmas tree from hell verbijsterd toe.
Kattenveiligheidsgordel
Mail van ZooPlus: een geweldige aanbieding hebben ze voor me.
Van € 9,99 voor € 7,99: een veiligheidsgordel voor de kat. Kijk deze kat zit zoet te zitten in de auto.
Ik zie het helemaal voor me. “Kom, Sambam,” zeg ik, pak de kleine man losjes in de armen, loop ermee naar de auto, doe de passagiersdeur open, zet Sammie op de stoel en gesp hem secuur in z’n gordel.
Waarna ik Guus ga halen om die in het andere tuigje te doen.
Andere mensen lukt dat wel.
Althans, als die enthousiaste reacties op de site van ZooPlus niet allemaal door de handelaar zelf zijn verzonnen.
Foto’s
Kadootjes
Voor wie zich zorgen maakt: Sammie en ik hebben een rustige nacht beleefd.
Ik sliep misschien wat licht en ben nu daardoor wat moe, maar dat kan ik mijn lieve kleine man niet verwijten.
Ergens in de nacht deed Guus beneden de ‘grote prooi’-loei wat wees op een mini-muisje.
De schat bleek het vanochtend op mijn handtas te hebben gelegd.
Om niet achter te blijven ving Sammie net een jonge mus.
Gelukkig beet hij de strot meteen door zodat het diertje niet te lang hoefde te lijden.
Zelf ga ik nu naar de Plusmarkt omdat ik (stom!) gisteren per ongeluk rosbief met peper kocht ipv gewone rosbief.
Dat is niet alleen slecht voor katten, Sammie lust het niet.
(foto’s van de kadootjes van de katten volgen later – ik neem aan dat iedereen weet hoe een ons rosbief eruit ziet dus dat ga ik niet fotograferen)
Pets!
In de nacht van 28 op 29 december 2007 mepte Sammie me opeens op mijn gezicht.
Op mijn oog om precies te zijn. Een paar dagen later deed hij het nog eens. Nu raakte hij me in m’n haar. Dat zag er in elk geval niet zo gruwelijk uit.
Het gebeurde ’s nachts. Ik sliep, hij sprong op bed en haalde uit.
“Omdat het kón” interpreteerde de gedragstherapeute van de dierenarts en gaf me gedragsoefeningen (voor mij) en een rustverspreidende walm (voor Sammie).
Daarna deed hij het nog een aantal keren naar oude poes Eebje en een héél enkele keer naar mij. Maar laatst dacht ik nog: wat fijn nou dat hij sindsdien weer een lieve, kleine miniman is geworden.
Tot vannacht.
Eerst sliep hij op de andere helft van het bed. Toen kroop hij tegen me aan, likte mijn gezicht, likte mijn handen.
En spinnen maar!
O, wat hield-ie toch veel van mij.
Later vannacht lag ik een tijdje wakker, Sammie lag naast me, ik aaide hem, ik stopte mijn gezicht in zijn lijfje, hij spinde, hij maakte geluidjes, hij spinde en … pets! Stomtoevallig niet op mijn oog maar net in de haarlijn.
Guus keek toe vanaf de vensterbank. En volstrekt irrationeel denk ik dan dat die óf Sammie in mekaar slaat (het voor mij opnemend) óf mij komt troosten. Niets.
Een paar uur later is dit de situatie.
Ik heb voor alle zekerheid maar weer een nieuwe flacon rustverspreidende walm opgehangen.
Te doen
Vanochtend maak ik een te-doen-lijstje.
Met érg weinig klussen erop – op aanraden van R.
1 ding heb ik voor elkaar gekregen (en dat stond niet op het lijstje) en dat was Panda activeren op de nieuwe PC.
Verder stelde ik aan Paradigit per mail vragen over de nieuwe PC. Om elf uur een mail: wanneer het mij schikte om daar een uur voor uit te trekken.
Een uur? Haha. Dacht ik. Dat is toch binnen max 10 minuten uitvoerig beantwoord?
Tien minuten later gaat de telefoon en ontdekken we dat de Helpdeskmedewerker niet in mijn PC kan kijken.
Ik zou hem een bestand moeten toesturen maar een maagdelijk Windows 7 heeft geen mailprogramma.
Dus beschrijf ik wat ik zie. Dat maakt het niet duidelijker.
Kan ik een printscreen maken? Ja! dat kan ik! (pas een half jaar maar dat doet er nu niet toe)
En dan via een usb-stick op de andere PC zetten en toemailen.
Toen (omdat sommige beelden zich niet lieten printscreenen) ook nog foto’s gemaakt van het beeld.
Nu (ruim viereneenhalf uur later) zijn we in het stadium beland dat ik de mailtjes van de Helpdesk als volstrekt cryptisch begin te ervaren en dus écht domme vragen ga stellen. Althans dat denk ik.
Dit is Sammie vanochtend toen ik bezig was met het maken van dat lijstje.
(Van oogontsteking) herstellende kater is bereid even te poseren
Jonkies
Ik moet bij de dierenarts pillen ophalen voor Guus.
Net voor mij komt een kogelronde Engelse bulldog binnen.
Moddervet, vermoed ik, maar dat blijkt niet juist.
Ze is hoogzwanger. Er is ‘ontsluiting’.
En ze moet even wachten tot dierenarts Martin uit de vergadering is.
Hijg-hijg doet de hond. En niet zo’n beetje.
Arm dier, zeg ik tegen de leuke geblondeerde vrouw met 1 volledig getatoeerde arm die haar halsband vasthoudt. Zo warm en dan ook nog moeten bevallen. Is het de eerste keer? Voor haar wel, zegt de vrouw. Hoeveel jongen ze krijgt? Dat weten ze nog niet.
Spannend, vinden we allebei.
Worden de weeën opgewekt, vraag ik alsof ik verstand heb van bulldogs die moeten bevallen.
Nee, ze krijgt een keizersnee. Oei. Dat is een hele ingreep voor een hond.
“Hoe heet je,” vraag ik de a.s. moeder. ‘Billie’ antwoordt namens haar de leuke vrouw.
Waarop Billie ondanks de hitte en het hijgen een linkerpootje optilt en dat de vrouw laat vasthouden.
“Wat schattig!” kir ik en “er is nog een puppie over” zegt de man die bij de vrouw en Billie hoort.
Maar ik leg uit dat ik mijn katten al niet aan kan laat staan een hond.
Thuis gaat het pilletje er bij Guus moeiteloos in (in stukje rosbief).
Wel moest ik hem eerst binnenlokken want wijs geworden door zijn nare ervaring van gisteren is hij direct daarheen gevlucht toen hij mijn auto hoorde parkeren.
En als Tashi het goed vindt mag ik zondag met haar en L. een wandeling maken.
Yeah.
Dierenarts
Het is gelukt.
R. sloop mee naar binnen en Guus zat nog boven. Zodat ik hem lokte met rosbief en hij kwam en zag toen wél R. en wandelde richting uitgang waar hij niet verder kon en R. hem greep en ik het mandje te voorschijn toverde.
Guus krijste en krijste en loeide en loeide en ik had z’n mandje gerieflijk ingericht met een dik badlaken maar dat schopte hij meteen in een hoek.
Toen ging hij in de auto ook nog hyperventileren en eenmaal bij de dierenarts besloten we buiten te wachten ipv in de wachtkamer met al die andere zielige katten en nieuwsgierige honden.
Bij dierenarts Jessica maakte Guus zijn reputatie van érg bange kat helemaal waar.
Als een in elkaar gedoken hoopje ellende liet hij zich uit het mandje schuiven, plaste alles onder van angst en kreeg toen 2 prikjes, Stronghold in de nek en een anti-wormenpil. Aangezien we nu, zoals dierenarts Jessica formuleerde, meteen maar de hele APK deden.
4x per dag oogjes zalven is met Guus geen optie dus moest het met spuit antibiotica en spuit pijnstiller/ontstekingsremmer en vanaf morgen moet ik proberen dat laatste er in de vorm van pilletjes in te krijgen.
Weer thuis vluchtte Guus de tuin in maar kwam daar na een uur ook weer uit.
(en kreeg rosbief)
Ik hoop niet dat dit snel nóg eens moet.
Naar de dierenarts
Guus heeft een ontstoken oogje.
Dat heeft Guus wel vaker en meestal trekt het vanzelf weer weg. Zodat ik daar in overleg met de dierenarts niets aan doe. Aangezien Guus zich niet een paar keer per dag even laat oppakken en vasthouden om iets in de oogjes te laten smeren.
Nu is het rechteroogje zo erg ontstoken dat er niets anders opzit.
R. en ik leveren Guus om twee uur af bij de dierenarts. We hoeven hem alleen eerst even te vangen (en vraag me niet hoe ik daarná zalf ga smeren).
Mbt het vangen hebben we een plan.
Ik doe ongemerkt door Guus het luikje tussen bijkeuken en schuur dicht.
Dan haal ik R.
Die sluipt het huis binnen zodat Guus pas laat dooor heeft dat hij er is en dus láát de bijkeuken invlucht waar R. hem dan kan grijpen waarna ik toesprint met het mandje en: bingo.
Alleen is het schuifje om het luikje af te sluiten zoek. Zodat ik iets in mekaar moest prutsen met karton.
Stiekem toen Guus naar buiten was. Alleen blijkt wanneer ik de schuur in loop dat Guus mijn gepruts vanaf de andere kant van het luikje aandachtig heeft gevolgd.
Er stopt een auto in de straat. Guus wil wég.
Ik doe boodschappen en kom het huis in. Guus staat over mijn schouder te loeren of ik wel alleen ben.
Guus heeft het door.