Heel fijn, dank je wel dappere krijger (en wat blijft zo’n beest nog lang ademen)
Binnen- en buitenwereld
Binnen ligt Guus op mijn bureau te slapen
en buiten heerst de dooi
Simon’s Cat
Het is weer zover, en wéér voor de deur naar het halletje (dus geen krant)
Rat
Ik wil de krant uit de brievenbus halen en direct voor de deur naar het halletje: een dode rat.
Hoewel, is-ie wel dood. Hij ziet eruit alsof hij is gestruikeld en op zijn buikje is gevallen.
Ik ben bang dat wanneer ik hem opruim hij uit z’n shock ontwaakt en worstelt en wegrent. Zodat ik dan niet alleen muizen maar ook een rat in huis heb.
Ik fotografeer ‘m. Niet zozeer voor Guus z’n plakboek maar om ‘m zo beter te kunnen bekijken. Liever dát dan me er over buigen en eens goed observeren.
Alleen wil de foto niet erg.
Een uur later: hij ligt er nog steeds.
Hij zal dus toch wel dood zijn. En moet nu opgeruimd.
Op momenten als deze wou ik dat ik een man had.
Ervan uitgaand dat het er 1 was die zijn hand niet zou omdraaien voor het ruimen van lijken of in elk geval zich niet zou willen laten kennen en het om die reden ‘gewoon’ zou doen.
Doet auditie voor rol in horror-film
Mijn allereerste filmpje (let op: voor boven de 18!)
httpv://www.youtube.com/watch?v=0fMFq3S_Ies
Bloed
Mijn katten vechten soms.
Meestal met elkaar, een heel enkele keer met andere katten.
Wanneer ze gewond thuis komen troost ik ze en bevestig ik ze in de gedachte dat er héél gemene ándere katten zijn. Wat een boeven dat die mijn lieve kleine babypoesjes zo hebben toegetakeld.
Wanneer ik gisteravond thuis kom wachten Sammie en Guus me op.
Guus’z’n hoofdje zit onder het bloed dus houd ik de ‘gemene andere katten’-riedel en troost hem.
Vandaag is er nog steeds iets van dat bloed te zien.
Alleen weet ik nu dat het niet zijn eigen bloed is
Even inzoemen
Kwaliteitsmoment
Lunch
Van beneden de bekende loei van ‘grote prooi!’ en ik wil niet flauw zijn dus loop de trap af naar Guus die zonder iets in de mond midden in de kamer staat.
Ik kijk rond. Zit ergens een panische meerkoet? Turkse tortel misschien? Giga-rat?
Laat maar zien, zeg ik tegen Guus en loer voorzichtig in de keuken.
Aha.
Lekker!
Nog even neerleggen om een foto te laten maken voor z’n fotoboek.
Dan is het kraak-kraak-botjes en hap-smak-wég en prijs ik uitbundig mijn Grote Krijger die in deze tijden van crisis voor de eigen middagsnack heeft gezorgd.
Ja! ik kom erbij
Drama
Ik lig heerlijk te slapen in de wetenschap dat het wel acht uur mag worden zonder dat ik iets hóef.
Guus denkt daar anders over. Die springt op bed en gaat hard spinnen (das oké) en geeft me dan een érg hard kopje tegen het rechteroog dat *bijna* weer normaal is gekleurd na de dreun die Tashi me vorige week toediende.
Dan, buiten: gekrijs van vechtende katten. Guus spoedt zich naar de vensterbank. Ik kan me niet voorstellen dat hij iets ziet, het klinkt als ergens twee tuinen verderop en dan dichtbij de sloot.
Nu toch ‘wakker’ sta ik op, voer Guus en zie Sammie binnenkomen. Nat. In de sloot gegooid. Vroeger dacht ik dan ‘in de vijver’ maar die is dit jaar zo goed afgeschermd, dat kán dus niet. Bovendien klonk de vechtpartij van verder weg.
Sammie maakt zich schoon. Zo’n beetje. Op het aanrecht. En later op mijn bureau.
Héél toevallig net op de print van mijn volgende reis die hierna onleesbaar is.
Dieren
Vandaag was een dag van dieren.
Wat bij mij niet erg bijzonder is (I know).
Het begon met Sammie die vannacht voor het eerst in dagen (sinds ik die kitten bestelde) weer op bed lag. Vijf minuten voor de wekker ging heb ik hem zéér liefdevol geaaid en excuses aangeboden en eerst gaf hij geen sjoege maar toen ging hij hard spinnen.
Beneden geleidde Guus me naast de deur naar het halletje. Daar zat een meerkoet.
Ik gaf de katten brokjes. Ik bekeek de meerkoet.
Ietsje geplukt. Geen gebroken nek. Wel in shock. Wat te doen.
Ik pakte een theedoek en pakte zo de meerkoet die nat was van onderen wat ook kon komen door paniekpoep (die in die hoek op de grond lag).
Ik zette meerkoet buiten. En trof hem een paar uur later aan bij de houtstapel waar hij zich toen strompelend uit de voeten maakte. Later zag ik hem niet meer. Ik zocht ook niet echt. Het kan zijn dat hij is gestorven onder een struik.
Ik voerde knagers, ik voerde kippen, ik was lief voor Tashi. Die in een enthousiaste bui vanmiddag naar mijn gezicht sprong zodat ik nu een erg klein blauw oog(je) heb wat niet te vergelijken is met die keer dat Sammie me verrot sloeg.
Ik hád vandaag een kitten kunnen hebben. Ik zei nee. Ik heb daar spijt van. Niet echt spijt als in ‘ik had het wel moeten doen’. Maar spijt als ik ‘ik wil echt dolgraag een kitten, mijn hart/ziel verlangt naar een kitten’ – zoals andervrouws ziel kan verlangen naar een kind.
Verstandig
I’ve got mail.
Er is nog een poesje over. Mensen zijn het niet komen ophalen. Of ik nog belangstelling heb.
JA! is mijn eerste reactie. En: dit is een teken! Dit poesje en ik zijn voor elkaar bestemd!
Dan denk ik weer aan Sammie.
Sammie die sinds hij weet dat ik om een kitten heb geworven twee nachten niet op bed heeft geslapen. Net vannacht weer wél. Maar lang niet zo knuffelig als anders.
Ik bedoel: dat komt dus nét pas weer een beetje goed tussen hem en mij.
Zal ik er nog even over denken (dacht ik toen).
Maar: nee, ik zie er vanaf schrijf ik en druk op de Send-knop.
Snel en onherroepelijk.
Drie minuten later kruipt hij op schoot, Sammie.
En spint hárd.
(ik geloof niet in toeval)
Geen kitten
R. heeft me gisteren overtuigd (en eigenlijk wist ik het al): er komt geen kitten.
Omdat Sammie erg jaloers is. En neigt tot agressie.
Goeie kans dus dat hij ook na een aantal weken kitten nog steeds niet accepteert maar die steeds weer aanvliegt.
En goeie kans dat hij intussen erg ongelukkig is.
En ik dus ook.
Simon’s Cat
Simon’s Cat
Kitten
Ik wil wel – een nieuwe kat.
Omdat mijn hart groot is (klinkt mooi) of omdat mijn natuurlijk evenwicht drie is (zou dat het zijn?).
Ik heb gedacht: Guus en mn Sammie *willen* geen derde kat.
Ik heb er daarom niks aan gedaan.
Tot vanavond.
Of eigenlijk al tot gistermiddag.
Toen ik tot mijn verbazing zag (op marktplaats) dat mensen doodgewone bastaardkittens aanboden voor honderden Euro’s aangezien er nu weinig kittens zijn te krijgen.
Nou ja 🙁
Vanavond kijk ik weer.
En ik weet niet eens zeker waarom.
Eerst zie ik dure raskatten. Dan Willemien van anderhalf die graag naar buiten wil.
Willemien lijkt me een leuke kat. Maar hoe leg ik Willemien als ik haar zou nemen uit dat ze eerst moet wennen aan mij en het huis voor ze de benen neemt.
Toch mail ik haar eigenaar over haar.
Klik-klik-klik.
Ergens in Zuid-Holland zijn kittens van 8 weken à € 15.
En het gaat me *niet* om de prijs!
Maar die kittens, die lopen niet direct weg. Die vindt Sammie denk ik ook niet direct een Giga Vijand. Dat zou dus wat kunnen zijn.
Zal ik bellen?
Mm – das misschien een beetje laat (op de avond).
Ik stuur een mail.
Half hopend dat ik morgen een kitten kan gaan halen, half hopend dat ik te laat ben.
[ik was te laat]