Wakker
Veel muggen vannacht maar wel heel fijn: Guus slaapt op mijn hoofdkussen.
Iets minder fijn: Eebje die op het aangrenzende kussen ligt vindt het weer eens nodig een pootje in mijn oog te duwen. Een oog dat in een reflex net open gaat. En door de klap erg pijn doet, volstroomt met helende tranen en -gelukkig- ik ben niet blind.
Beetje rood is het oog. Maar het had erger kunnen zijn.
Beneden tref ik aan wat Guus heeft gepresteerd voordat hij zo zoet op mijn kussen kwam slapen.
Ik verzuimde er een centimeter naast te leggen maar volgens mij is dit een jonge rat.
Wat er van over is dan.
Zo’n dag dus weer
Simon’s cat
Dit kreeg ik toegestuurd door Jonneke toen ik vertelde dat ik Sammie niet slaapmiddelen ging toedienen opdat ik zelf kan uitslapen.
Nacht
Het wordt (weer) een plaknacht, zei gisteren Marjon de Hond.
Ze had gelijk.
Het was dan ook een nacht met weinig slaap en veel woelen.
En telkens wanneer ik wakker werd was daar Eebje. Om zacht mijn hand te likken en hard te spinnen, opgetogen dat het vrouwtje wakker was. Dat het vrouwtje er wás.
Lief simpel stokdoof dementerend poesje.
Met als mooiste beleving ik (en slapen en rosbief).
Tien
Als het zo warm is kun je beter wat afstand houden (doen mensen ook)
Zachte pootjes, echte liefde
Het wordt een Hele Mooie Dag
Helaas – nog 1
Het is zondag en het regent
De kat heeft honger
Getipt door Francisco van Jole (op Twitter)
Gatverdámme Eebje :-( (precies midden op bed)
(Kleine) prooi
Ik weet niet wat ik ga eten. Ik weet niet eens óf ik (echt) ga eten.
Dus sta ik in de keuken doppinda’s naar binnen te proppen wanneer Guus binnen komt met ‘kleine prooi’.
Zo klein dat ik zonder bril niet direct zie wat het is.
Het is een winterkoning.
O – shit!
(en mussen zijn ook heel erg maar de winterkoning, dat mini-vogeltje met het grote geluid en het parmantige staartje – dat doet pijn)
Ik pak op – voorzichtig, want stel dat het nog leeft dan wil ik het niet meteen dooddrukken.
Het leeft en vliegt tegen een gordijn. Waar ik het wéér pak en nog een keer laat ontsnappen.
Nu beneden én boven (ik zag niet waar het heen ging) alle ramen open.
You go – winterkoning!
Tien minuten niks.
Dan opeens: tegen een gordijn. Waar Sammie ‘m (jump! 2 meter hoog) moeiteloos uit plukt.
En (stom!) neerlegt zodat ik een op het oog érg dood slap vogeltje oppak, naar het open raam draag, een schietgebedje zeg (die bidprentjes gaan niet in je kouwe kleren zitten) en dan vogeltje op een gestrekte hand buiten het raam hou.
Heel even niks.
Dan wég vliegt winterkoning.
‘Mijn dag is weer goed’ klinkt misschien wat overdreven maar ja, dit is zo’n moment van geluk.
’s Kijken wie de sterkste is
Op de nieuwe scanner ligt wel een oude theedoek ter bescherming, maar er staat géén doosje voor Sammie op.
Zodat die met een boze kop op de vloer in een klein doosje ligt.
Natuurlijk *is* er wel een doosje nl. rechts op mijn bureau, waar hij vroeger graag lag. Alleen: nu niet meer. En een half uur later ligt hij tóch op de scanner. Op een erg ongemakkelijke manier.
Tja enzo (de huidige situatie dus)
Lekker in het zonnetje op de scanner die dadelijk wordt ontmanteld
Mandje
Een spannend kattenboek in plaatjes
Guus liet er precies drie vleugelpennen van over (vervolg serie kan op verzoek óók geplaatst…)