Gevangen (voor het eerst sinds de rust-verstuiver hangt)
Een prachtige jonge rat
Waaghals
Mijn schatjes
Sammie
Voor katten die gewend zijn dat ik *bijna* 24/7 thuis ben en om tien uur in bed rol was het schrikken dat ik gisteravond pas tegen twaalf uur binnen stapte.
Tuurlijk wouen ze eten. Guus en Sammie stonden al achter de deur, Eebje moest boven even worden wakker gemaakt.
Nog wat mailen, om kwart voor 1 eindelijk naar bed.
Tegen mijn nek Eebje (dat is normaal). Tegen mijn hoofd Sammie – hevig spinnend.
Wanneer ik mijn hand naar hem uitstrek legt hij zijn kopje erop. Met een zucht van verrukking en wat extra druk die (denk ik) betekent: niet weghalen.
Inslapen wordt er niet makkelijker van maar lief is het wel.
Nu, op het bureau, direct naast me, slapend in zijn nieuwe doosje: Sam.
Pootje over het gezichtje. Diep ademend. Totaal op zijn gemak.
Ik beheers me en duw niet mijn gezicht in zijn lijfje.
Nieuwe poging tot boeken in een doos opbergen
Pootje
Ik kruip er even bij
Boeken
Ik wil – ordelijk tiepje dat ik ben (haha) – wat recent ingevoerde boeken opbergen in dozen. Dus zet ik een doos op het bureau met een stapel boeken.
Tien seconden later gebeurt dit (en als ik groot en sterk was zou ik zeggen: scheer je weg, kat, ik ben hier de baas en ik had wat anders in mijn hoofd)
Paard
Het gaat niet goed met paarden, ze worden slecht verzorgd – ik hoor het in het krantenoverzicht in het Radio 1 Journaal.
Dat moet anders, vindt de Dierenbescherming, want: “een paard is geen cavia”.
Zou de Dierenbescherming dat écht gezegd hebben, denk ik. Want dat is héél onaardig over (hoe om te gaan met) cavia’s.
Ik zoek het op in de krant. Het is erger. De meneer van de Dierenbescherming zei: “Een paard is absoluut geen kat of cavia.” 🙁
Nacht 3
Vannacht, ik word wakker. Ik lig op mijn rug, Sammie zit op mijn buik en kijkt me aan.
Ik aai hem. Hij gaat nu gestrekt op me liggen.
Dilemma.
Want het is liefdevol bedoeld (denk ik) maar zo kan ik niet slapen.
Voorzichtig maak ik me los.
De rest van de nacht slaap ik (te) licht.
Ook omdat ik iets heb om over te piekeren. Iets anders dan of Sammie me zal aanvliegen bedoel ik.
1x voel ik een kras over mijn wang. Het is Eebje maar die nóg dichter tegen mijn hoofd wil liggen en hoopt dat plekje zo te bereiken.
Aan het voeteneind liggen Guus en Sammie. Samen maar niet tegen elkaar.
Ik probeer ze niet aan te raken/storen.
Alles gaat goed. Tot half zes wanneer ze onder het bed gaan vechten.
Eigenlijk was het best een fijne nacht.
Op dat piekeren na.
Cujo-Sammie
Nacht 2
Het duurt tot twee uur voor Guus op bed komt.
En om vijf uur: Eebje.
Een half uur later: een kotsend Eebje dat ik nog net op tijd van bed kan duwen.
Waarna ik de kots moet opruimen met licht aan dus denkt Sammie dat we opstaan.
Wat op zichzelf om half zes niet zo’n vreemde gedachte is ware het niet dat het zondag is en ik tot half acht (Femke en Agnes naar buiten laten) mag uitslapen.
Ik kruip weer in bed met Eebje tegen mijn hoofd.
Op de vensterbank zitten Guus en Sammie naar me te kijken.
Ik ben er niet gerust op.
Dus sta ik om zes uur op.
Sammie komt niet welkom-been-wrijven.
Sammie is al dagen niet meer aanhalig.
Hij zeurt wel om eten. Dat hij dan niet krijgt (buiten de normale tijd) omdat ik ‘ik ben baas’ moet uitstralen.
Nacht 1
Nacht 1 was niet wat ik me ervan had voorgesteld.
Pas om vier uur kwam Guus op bed. Om vijf uur Eebje.
Van wie ik me nu (na twee nachten rond die tijd) afvraag of ze misschien elke nacht om vijf uur even is komen proberen of de deur toch open was.
Om daarna (het is geen assertief krab-krijssertje) teleurgesteld weer af te druipen.
Om zes uur: Sammie. Naast mijn hoofd. Zeurzeikend dat ik moet opstaan.
Ik kijk hem aan en ben niet echt vol vertrouwen.
Bovendien heb ik nu een probleem want ik wil inderdaad binnen een half uur opstaan maar als ik dat doe denkt het kleine kreng dat ik het doe omdat hij me dat heeft opgedragen en dat past niet in ons nieuwe contact.
Om half zeven toch maar uit bed.
Goed nieuws: na het ontbijt gaat Guus – zoals het hoort – terug naar bed.
Om elf uur volgt Eeb.
Er is vandaag geen tijd voor een middagdut dus de tweede ultieme test of het karakter van de kleine man in positieve zin is bijgesteld is pas vannacht.
Deur open
De dierenarts zegt dat de slaapkamerdeur weer open mag.
Nadat hij eerst (oprecht denk ik en dacht ook R.) vroeg of ik het eigenlijk niet heel *rustig* vond: slapen zonder katten op bed.
En wanneer ik dan zeg dat ik die ene kat tegen mijn hoofd zo miste en die andere in mijn armen krijg ik opeens een wat zielig beeld van mezelf: het kattenvrouwtje.
Geen LD voor woeste passie of zelfs maar heerlijk knuffelen. Maar een kat tegen het hoofd en een andere in de armen. En wanneer die er niet zijn na twee weken tegen het plafond vliegen van eenzaamheid.
De deur naar de slaapkamer staat nu al een uur open.
Beneden op de bank slapen Sammie en Eebje.
Ook beneden op een doos met boeken slaapt Guus.
In overtreding
Vannacht overtrad ik het verbod van de dokter.
Omdat Guus me toen ik naar bed ging zoals elke avond aankeek met die blik ‘wat zou ik graag op je kussen slapen maar het mag vast weer niet’.
Ik smolt. En ik dacht: ‘ik wil ook met jóu slapen’. En consenting adults enzo.
Dus Guus binnengelaten, de deur op een kier gezet en toen hij om vier uur een nachtwandeling ging maken de deur gesloten. Maar niet hard in het slot.
Zodat om half zes Eebje die openduwt, op bed springt en me dol-enthousiast bespint en bekopt en belikt.
Ik ben gelukkig.
Zojuist caaf Cecilia afgeleverd bij de dokter voor operatie aan een cyste.
“Is Petra er” aan assistente Evelien gevraagd omdat Petra de deskundige is mbt kattengedrag. Petra is er niet.
Theo? Die wel maar dat is de dierenarts en die spreek ik om half drie.
Hij móet zeggen dat de slaapkamer weer open mag.
En anders doe ik het waarschijnlijk tóch.
Wegens: been too lonely too long.
Opruimen
Alle reisboeken en alle geschiedenisboeken zijn ingevoerd in de Winkel. Ze zijn nog niet allemaal zichtbaar voor de gretige koper: dat duurt nog 2-3 weken. Meer 3 dan 2.
Wel moeten ze opgeruimd zodat ik weer kan lopen over mijn kamervloer.
Deze plank lijkt geschikt (als ik wat er aan ‘uit te zoeken en op te ruimen’ even elders leg en daarvan maakte ik ook een foto maar die is mislukt)
Zo’n drie kwartier later
Netjes. En die opgeruimde vloer óók (alleen nog even die ene lege doos naar beneden brengen)
Helaas – te laat
totnutoe-13
“Hoe gaat het met je” vroeg C.
Zodat ik vertel over Sammie die me aanviel aangezien dat wel het spannendste is dat ik de laatste tijd heb meegemaakt.
Zoiets vreemds heeft hij nog nooit gehoord, zegt C.
Zodat ik mezelf opeens een heel merkwaardig verhaal over ‘knopje om’ en dominantie en gedragstherapie hoor vertellen.
Hoe het nu gaat – die vraag is pas echt moeilijk.
Hij valt me niet aan. Maar de ultieme test (ik slapend in bed) is ook niet geweest.
Vanavond, ik zit na voeren aan mijn bureau, Sammie staat naast me en mauwt.
En loopt naar de slaapkamerdeur. Nee, zeg ik.
Dan zit hij op het bureau naast me en wil aaien. Daarna op schoot en aaien.
Wel een kwartier alles bij elkaar.
Tot hij er genoeg van heeft.
Dit was denk ik ok.
Of het ok genoeg was zal vrijdag blijken in het gesprek met z’n dokter.
totnutoe-12
Eebje houdt weer afstand. Guus ligt een deel van de dag op mijn bureau.
Om 1 uur daalde Sammie neer van de monitor en kwam bij me liggen voor aaien. Ik aaide. Ook het buikje dat hij me aanbood. Spinnen. Hij en ik.
Toen wou hij gelikt door Guus die er direct naast lag op het bureau. Guus deed of hij sliep. Sammie werd niet agressief (dat is goed).
Na tien minuten had hij genoeg van mij en sprong weer op de monitor waar hij zijn piemeltje ging likken (niet dat er erg gerampetamd was maar misschien was buikje wrijven ook adekwaat).
Echte liefde voelde ik van hem naar mij trouwens niet. Meer behoeftebevrediging.
totnutoe-11
Vandaag ben ik slap geweest. Ik hield het niet meer.
Eerst had ik een kutnacht. Elk half uur zag ik op de wekker. Ik wist niet dat een vrouw zoveel hazeslaapjes met zoveel kutdromen kon hebben.
Om half zes stond ik op, voorbereid op Sammie en Guus achter de deur. Niemand.
Naar beneden, Eebje gevoerd en binnen rennen de hongerige mannen.
Daarna ligt Guus op mijn bureau. Eerst direct voor me zodat het lastig aantekeningen maken is voor Fanlog. Dan tegen mijn hand.
Ik ga naar de tandarts, ik kom terug, ik ben doodmoe en hoewel ik weet dat werkster E. om drie uur komt rol ik om half drie kapot in bed.
Een minuut later voor de deur: Eebje. Met dat merkwaardige éh-éh dat ze doet sinds ze doof is. Nauwelijks hoorbaar, en zeker niet door een deur. Maar wel voor mij.
Ik sta op, open de deur, kijk om me heen, zie niemand anders, grijp Eeb en we nestelen ons op bed.
Himmelhoch jauchzend is ze. Ah! op het kussen! Tegen mijn hoofd! Mijn hand onder haar lijfje! Spin-spin-spin-spin!!!
Een half uur later gaat de bel en ik ruk me los en laat Eeb liggen en dan volgen er verwarrende uren met mag wel en ook niet en op een moment zat Guus binnen toen ik de zes uur dut wou doen maar bij het sluiten van de deur wou die eruit.
Nu is iedereen beneden. Gelukkig is Eebje ‘simpel’ dus is niet in haar bewustzijn gegrift dat het bed en mijn hoofd weer haar terrein zijn.
Alleen vond ik het zelf zo fijn.
En hoe het verder moet weet ik dus echt niet want ook vandaag wou Sammie niets van me weten.