Even voor twee uur ben ik bij het KnaagdierenCentrum in Heiloo.
Even na twee uur stapt een vrouw binnen met een paar meisjes van een jaar of dertien (schat ik).
Een ervan huilt. “We hadden nog zo afgesproken dat je niet zou huilen!” zegt moeder.
Mag wel, hoor, zegt Anja van de Opvang.
Ik mompel ook zoiets.
Op tafel staat een kooi met daarin drie nieuwe cavia’s.
Mijn drie nieuwe cavia’s.
Ik vraag aan moeder hoe lang ze ze hebben gehad.
Vanaf dat ze baby waren. En zij (huilende dochter) staat nu wel te huilen maar ze keek er nooit maar om zodat moeder wanneer ze van haar werk kwam ze ook nog moest verzorgen.
Anja inspecteert de caafjes.
Betasten, kontje kijken, tandjes kijken.
De lichtbruine heeft een klein builtje aan de zijkant. Kán een talgkliertje zijn. Maar ik moet erop letten.
De langharige heeft klitten zodat ze niet lekker kan poepen. Die wordt deskundig geknipt.
Onder protest.
Thuis zet ik het mandje tussen de twee huisjes en strooi elders wortel.
De lichtbruine komt als eerste uit het mandje, scoort snel een stuk wortel en holt daarmee terug.
Durfal!
Dan kiezen ze gedrieën voor het rechter caviahuis.
Wanneer ik een uur later ga kijken zitten ze daar nog steeds.
Ik werp wat hapjes naar binnen.
De lichtbruine tast toe, de andere dan ook.
Ik vind ze geweldig.
NB. foto’s zijn aanklikbaar