De deurbel gaat, ik verwacht geen bestellingen en ook geen kadootje en inderdaad: een collecte.
Of ik iets “over” heb voor de Hersenstichting.
‘Over hebben’. Als in: ik bulk in het geld, heb óver en wil ik een beetje daarvan aan de Hersenstichting geven. Of in: wil ik een offer brengen voor dit goeie doel.
Natuurlijk heb ik iets ‘over’ (als ik niet iets ‘over’ had zou ik niet in een klein dorp wonen).
Bovendien: de Hersenstichting.
Dat is toch het goeie doel waarvan Rob Trip ambassadeur is?
Wanneer de vrouw alweer weg is fantaseer ik over hoe dit contact ook had kunnen verlopen.
“De Hersenstichting! Rob Trip! Mist u hem ook zo als presentator van het Radio 1 Journaal.”
En zij dan helemaal uit de zure plooi: “Rob Trip! Bent u ook zo’n fan? Zat u vroeger ook zo knus in uw donkere kamertje naar hem te luisteren terwijl hij Katie Melua voor ons draaide?”
Enzovoorts en zo niet verder.
jaaaahaaaa!!!!!!