Op de enige avond dat ik laat mag opblijven ga ik om kwart twaalf naar bed.
Ik heb me dan nog even laten geruststellen door Hansje (“kijk jij nog even of ik rare dingen in het zondagartikel heb gezet, zinnen die niet lopen, tikfouten” “drie tikfouten, en die heb ik eruit gehaald, verder ziet het er prima uit”).
Om kwart over acht sta ik op, glibber in de nog donkere woonkamer over een half afgekloven muis. Ik ken die muis, Sammie ving ‘m gisteren onder mijn ogen. Het is de huismuis die nog steeds mijn keukenkastjes volpoepte (maar nu dus niet meer). Gisteren lag zijn restant in de schuur, nu dus in de kamer. Dank je, kleine man.
Met ontbijt voor de PC, op naar Fanlog om het artikel te bekijken dat ik gisteren dapper dwars door alle ellende zat te schrijven en waarvoor ik foto’s zat uit te zoeken. Dat ik toen ik eindelijk online was er nog gisteravond heb opgezet.
Tekst, tussenkopjes, cursief waar het moest, foto’s.
Vanochtend: vanaf de tweede foto zijn ze allemaal wég!
En dan herinner ik me dat gisteravond ergens tijdens dat klaarzetten er rechts een tekstje verscheen met ‘pas op, Hansje zit dit artikel ook te bewerken’.
Ja, dacht ik, dat wéét ik. So what?
Maar kennelijk gingen haar bewerkingen vóór en werd niets vastgelegd van wat ik zelf deed hoewel ik het in de ‘Preview’ zelf wel kon zien.
Dus lamaar dat ontbijt, snel die foto’s opnieuw invoeren.
Nu wachten en hopen (hopen en wachten) op aardige commentjes.
Onder mijn artikel over de hoogtepunten van 2008 van Jacques Schmitz, Robbert Bosschart, Len Doens, Marcel Oosten en Sebastiaan Timmerman.
Ik schreef Robert ipv Robbert. Vind ik beter, Jap is ook beter dan Jaap.
Da’s dus een leermoment: niet meer met z’n tweeën tegelijk een artikel bewerken… 🙁
@ Hansje: willen we allebei éxtra hardwerkend en braaf zijn, straft de computer ons af 🙁