‘Call Me Debbie’ is de autobiografie van de Amerikaanse sopraan Deborah Voigt.
Ik zag het boek in Amerika liggen en kocht het niet omdat ik op dat moment amper wist wie ze was.
Ik kende haar naam.
Maar niet haar stem.
Een paar weken later hoor ik op Metropolitan Opera radio Aida met een geweldige sopraan.
Voigt. Met Pavarotti.
Een paar dagen later wordt deze uitzending herhaald en luister ik er nog een keer naar.
Helaas ben ik dan uit het gebied van de goede boekwinkels geraakt zodat het tot nu duurde dat ik het boek (bij bol) bestelde.
Ik las het in twee dagen uit.
Soms hardop lachend, soms letterlijk tranen huilend.
Debbie Voigt vertelt over haar jeugd en over haar eetverslaving waardoor ze zo vet wordt dat ze geen rollen meer krijgt aangeboden en wanneer ze die verslaving eindelijk onder de knie heeft verslaaft ze zich aan de drank en aan foute mannen – en niet zo’n beetje foute mannen.
“Meisje toch!” wil je haar keer op keer toeroepen.
“He is not that into you! zet die loser uit je hoofd!”
Op het eind komt alles goed na rehab en zichzelf beter kennen en bij de lurven grijpen.
Tenminste dat hoop je dan want dit boek rondde ze een jaar geleden af en de tijden kunnen verkeren.
Wat me treft in het boek is de openhartigheid.
Pijnlijk kwetsbaar maakt Deborah Voigt zichzelf.
En daardoor ook weer sterk.
Want alleen een sterke vrouw durft zo haar masker te laten vallen.
Tuurlijk helpt het dat over opera gaat en dat er af en toe namen vallen van collega’s (niet altijd met complimenten erbij).
Zodat ik het nu doorgeef aan een andere operazangeres (die niet dik is trouwens).
Ken haar amper maar degene die ik het boek eerst aanbood hád het al gelezen en vond het juist veel te openhartig.
Geef een reactie