In het najaar was ik behoorlijk in de war, vanaf januari ging het beter.
Eerst niet geweldig beter, maar geleidelijk had ik minder (en toen: geen) moeite met de juiste woorden vinden.
Eerst waren de dagen van de week nog een ‘uitdaging’ maar ook die beheers ik nu.
Toch viel er ruim een maand geleden een envelop in de bus: er waren artsen die me wilden onderzoeken op dementie. In die tijd vond ik de ‘dagen’ soms nog wat moeizaam en in mijn angstige gedachten openden zich de poorten van het gesticht omdat ik er soms een paar door elkaar haalde.
Nu gaat het goed met me.
Dat hele onderzoek vind ik niet meer ‘overdreven’, het maakt me woest dat ze (‘ze’) het überhaupt overwegen.
Vandaag vroeg ik mijn huisarts of ik het kon weigeren.
Dat kan.
Hij vindt trouwens ook dat het goed met me gaat.
Geef een reactie