Alweer zeker een half jaar geleden bedenken R. en ik dat het ons hartstikke leuk lijkt vanmiddag naar de operette te gaan.
Der Zigeunerbaron. Uitgevoerd door de Nationale Opera van Timisoara (=Roemenië).
In De Meervaart in Amsterdam.
Ik haal R. om kwart over 1 op (het begint om half 3) en we zijn veel te vroeg dus rijd ik wat rond en dan blijkt een stuk buitenwijk afgesloten ivm ‘filmopnamen’ en dan halen we het nog op het nippertje. Ook nog bijna 4 plompverloren overstekende ganzen doodgereden. Alsof het met de stress niet op kon.
De dirigent heeft amper twee maten geslagen of we weten al dat het mis is.
Een doffe klank heeft het orkest. En tráág dat het speelt.
Voeg daarbij zangers die zeer matig tot gewoon matig zijn en voor driekwart niet om aan te zien.
De meeste vrouwen zijn wel mooi. Dun en mooi. Ze dragen opzichtige kleren. Past er wel bij. En zoveel lagen make-up dat je slechts kunt raden naar het smoeltje dat eronder zit (en naar de leeftijd ervan).
Er is een balletje met vier mooie meiden en vier mwah mannen.
Na het eerste bedrijf zeg ik (die de inhoud niet vantevoren heeft gelezen) tegen R. : “is het nu afgelopen?”
Nee, zegt die: “de schat moet nog gevonden worden.”
O. Want eigenlijk vond ik het toen al mooi zat.
Maar we slaan ons eerst door een pauze en dan door het tweede bedrijf en leuker wordt het er niet op.
Ongein, flauwe slapstick, onverstaanbaar zgn. Duits.
“Ik versta het niet, versta jij het?” zegt een vrouw naast me hard tegen de vrouw naast háár.
Het publiek is ook bijzonder.
Het is oud. Niet ’50+-oud’. Maar: écht oud.
En nichten (vaak een teken dat het wel flauw maar ook wel leuk is) – daarvan zie ik er maar twee.
Wat pleit voor het publiek: het klapt beleefd maar niet meer dan dat.
Geen ge-bravo!! geen open doekjes.
Adekwate operette verdient een adekwaat applaus.
Geef een reactie