Gisteren om tien uur gaat de bel.
Ik doe open.
Een vrouw-uit-het-dorp.
Ze staat opzij te kijken en houdt tegen haar dijbeen een collectebus.
“Een goed doel!” zeg ik opgewekt. “Alzheimer” zegt zij.
Ik haal een Euro, doe die in de bus en zeg “succes!”.
‘s Middags om tien voor vier gaat weer de bel.
Extra hard dit keer.
Ik hol naar beneden en zie achter de deur een buurvrouw.
Ik open de deur, althans dat probeer ik maar het lukt niet.
Klem? Nee. Op de knip dan? Ook niet.
Totale verwarring.
Buurvrouw staat te gebaren. Ze wil wat afgeven.
Ik hol weer naar boven en haal de sleutel.
Ik ontsluit het slot en mompel iets als “ik wist niet dat ik mezelf zo goed had beveiligd” denkend dat ik zonder het te weten blijkbaar de deur op slot heb gedaan.
Creepy. En die Euro van vanochtend was dus voor een éxtra goed doel.
Vannacht, ik lig wakker. Dan de hersenflits: deze buurvrouw heeft een sleutel van mijn huis.
Ze heeft vast geprobeerd de deur te openen om wat ze wou afgeven neer te zetten.
En toen de sleutel de verkeerde kant op gedraaid.
Misschien krijg ik dus wel Alzheimer maar nu in elk geval nog niet.
Geef een reactie