Ik ben twee volle dagen in Moab.
Toen ik hier een paar jaar geleden was, vond ik het vreselijk.
Zo toeristisch, zo vól en zo geplaveid ook (“they paved Paradise and put up a parking lot”).
Ik vergeleek het met hoe het was toen ik hier met Lodewijk kwam.
Nu ben ik terug en vergelijk ik het met toen ik er de vorige keer was.
En voel ik me een stuk beter.
Vandaag wil ik gaan winkelen.
Vanwege de lange rit van gisteren.
En nog slecht geslapen ook.
Maar eerst een klein tochtje door het dorp maken en daar steken opeens twee moeder-reeën met hun kalveren over.
Ik maak een paar foto’s en weet heel zeker: laat maar zitten die winkels, kan morgen ook nog (dan is bovendien slechter weer voorspeld) – ik ga de La Sal loop weer eens rijden.
In de hoop op méér dieren.
Dat valt tegen.
Er steken eekhoorntjes over, er vliegen vogels en op het wegdek aan de andere kant ligt een slang (vermoedelijk te zonnen).
Thuis maak ik (ja! toch avontuurlijk!) een foto van 1 van de uitzichten van mijn huisje met de smartphone.
Ik vind de kleuren wat hard vergeleken met die met de Coolpix (die ik vaak weer wat te vaag vind) maar wat me erg aanspreekt: het is wijder zonder te vertekenen, wat een normaal fototoestel vaak wel doet als je een grote (brede) foto wil maken.
Geef een reactie