Meer dan tien jaar had ik in de Amerikaanse woestijn een vast adres waar ik me helemaal geweldig voelde.
Het huisje was niet sjiek maar het uitzicht was geweldig en er waren dieren (vogels, coyotes, eekhoorntjes, lizards, slangen – ja, die ook) en de hosts waren hartstikke aardig.
Aardig wanneer er wat wás (zoals die ratelslang op mijn terrasje) maar ze namen me ook mee op wandelingen terwijl ze tegelijk mijn behoefte aan privacy respecteerden.
In september ging ik er terug, voor 3 weken.
Dus geen mini tripjes dwars door de woestijn maar 1 plek (omdat ik niet zeker was dat ik het reizen nog leuk vond).
Als ik het mild uitdruk: er was geen ‘klik’. Toen ik om 14:00 uur aankwam was de electra kapot maar die zou het twee uur later weer doen en om 19:00 was het bijna donker terwijl de host nog stond te prutsen aan de electriciteit zodat ik maar eens voorzichtig ging vragen ‘wat nu’.
“Ga je liever naar een hotel?!” werd ik toegeschreeuwd. Dat was een voorproefje.
Wat eerder goed viel (bv: ik kocht graag extra lekker en dus duur vogelvoer voor de buitenvogels) viel nu helemaal verkeerd: “ze doen het ook op gewoon voer!”
Dat was maar een voorbeeldje.
Wanneer ik denk aan ‘Amerika’ denk ik nog steeds aan dit huisje.
En aan de host toen die nog aardig was.
Ik denk er even serieus over hem een kadootje te sturen. En dan misschien over een jaar toch nog eens daar naartoe?
Maar dat is niet realistisch.
Geef een reactie