In het ziekenhuis krijg je eten.
Je moet zelfs góed eten omdat dat van belang is voor je herstel.
Over de kwaliteit van het eten (belabberd) ga ik het nu niet hebben.
Ik wil het hebben over het eten-bezorgend personeel.
Drie ochtenden: klop op de deur, ‘wat wilt u eten’ en op goed geluk kies ik een eitje (warm maar hard) en eerst bruin brood en kaas (niet te eten) en later krentebol (ging wel) en toen lamaar.
Voor het eerste diner werd me een boekje in de hand gedrukt met veel tekst, algemene tekst maar ergens erin ook maaltijden.
Ik blader het door, seconden later duikt de vrouw weer op, ik zeg dat ik meer tijd nodig heb, ik krijg nog een minuut (hooguit) en dan zegt ze niet ‘zal ik even helpen met uitleggen’ maar ze zegt: “ik kom niet nog een keer terug! nu kiezen of u krijgt niets!”
Volgende dag, andere vrouw.
Ik weet nu waar de maaltijden staan, kies een maaltijd én een toetje (iets met yoghurt).
Vrouw noteert en springt (letterlijk!) een minuut later mijn kamer weer in.
Dat toetje, dat is om half 7!
O, zeg ik, denkend dat ze bedoelt: de maaltijd komt om zes uur dus dan moet ik op het toetje een half uur wachten.
Niet erg, zeg ik dus.
Ze herhaalt het.
Me aankijkend met een strak smoel en grote ogen.
Ik zeg nog een keer dat het niet erg is omdat ik werkelijk niet begrijp wat het probleem is.
Het ‘probleem’ wordt me ook niet uitgelegd maar de grote ogen rollen alsof ze wil zeggen: zelf weten.
In elk geval krijg ik die avond niet het bijzondere toetje en krijg ik evenmin de standaard yoghurt bij de oneetbare avondmaaltijd.
Dát zal me leren idiote wensen te formuleren.
Op de laatste ochtend: een vrouw die ik nooit eerder zag.
Een vrouw die aardig is!
Ik vertel haar direct dat ik die dag naar huis mag.
Die ochtend, was me beloofd (het werd tweede helft middag).
Meermalen komt ze langs of ik écht niet iets wil eten nu het vertrek langer duurt dan verwacht.
Ze noemt wat gerechten die me mogelijk zullen aanspreken.
Maar ik wil alleen maar wég!
Wel zeg ik tegen haar: “Wat bent u aardig!”
Ze lacht, ze vindt het normaal.
*Zij* wel.
Nu haar collega’s nog.
NB: opmerkelijk is ook dat terwijl ik steeds minder eten bestel, vaak alleen maar yoghurt of kwark, *niemand* daar ooit iets van zegt!
In de aanloop werd me op het hart gebonden dat ik veel eiwitten moest eten.
In de folder staat ook: goed eten.
Maar wanneer je amper of na een tijdje vrijwel niet eet, kraait daar geen waakzame ziekenhuishaan naar.
Dit klinkt me heel erg bekend in de oren. Het lijkt wel of veel ziekenhuizen zo’n beleid voeren, ze zeggen dat je goed moet eten, maar doen er vervolgens niets mee, als je dat niet doet. Onaardige voedingsassistenten, zoals ze ze hier in Apeldoorn noemen, lijkt wel bij het vak te horen, ook hier kom ik ze vaak tegen…..met uitzondering van een (enkele) goede. Ik vind eten en alles erom heen altijd verschrikkelijk.
Voedingsássistenten’ heten die op z’n best ongeïnteresseerde en op z’n slechtst gemene mensen? (vrouwen)
Wat erg om te horen dat dat in Apeldoorn ook zo is.