Ik kom terroristen tegen (ach ja – dat moest er ook eens van komen).
Ze geven mij en nog een paar mensen de opdracht om voor een bepaald tijdstip een Boodschap over te brengen aan het Gezag (het onze) want anders ontploft er een bom.
We haasten ons en komen aan bij een gebouw waar blijkt dat mijn mobieltje leeg is.
Omdat dit (in de droom) tevens mijn computer is vraag ik of iemand me kan helpen het op te laden. Heeft iemand misschien hetzelfde merk en dus dezelfde oplader.
Ik krijg geen hulp. Ik moet, zegt men, voortaan maar met de hand schrijven.
Waarna een man die ik beschouw als aardige virtuele vriend (dit is weer een andere dan van die foto) mij verdringt uit mijn baan van docent aan een universiteit. Wat ik in de droom ben.
Et tu, Brute.
Ik stap uit bed waar ik het dankzij seresta (waarop ik mezelf eens in de x maanden tracteer) tot acht uur = klaarlichte dag heb uitgehouden.
Zodat ik *niet* trap op het muisje dat Guus zo lief heeft klaar gelegd voor mijn ontbijt.
Jammie!
jonneke zegt
het is wel een heel mooi muisje.