Vannacht heb ik een bizarre droom.
Ik droom dat mijn man naar iets officieels moet en dat ik aarzel of ik ook zal gaan.
En áls ik zal gaan, wat ik dan zal dragen.
Een wijde hippie-jurk misschien? Of een broek met colbertje.
Iemand belt aan en haalt me op. Achterop een fiets moet ik zitten. En dan in de trein.
Maar wanneer ik bij het restaurant van het feest ben blijk ik mijn auto bij me te hebben en kan ik nergens parkeren. Uiteindelijk toch gelukt en dan zijn er allemaal vrouwen die ik niet ken en die kennen mij wel en horen bij het feest.
Waar is de wc? Om die hoek? Nee – dáár, trap naar beneden. Lange, steile trap.
En dan een bocht om en nóg een trap. Ik zie de vrouwen de eetzaal in gaan, een leuk plekje uitkiezen. Ik ga al die trappen af. Beland in een zeer miezerige wc-ruimte waar ik bij het weggaan mijn jurk (blijkbaar toch een jurk aan) door de wc-pot haal.
Vandaag lees ik in VK Magazine over dubbeltjes die kwartjes worden en dat je het nooit écht onder de knie krijgt, je altijd ongemakkelijk en een vreemde blijft voelen.
Deze droom was op dat artikel geïnspireerd alleen had ik hem een nacht eerder.
Theo zegt
Zelf ben ik niet zo’n rangen en standenmens en voor mij heeft het mij ergens niet op mijn gemak voelen vaak juist ook niet met afkomstverschillen te maken. Meer van ben ik hier wel op mijn plek en heb ik er wel zin in om gewoon mee te doen. Dat is dus lang niet altijd. Heeft dan meer met mezelf te maken dan met die anderen denk ik.