Ik ben op een conferentie.
Veel zalen. Grote zalen.
Allemaal mensen naast elkaar in carré.
Met kleine gangetjes om van de ene zaal naar de andere te lopen.
Dat doe ik.
Hoeft niet – ik heb een uitnodiging, een plaats. Ik hoor er (officieel dan).
In 1 zaal zit Bill Clinton.
Wat wil ik daar graag contact mee.
Naast hem zit Hillary. Ze veegt een lok haar van zijn voorhoofd.
Lief!
Ik draai om de carré, 1x denk ik dat hij naar me kijkt. Dan ben ik alweer die zaal uit.
En jezus, Clinton is natuurlijk het ultieme stuk maar niet alleen is Hillary bij hem – ik heb haar óók zeer hoog. Dus of ik nou een gooi naar hem zou doen als zij er niet bij was?
(dit dus geheel los van de kans die ik voor mezelf inschat)
Het geheel eindigt buiten het gebouw in rul zand.
Misschien als illustratie/bewijs dat ik er toch helemaal niet thuis hoorde?
Ongelukkig was ik trouwens niet buiten in de zandvlakte.
Misschien wel ‘op m’n plaats’?
Geef een reactie