De laatste mug van de mooie nazomer zoemt de hele nacht om mijn hoofd zodat ik van half drie tot half vijf bijna onafgebroken wakker lig.
Dan sukkel ik in slaap en droom eerst wat nare flutdroompjes.
Dan kom ik in een hal een leuke man tegen die ik in het echt alleen ken van de media.
In de droom kennen we elkaar oppervlakkig.
Hij vraagt hoe het me gaat, ik zeg ‘mwah’ en dat ik wel een hug kan gebruiken.
Hij geeft me die hug en is obviously happy to see me.
Nieuwe scène kom ik uit een restaurant waar ik heb geluncht en hij stopt voor me met zijn auto.
Een grote, hoge auto. Pick-up truck met giga wielen.
(die auto’s vind ik mooi, waarom de man in de droom die zou hebben weet ik niet maar in de droom ben ik van de auto -ook- onder de indruk)
Hij roept naar me.
Ik klim op de treeplank en leun naar binnen.
Hij vraagt of ik mee ga lunchen. Ik zeg dat ik al geluncht héb. Maar dat we natuurlijk wel iets anders samen kunnen doen.
Wat vraagt hij. Vrijen, zeg ik.
Etc.etc.etc.
(wat een lang verhaal met verwikkelingen is waarin de man en ik elkaar erg leuk vinden maar ‘het’ er niet van komt)
Het meest opmerkelijk als ik wakker word: dat ik zo duidelijk durfde zijn. Dat in mijn droom de man het verwelkomde.
Iha: dat ik me zeker voelde dat mijn avances goed zouden vallen (wat ze ook deden).
Eenmaal wakker (de droom leek uren te duren) denk ik: als ik een nacht zo indringend met iemand bezig ben – merkt hij dat dan ook?
In een soort kosmisch bewustzijn bedoel ik.
Niet dat hij ook van mij droomt. Hij kent me niet eens.
Maar misschien droomt hij van een verschrikkelijk leuke ietsje oudere vrouw met wie hij een spannend avontuur beleeft?
Karma?
Nan Luursema zegt
Als het @RobTrip was/is, dan is het vast en zeker #karma!
Jeanne zegt
Nee, die was het niet.