Ik ben op een groot feest waar de feestelijkheden wanneer het na-feest begint zich afspelen in twee ruimtes.
In één van die ruimtes wordt iemand die ik ken ongelooflijk te grazen genomen.
Een ‘roast’ noemen ze dat geloof ik in Amerika maar dat is dan als harde grap bedoeld en dit is gewoon vals.
Hem wordt verweten dat hij, als rechtbankverslaggever, flauwe grappen heeft gemaakt over een serieus delict.
Iedereen valt over hem heen. Hij verdedigt zich goed. Maar het mag niet baten.
Ik kijk toe vanaf de drempel van de ruimte ernaast.
Ik ben het eens met de aanvallers dat de rb-verslaggever heel erg foute grappen kan maken. Zo erge dat je wenst dat je ze niet had gehoord.
Maar ik ben zelf rb-verslaggever geweest en weet ook dat je soms om overeind te blijven in de ellende die je hoort wel foute grappen móet maken.
Ik aarzel.
Ik doe niets.
Dan loopt het feest zo’n beetje leeg en ga ik naar de aangevallen rechtbankverslaggever toe.
Ik doe meelevend. Hij trapt er niet in.
Toen ik hem kón steunen, door te vertellen hoe het vak is en wat je dan vaak om jezelf af te schermen doet – zei ik niets.
Hij is niet vals, hij is ietsje afhoudend.
Wat het des te lastiger maakt aangezien ik me zeer bewust ben van hoe fout *ik* was door me afzijdig te houden.
Wat een kut-droom.
Waar zou die nou weer op slaan?
Geef een reactie