Ik woon in mijn huis aan de Wilhelminastraat in Amsterdam-West.
In de muur naar nr. 123 zit een deur waarvan ik altijd dacht dat die naar niets leidde. Maar opeens gaat hij open.
Er zijn nieuwe buren in nr. 123 getrokken die het begrip Aso naar een nieuw nivo tillen.
Dus open gaat die deur steeds en dan staat er opeens iemand in mijn kamer die vraagt of ik bier voor ze heb. Proberen uit te leggen dat ik hecht aan mijn privacy helpt niet.
Ik krijg steun van vrienden (in mijn droom heb ik die). Een van hen legt het ook nog eens uit, van die privacy.
Hij wordt door een stel potige kerels door de deur getrokken. Zijn handen worden op een tafel gelegd. Er gaat een grote hamer omhoog en we wenden het hoofd op wanneer die neerkomt en we een ijselijk gegil horen.
(wakker geschrokken en toen maar opgestaan)
Theo zegt
Ben je “ook” door een externe gil gewekt? Volgens droomtheorieën zou het vaker zo zijn dat “iets” van buitenaf een droom logisch afsluit, hoewel het een en het ander niets met elkaar te maken hebben.
Jeanne zegt
Eerder in de nacht wél door Guus die aan kwam hollen met het ‘grote prooi’-geloei en vervolgens z’n muis ergens in de kamer is kwijt geraakt.
Ik stapte er vanochtend bovenop bij het open maken van de gordijnen en nu is de muis wéér zoek.
Maar volgens mij werd er direct voor het wakker worden niet gegild – althans dat herinner ik me niet.