Ik trek op met een man die ik bewonder.
Ik kleed me om en vind een strakke short en een strak wit t-shirt.
In de spiegel zie ik niet ik-nu maar ik 20 jaar geleden en dat ziet hij ook.
Volgende scène word ik belaagd door een verkrachter.
Er zijn erg veel mensen om me heen en ik roep: bel de politie!
Niemand doet iets. ´Hij´ is in een kamer ernaast, van deze ruimte afgescheiden door een gordijn.
Ik aarzel: zal ik naar hem toe vluchten. Maar ik wil hem niet storen.
Wel roep ik steeds om hulp en denk: hij moet me toch horen.
Ik word verkracht. De droom is pijnlijk duidelijk (ik hier even niet).
Erna kom ik hém tegen. Ik vertel. Hij zegt dat hij het heeft gehoord maar "ik heb toch wel een beetje geslapen".
Ik kan er niet bij. Hoe is het mogelijk.
Ik denk: ik moet hem veranderen, zodat hij béter wordt.
En dan: ik moet onder ogen zien dat dit is wat hij is.
Een lul.
Geef een reactie