Ik kom op Schiphol aan en hoor dat DL 38 niet uit Atlanta is gekomen dus niet als DL 39 kan terugvliegen. Mogelijk wordt er een ander vliegtuig uit het Midden-Oosten gehaald. Waarbij de passagiers als in een ouderwetse trein tegenover elkaar zitten.
Wanneer ik aan de balie kom wordt er vaag gedaan maar kijk eens: ik krijg een bon voor een gratis maaltijd, ben ik nu niet blij?
Nee, want dat betekent dus voorlopig niet vliegen. En hoe zit het nou met dat andere toestel? Dat is niet binnen en dat zal waarschijnlijk ook niet komen. En tjonge, ze kan me een gratis nacht in het Radisson hotel aanbieden, bofkont dat ik ben!
Maar dat wil ik niet, ik wil wég. Kan ze me niet op een vlucht zetten naar New York of naar Los Angeles? Nee. Ik moet hier blijven en morgen beter.
De volgende ochtend is Schiphol afgeladen vol en er zijn akties en ik zie Marcel Oosten.
Hij staat te praten met een journaliste die ik ken. Ze zwaait naar me maar haalt me er niet bij.
Op een afstand blijf ik staan kijken wat hij na een tijdje lijkt te voelen. Hij kijkt terug en glimlacht vriendelijk. Me niet (her)kennend natuurlijk.
De wekker gaat. Hoef ik gelukkig ook niet na te denken over ‘gewoon’ op hem afstappen of mensenschuw wegsluipen.
Geef een reactie