Om half 2 komt Guus naar boven en loeit ‘grote prooi’.
Ik zeg wat bemoedigends. Dan zit hij naast mijn bed. Ik doe het licht aan, voorbereid op van alles.
Guus kijkt me aan, wil geaaid, springt op bed, loopt er aan de andere kant weer af en gaat dan botjes kraken op het overloopje.
Ik ben nu wakker. En zie en hoor het elk half uur dichter bij de ochtend komen (de muggen om mijn hoofd helpen ook niet echt) tot ik toch nog in slaap val.
Ik woon in een groot huis en het is bijna zes uur en ik moet R1J luisteren.
Alleen lopen er allemaal andere mensen rond, vrouwen die ik amper ken. Ze logeren bij me, maar ze vinden me helemaal niet aardig. Dat zeggen ze ook.
Ze praten almaar door de radio heen en als ik vraag dat niet te doen en uitleg over Fanlog maken ze kutopmerkingen.
Ook gaat alles kapot als het al niet kapot *is*.
Uit kranen komt alleen roestig water. De afstandsbediening voor de tv valt stuk (dat gebeurde een paar dagen geleden ook écht). Een arm breekt van de bank. Gordijnen komen naar beneden.
En net wanneer ik denk dat iedereen weg is en ik éindelijk nog een uurtje rustig kan luisteren en schrijven komt er weer een ploegje ontbijten.
Hippo zegt
Wat een opluchting dan om wakker te worden – zodra je het gevoel kwijt bent.